Het kabinet presenteerde maandag 3 juli 2023 zijn strategie voor het energiesysteem van de toekomst: het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE). Het NPE is tot stand gekomen door diverse stakeholders te raadplegen: van wetenschappers en deskundigen uit de energiesector tot gedragspsychologen en burgers. Bijzonder aan het NPE is dat de basis niet ligt in nieuwe plannen, maar in een concreet einddoel in 2050: klimaatneutraal zijn. Vanaf daar wordt teruggewerkt en onderzocht wat er nodig is om dat doel te bereiken. Backcasten heet dat.
Duidelijk einddoel
Ron Wit is directeur energietransitie bij Eneco. Hij is blij met de manier waarop het NPE is gemaakt. “Wat ik positief vind aan het huidige concept van het NPE is dat er een eindbeeld is neergezet vanaf waar wordt teruggewerkt. Door zo’n eindbeeld komen keuzes en dilemma’s, zoals schaarste aan ruimte, scherper in beeld en is meer regie op de energietransitie mogelijk. Ook ontstaat er een positieve dynamiek, omdat een inspirerend eindbeeld verbindend kan werken. Het kan partijen helpen sneller over hun eigen schaduw heen te springen bij tegengestelde belangen.”
“Ik ben in het bijzonder verheugd dat het concept NPE stelt dat het elektriciteitssysteem in 2035 klimaatneutraal moet zijn. Dit is ook de visie van Eneco. Wij hebben in ons One Planet Plan van 2021 deze ambitie opgenomen en al onze acties en investeringen zijn erop gericht om in 2035 klimaatneutraal te zijn. Nederland wil 70 procent CO2-reductie hebben in 2035. Sommige sectoren, zoals de luchtvaart en landbouw, hebben meer tijd nodig om klimaatneutraal te worden. Dat betekent dat andere sectoren sneller moeten om toch op het pad van maximaal 1,5 graad opwarming te kunnen blijven. Ook het Internationaal Energie Agentschap (IEA) heeft al in 2021 aangegeven dat de elektriciteitssector in ontwikkelde landen in 2035 klimaatneutraal moet worden. Ik ben blij dat deze ambitie is overgenomen in het NPE.”
‘Er is door Rutte IV veel papier geproduceerd [...], maar er is de laatste twee jaar relatief weinig voortgang geboekt met nieuwe concrete acties.’
Weinig voortgang in concrete daden
Toch plaatst Wit ook kanttekeningen bij de voortgang van het klimaatbeleid. “Er is door Rutte IV veel papier geproduceerd. Er zijn programmavisies geschreven en stapels Kamerbrieven, maar er is de laatste twee jaar relatief weinig voortgang geboekt met nieuwe concrete acties die daarvóór nog niet in gang waren gezet. Dan heb ik het over implementatie van beleid zoals emissienormen, kortere (vergunnings)procedures en harde afspraken die een markt creëren, waarin klimaatneutrale businesscases interessant worden voor burgers en investeerders.”
“Bij de laatste formatie wisten we dat het urgent was en er voldoende geld beschikbaar was (35 miljard euro klimaatfonds). Deze gunstige uitgangspositie is helaas onvoldoende omgezet in implementatie en uitvoering. Een voorbeeld hiervan is dat het nog steeds niet duidelijk is wat de ambitie is voor groene waterstofproductie binnen Nederland. Er is gesproken over 4 gigawatt in 2030, maar dat is nog niet zeker. Op basis van de beschikbare middelen en het beleid wordt zelfs 2 gigawatt groene waterstofproductie onhaalbaar vanwege de ontwikkeltijd tot 2030. Als investeerder wil je weten wat het beleid gaat worden, zodat je risico’s kunt inschatten en kunt ondernemen. Door de val van het kabinet komt er nu waarschijnlijk nog steeds geen duidelijkheid. Dat is niet alleen een gemiste kans voor het verduurzamen van de industrie, maar kan ook betekenen dat bedrijven eerder kiezen voor investeringen in het buitenland.”
File op het stroomnet
De transitiedirecteur maakt zich duidelijk zorgen over de val van het kabinet op de ontwikkelingen in de energiesector. “De val van het kabinet heeft in principe geen invloed het NPE. Het NPE is geen wet, maar een visiedocument. Maar de kabinetsval heeft wel effect op urgente besluiten die genomen moeten worden. Zoals de Energiewet en de Landelijke Aanpak Netcongestie (LAN). Elke vertraging die erbij komt, zorgt ervoor dat bedrijven en consumenten langer te maken hebben met een file op het stroomnet dan nodig.”
Kwetsbare huishoudens
Vooral de kwetsbare huishouden gaan wit aan het hart. “De wereld staat niet stil. Ook een demissionair kabinet wordt geconfronteerd met de meest kwetsbare huishoudens in ons land die nu en de komende winters bescherming nodig hebben. Een half miljoen tot een miljoen huishoudens met relatief lage inkomens zullen financiële problemen houden als gevolg van de stijging van de energieprijzen. Ook bij de huidige lagere energieprijzen is een gemiddeld huishouden met een slecht geïsoleerde woning ruim 1.000 euro per jaar meer aan energie kwijt dan voor de energiecrisis. Dit komt ook door de sterke verhoging van de energiebelasting en netbeheerkosten sinds 1 januari 2023. Wij zien dat betalingsachterstanden hoog blijven bij de kwetsbare groep. Het prijsplafond helpt deze groep niet en is te generiek. Het is daarom belangrijk om uiterlijk met Prinsjesdag een politiek besluit te nemen om deze groep kwetsbare huishoudens ook in 2024 gericht te ondersteunen met bijvoorbeeld het voortzetten van een publiek noodfonds dat stuurt op inkomen en energieverbruik. Als dat besluit er niet komt, neemt de energiearmoede toe en laten we deze groep de komende winter in de kou staan.”
Klimaatrechtvaardigheid
Een rechtvaardig energiesysteem is een belangrijk uitgangspunt van het NPE, vindt Wit: “Het is cruciaal dat lusten en lasten van de energietransitie eerlijk verdeeld worden en iedereen kan meedoen.” Opvallend is het volgens hem wel dat in het NPE nog een goede analyse van verdelingseffecten ontbreekt. Bij wie komen de toenemende kosten en baten van verdergaand klimaatbeleid terecht? Bij nieuwe wetsvoorstellen van de Europese Commissie is zo'n impact assessment heel gebruikelijk.
“Niemand is tegen een rechtvaardiger energiesysteem, maar het is wel belangrijk dit concreet te maken en het niet bij holle woorden te laten. En dan wordt het spannend.” Een voorbeeld dat hij aanhaalt, is de huidige salderingsregeling. Op dit moment krijg je als je zonnepanelen hebt geld voor het terugleveren van zonne-energie. De Tweede Kamer wil die regeling van 2025 tot en met 2030 afbouwen naar nul. De Eerste Kamer moet dit voorstel nog behandelen. Wit: “Dit was een fantastisch mooie regeling om groene energie uit zon te stimuleren. De regeling heeft goed gewerkt. Maar wat we nu zien met het grote aantal zonnepanelen, veel zon en negatieve prijzen, is dat er een oneerlijke verdeling ontstaat en mensen zonder zonnepanelen opdraaien voor de hoge systeemkosten van deze regeling. Ik schat in dat door de salderingsregeling alle huishoudens zonder zonnepanelen samen momenteel indirect via hun energierekening 0,5 tot 1 miljard euro per jaar betalen aan huishoudens mét zonnepanelen. En als de overheid niet ingrijpt, neemt deze waardeoverdracht de komende jaren snel toe. Daarnaast neemt de salderingsregeling prikkels weg om zelf opgewekte zonnestroom op momenten van veel aanbod zelf te gebruiken. Dat maakt het energiesysteem onnodig duur. Ook dat verhoogt de energierekening van mensen. Als een versnelde afbouw van de salderingsregeling niet doorgaat, worden deze effecten alleen maar groter en zelfs onhoudbaar.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Nieuw beleid aan de vraagkant
Een van de pijlers van het NPE is het inzetten op een maximaal aanbod van duurzame energie. Wit: “Op dit moment is nog 84 procent van onze energievoorziening fossiel. We zijn er dus nog lang niet, terwijl de tijd doortikt.” Maximaliseren van het aanbod is dus nodig, maar Wit ziet daarbij nog twee uitdagingen die in het NPE meer aandacht verdienen.
“Ten eerste is het op hoog tempo bijbouwen van zonne- en windparken alleen nog rendabel als de vraag naar groene stroom ook snel stijgt. En dus gelijke tred houdt. Anders komt de economische gezondheid van de hernieuwbare sector onder druk te staan. Maar ik verwacht dat de productiecapaciteit van zon en wind in 2030 ongeveer drie keer hoger is dan de gemiddelde vraag naar elektriciteit. Tegelijkertijd is de totale vraag naar elektriciteit in Nederland al bijna twintig jaar stabiel, namelijk 120 terrawattuur. Als deze mismatch tussen vraag en aanbod niet wordt aangepakt, daalt de elektriciteitsprijs structureel en gaat op termijn de businesscase onderuit. Het is daarom van groot belang dat de vergroening van sectoren zoals de industrie door onder andere elektrificatie veel sneller gaat. Dat vergt wel snel nieuw beleid aan de vraagkant. Zo kun je normen stellen aan nieuwe apparatuur in de industrie. Bijvoorbeeld door elektrische boilers te verplichten en nieuwe fossiele gasboilers te verbieden. Je kunt ook grote werkgevers verplichten vanaf 2025 alleen nog elektrische leaseauto’s toe te staan. Dat zijn eigenlijk geen vrijblijvende beleidskeuzes meer, maar een voorwaarde als we het energiesysteem in balans willen houden en willen voorkomen dat we hernieuwbare energie oneindig moeten subsidiëren.”
Volgens Wit werkt het om normen te stellen en gewoon beslissingen te nemen. Dat illustreert hij met een voorbeeld uit de eigen praktijk. “Al onze consumenten zitten al sinds 2011 op 100 procent groene stroom en in 2022 zijn we gestopt met het verkopen van grijze stroom aan nieuwe zakelijke klanten. De norm van onze One Planet Roadmap in 2021 was om in 2030 geen grijze stroom meer te hebben in ons portfolio. Toen vond iedereen dat nog heel ambitieus. Maar nu, nog geen twee jaar later, blijkt het nog sneller te kunnen. We verwachten in 2025 al 100 procent groene levering in de zakelijke markt te hebben.”
CO2-vrije back-up
Een tweede punt in het NPE dat volgens Wit meer aandacht verdient, is de vraag welk beleid garandeert dat we daadwerkelijk uitkomen op een klimaatneutrale elektriciteitssector in 2035. “Welke concrete beleidsmaatregelen zorgen ervoor dat er tegen die tijd voldoende back-up is in de vorm van CO2-vrij flexibel vermogen op dagen dat geen zon en wind voorhanden is? Op dit moment is de meest flexibele bron van energie gascentrales. Fossiel dus. Hoe garanderen we straks de leveringszekerheid? Op dit moment kan grootschalige opslag met batterijen of CO2-vrije centrales op bijvoorbeeld groen gas of waterstof nog niet concurreren met aardgas gestookte elektriciteitscentrales. Ondanks de gestegen CO2-prijs. Dat is een dilemma, omdat de ombouw van centrales veel tijd vergt. Er zijn dus eigenlijk al vóór 2030 investeringsbeslissingen nodig.”
"Het alternatief zien we nu al dagelijks: economische schade die op termijn in de tientallen miljarden loopt doordat te weinig is geïnvesteerd in energie-infrastructuur en systeemintegratie."
Virtual power plant
Naast de overheid moeten ook bedrijven en consumenten actief gaan bijdragen aan het oplossen van een overschot of tekort aan duurzame elektriciteit, vindt Wit. “Eneco investeert momenteel volop in de ontwikkeling van een Virtual Power Plant, Myriad, om een efficiënte manier balans te houden in het stroomnet. In Myriad voegen wij alle grote assets (wind- en zonneparken, e-boilers en grote batterijen) en kleine assets (zoals laadpalen, warmtepompen bij klanten) samen tot een soort grote elektriciteitscentrale. Hierdoor kunnen we de momenten met te weinig of te veel duurzame elektriciteitsproductie beter opvangen en zo het Nederlandse elektriciteitsnet in balans houden.”
‘Van no regret krijg je spijt’
2035 is over twaalf jaar, terwijl de doorlooptijd van veel projecten zoals de verzwaring van elektriciteitsnetten en de bouw van een waterstofketen zes tot tien jaar vergen. Uiteindelijk is het volgens Wit dus een kwestie van werken vanuit een eindbeeld van het toekomstige energiesysteem en beslissingen en risico’s durven nemen. “Mijn nieuwe credo is: ‘van no regret krijg je spijt!’ Tot nu toe was de strategie om steeds zo veel mogelijk stap voor stap te werken en ons te richten op no-regret-maatregelen. De gedachte was dat we niet weten hoe de economie zich ontwikkelt en we maximaal vrijheidsgraden willen behouden. Maar als je in 2035 wilt uitkomen op een klimaatneutraal elektriciteitssysteem hebben we daarvoor geen tijd meer en moeten we terugwerken vanuit een gezamenlijk vastgestelde blue print vanaf 2035.”
‘Investeer volop’
“We weten eigenlijk al wel voor 80 procent zeker welke netten we moeten verzwaren voor dat eindbeeld. Bijvoorbeeld die in Rotterdam, Eemshaven en Amsterdam. Ik ben ervan overtuigd dat de baten van deze aanpak hoger zijn dan de kosten. Het geeft netbeheerders duidelijkheid en de kans om voor zeer lange termijn gunstige inkoopcontracten uit te onderhandelen met leveranciers. Die kunnen dan weer gemakkelijker investeren in vergroting van de supply chain. Terwijl de industrie en andere bedrijven lang van tevoren weten waar voldoende infra komt en dus een aantrekkelijke vestigingsplaats om te kunnen investeren. Ongetwijfeld zullen we dan als Nederland ook investeringen doen die verkeerd uitpakken en zullen er enkele miljarden euro’s verloren gaan. Maar het alternatief zien we nu al dagelijks: economische schade die op termijn in de tientallen miljarden loopt doordat te weinig is geïnvesteerd in energie-infrastructuur en systeemintegratie. Dus kies maar gewoon, investeer volop! Dat ligt dicht aan tegen het maximaal benutten dat het NPE noemt, maar het NPE moet nog één stap verdergaan.”
Lees ook:
Dit artikel is gemaakt door een van onze expertredacteuren in samenwerking met onze partner. Change Inc. werkt met partners die de klimaattransitie aanjagen. Zij kunnen cases presenteren waar anderen zich aan kunnen optrekken en zijn eerlijk over de uitdagingen. Niet één bedrijf is al 100 procent duurzaam, maar veel zijn onderweg. Dankzij ons partnermodel zijn onze artikelen gratis toegankelijk voor iedereen. Benieuwd naar onze partners? Klik hier.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in