Het vermogen van zon- en windparken is het afgelopen jaar weer flink gegroeid, wijst de nieuwste monitor uit. Wind- en zonneparken op land zullen in 2030 naar verwachting (inclusief projecten die nog gerealiseerd worden) 37 tot 45 terawattuur elektriciteit produceren. Daarmee zal het doel van 35 terawattuur uit het Klimaatakkoord heel erg waarschijnlijk worden gehaald. Naast het leidende doel is ook een ambitieuzer streefdoel vastgesteld van 55 terawattuur. Het behalen van dat doel bestempelt het PBL als heel erg onwaarschijnlijk.
Pijplijn droogt op
De RES’en hebben 2030 als stip op de horizon, maar elektrificatie blijft ook in de jaren daarna essentieel voor de energietransitie. De vraag is dan ook wat er gebeurt op de lange termijn. De pijplijn van nieuwe plannen en projecten droogt op, vooral voor windparken. Met name wind blijft achter. Dat heeft verschillende oorzaken, zegt Steven Heshusius van het PBL. “Netcongestie maakt dat nieuwe projecten niet kunnen worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Ook zien we dat de locatiekeuzes worden aangescherpt. Door strengere milieunormen worden sommige beoogde gebieden ongeschikt voor energieprojecten.”
Dertig Nederlandse regio’s werken aan een regionale energiestrategie (RES). Hierin maken ze plannen voor het opwekken van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen zoals zon en wind. De Monitor RES houdt de jaarlijkse ontwikkeling van deze duurzame stroom in de regio’s bij. Dit is de vijfde keer dat de rapportage verschijnt.
Na 2030
En dat terwijl we in de toekomst alleen maar meer groene stroom gaan gebruiken. “De verwachting is dat tot 2050 drie tot vijf keer zoveel elektriciteit nodig is. Die vraag moet worden ingevuld met hernieuwbare energie. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we het energiesysteem integraal benaderen. Het gaat niet alleen om de hoeveelheid groene stroom, maar ook waar en wanneer het beschikbaar is. Zo moet er meer aandacht komen voor de infrastructuur en opslagmogelijkheden. Daarnaast kan de energievraag beter op elkaar worden afgestemd. Dat gebeurt vaak lokaal: je ziet al diverse energiehubs ontstaan. Onderaan de streep moet uiteindelijk ook meer elektriciteit worden opgewekt met zonnepanelen en windturbines. Dat zal nieuwe ruimtevragen met zich meebrengen, want de ruimte is beperkt. Waar een wind- of zonnepark komt, is minder ruimte voor woningbouw of natuur.”
Natuurinclusief
Al speelt natuur een steeds grote rol bij energieprojecten, ziet collega Gerben de Vries. “De eerste zonneparken waren monofunctioneel. Het doel was energieopwek en niks anders. Inmiddels zijn we tot het voortschrijdend inzicht gekomen dat het anders moet. Het Rijk wil naar een natuurinclusief Nederland en omwonenden willen de natuur behouden. De leefomgeving speelt een grote rol. Ook ontwikkelaars willen meer kwaliteit in energieprojecten gooien. De wil is er dus zeker: regio’s zien graag dat een wind- of zonnepark bijdraagt aan natuurversterking. De praktijk is echter weerbarstig. Er zijn wel succesverhalen, zoals zonnepark Klarenbeek in Gelderland. Daar zijn, op aandringen van de omwonenden, naast zonnepanelen ook paddenpoelen aangelegd en 145 bomen aangeplant. Dit is echter een uitzondering op de regel. Een landelijke investering en bovenregionale coördinatie kan helpen om vaker en beter natuurinclusief te bouwen.”
Energierechtvaardigheid
Er komt ook steeds meer aandacht voor sociale en maatschappelijke kanten van de energietransitie. “Dat is erg belangrijk”, aldus Petra van der Kooij van het PBL. “De discussies speelden altijd al. Inmiddels is energierechtvaardigheid onderdeel van de beleidsplannen. Het staat nu echt op de agenda. Regio’s houden zich bezig met de vraag: hoe kunnen we die component meenemen in de plannen? Boeren in landelijk gebied kunnen bijvoorbeeld een windturbine plaatsen en daar geld mee verdienen. Mensen in de steden kunnen dat niet doen. Dat kan voor een gevoel van ongelijkheid zorgen. Diverse regio’s willen daar wat mee.”
Hoe nu verder?
Met de doelstelling voor 2030 binnen handbereik, is er nog geen streefgetal voor 2050 geformuleerd. “Dat er veel moet gebeuren, staat buiten kijf”, besluit Heshusius. “De productie van hernieuwbare elektriciteit moet omhoog. Tegelijkertijd zien we in de RES dat ook binnen de bestaande ruimte en capaciteit veel mogelijk is. Dat kan uitkomst bieden voor 2050.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in