Dat blijkt uit de maandcijfers van Energieopwek.nl, een samenwerking van het Nationaal Klimaat Platform met EnTranCe/Hanzehogeschool Groningen, Tennet en Gasunie.
Zon grootste energiebron
Zonne-energie was in mei de grootste duurzame energiebron: 35 procent van alle stroom en 20 procent van alle energie kwam uit zonnepanelen. Dat terwijl het volgens het KNMI de natste meimaand was sinds het begin van de metingen. Er viel gemiddeld 127 millimeter regen, terwijl 55 millimeter normaal is. Het vorige record stamde uit mei 1983, toen er 115 millimeter regen viel. Ook de zon scheen minder dan gemiddeld. Het KNMI telde 199 zonuren, terwijl 218 het gemiddelde is. Dat er desondanks zoveel zonne-energie werd opgewekt, komt door de enorme toename van het aantal zonnepanelen. Sinds begin dit jaar is Nederland wereldkampioen, met een totaal vermogen van 24,4 gigawatt en gemiddeld 3,5 zonnepanelen per inwoner, het hoogste van de hele wereld.
Biomassa produceert meer energie
Windenergie, in april nog goed voor bijna 40 procent van alle groene stroom, had in mei slechts een aandeel van 20 procent. Gekeken naar alle energie – dus ook naar warmte – produceerde biomassa zelfs meer petajoules dan wind. Bij elkaar opgeteld produceerden ze wel weer de helft van alle hernieuwbare energie.
Vaker negatieve prijzen
Door alle wind- en zonnestroom is er vaak meer aanbod aan groene stroom dan vraag, zeker in winderige weekeinden met veel zon. Exporteren is dan niet altijd een optie omdat in omringende landen ook weinig vraag naar stroom is. Op zulke momenten wordt de elektriciteitsprijs negatief. Dat was tot en met 2 juni dit jaar in totaal al 176 uur het geval. Vorig jaar was dat in de eerste vijf maanden 100 uur het geval.
10 procent zon en wind niet gebruikt
Op dat soort momenten kiezen producenten er noodgedwongen voor om windturbines stil te zetten en zonnepanelen af te schakelen. Anders moeten ze betalen voor hun geleverde stroom. Hoe vaak dat gebeurt, is nog onduidelijk. Daarvoor ontbreken de data. Alleen voor wind op zee kan Energieopwek.nl meetgegevens zien. Op basis van voorlopige modellen is de schatting dat in mei zo’n 10 procent van het productiepotentieel van wind en zon niet is gebruikt. Dat is ongeveer 400 gigawattuur. Ter vergelijking: het totale stroomverbruik van Nederland is ongeveer 300 gigawattuur per dag. Deze verloren stroom zou opgeslagen kunnen worden in batterijen, power-to-heat-systemen of met elektrolysers omgezet kunnen worden in groene waterstof. Investeringen hierin komen volgens het klimaatplatform maar mondjesmaat tot stand.
Doel voor 2030
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 gemiddeld 70 procent van de stroom hernieuwbaar moet zijn. In april zat Nederland al boven dat percentage, vorige maand weer niet. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat ervan uit dat 85 procent haalbaar is. Het klimaatplatform benadrukt op zijn beurt steeds dat stroomverbruik slechts 20 procent uitmaakt van de totale Nederlandse energieconsumptie. De meeste energie – 55 procent – gaat naar warmte voor gebouwen, woningen en industrie.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in