De resultaten van het onderzoek presenteerde TNO tijdens een webinar. “Het mooie is dat zon en wind uit de lucht komen vallen, maar dat geldt natuurlijk niet voor de elektrificatie zelf”, vertelt Olof van der Gaag, directeur van de NVDE. “Elektrificatie kan alleen gerealiseerd worden als de businesscase rond is. Daarvoor hebben we beleidsinstrumenten nodig.”
Voor 2030 streeft de Nederlandse overheid naar een opschaling van het aanbod hernieuwbare energie van 18 TWh naar 84 TWh. Volgens schattingen van het Planbureau voor de Leefomgeving zou daarmee ongeveer 70 procent van de elektriciteitsvraag voortkomen uit wind en zon.
Uitdagingen voor de industrie
Voor het onderzoek identificeerde TNO een aantal belemmeringen voor elektrificatie van de industrie tot 2030. De voornaamste is de grote variabiliteit van elektriciteitsprijzen, waardoor elektriciteit in wezen een risicovol product is. Daarnaast bestaat er nog steeds een kostenverschil tussen elektriciteit en aardgas, die de huidige CO2-prijs op het moment niet overbrugt. Een andere grote uitdaging: is er in 2030 voldoende hernieuwbare elektriciteit? Daartegenover staat dat de vraag naar groene stroom evenredig moet stijgen, anders is er geen businesscase voor energieprojecten.
Lees ook: Afspraken overheid en industrie leiden niet tot meer energiebesparing
Economische instrumenten
TNO onderzocht verschillende economische instrumenten die deze belemmeringen kunnen opheffen. Een oplossingsrichting voor de schommelende elektriciteitsprijs zijn Contracts for Difference (CFD). Met een CFD kan een marktpartij prijsrisico afdekken, door een koper van hernieuwbare elektriciteit te compenseren als de prijs te hoog is. Omgekeerd betaalt de koper de marktpartij als de elektriciteitsprijs lager dan afgesproken uitvalt.
Om aan te sturen op een balans tussen vraag en aanbod stelt TNO een borgingsmechanisme voor CO2-vrije elektrificatie voor. Hier doelen de onderzoekers op een landelijke subsidieportefeuille die ervoor zorgt dat elke TWh extra vraag naar hernieuwbare stroom zorgt voor eenzelfde stijging aan de aanbodkant. Zo kan er binnen de bestaande SDE-subsidie gekozen worden om gelijke hoeveelheden subsidie uit te keren voor elektrificatie van de industrie en de opwek van duurzame energie.
Lees ook: Tata Steel Nederland investeert 300 miljoen euro om milieuoverlast te verminderen
Silver bullet bestaat niet
Het is slechts een greep uit de voorgestelde oplossingen die TNO heeft verkend. “Natuurlijk hoop je op een eenduidige oplossing, maar we weten inmiddels allemaal dat er niet zoiets bestaat als een silver bullet voor de decarbonisatie van de maatschappij”, zegt Van der Gaag. Naast de bovengenoemde instrumenten ziet TNO ook nog mogelijkheden voor een uitbreiding van het wettelijke kader voor wind op zee, waardoor projecten sneller ontwikkelt kunnen worden. Ook is aandacht besteed aan een flexibele kostencomponent die meer spreiding op een overbelast net kan veroorzaken.
Rapport als aanzet tot routekaart
Naast NVDE ontving ook Rob Kreiter, directeur van de TKI Energie en Industrie het rapport. “Het onderzoek van TNO biedt ons handvatten om invulling te geven aan de routekaart die we maken voor elektrificatie van de industrie naar 2030 en 2050”, vertelt Kreiter. Kreiter benadrukt dat waarschijnlijk niet alle stappen direct tot een CO2-reductie leiden. “We kunnen er niet vanuit gaan dat alle stappen in deze transitie een incrementele vooruitgang bieden. Maar het doel is helder: een geëlektrificeerde industrie op basis van schone energie in 2050.”
Naar verwachting wordt de routekaart elektrificatie eind maart gepresenteerd. Bekijk het volledige rapport van TNO hier.
Bron: TNO | Beeld: Adobe Stock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in