Milieudefensie en zes andere organisaties waaronder Greenpeace en de Waddenvereniging, hadden Shell voor de rechter gedaagd omdat ze vinden dat het bedrijf zich harder moet inspannen om zijn CO2-uitstoot terug te brengen. De productie en het gebruik van de producten die het olieconcern op de markt brengt zorgen jaarlijks voor een uitstoot van 1,6 miljard ton CO2. Dat is ongeveer 3 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot en negen keer zoveel als de jaarlijkse uitstoot van Nederland in zijn geheel.
In de rechtszaak die in december 2020 voor de rechter kwam, stelde Milieudefensie dat Shell weliswaar weet dat het met zijn uitstoot een groot gevaar veroorzaakt, namelijk klimaatverandering, maar desondanks weinig doet om dat te voorkomen. Daarmee handelt het bedrijf in strijd met de Nederlandse wet en de rechten van de mens op leven en een gezond gezinsleven, stelt Milieudefensie.
Ernstige bedreiging voor gezondheid en mensenrechten
De rechter gaf de milieuorganisaties daarin gelijk en oordeelde dat de omvang van de uitstoot een ernstige bedreiging vormt voor de gezondheid en mensenrechten van inwoners van Nederland en het Waddengebied. Shell beschikt volgens de rechter over ‘de invloed en de middelen’ om die CO2-uitstoot terug te brengen. De huidige maatregelen die Shell neemt zijn daarvoor volgens de rechter niet toereikend. Het beleid is ‘niet concreet’ en ‘vol met voorbehouden’.
Met de uitspraak verplicht de rechter het bedrijf om zijn absolute uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 45 procent te hebben teruggebracht ten opzichte van 2019. Dat geldt zowel voor de uitstoot die het bedrijf zelf veroorzaakt met de productie, maar ook voor die van zijn toeleveranciers en afnemers (scope 1, 2 en 3). Daarmee moet Shell onmiddellijk beginnen, ongeacht of het bedrijf in hoger beroep gaat.
Eigen verantwoordelijkheid nemen
In zijn verweer had Shell in december aangevoerd dat het zich wel degelijk aan het Klimaatakkoord van Parijs houdt, maar dat een bedrijf niet in zijn eentje verantwoordelijk kan zijn voor de energietransitie. “Dat hoeft ook helemaal niet”, oordeelde de rechter vandaag. “Ook staten, andere bedrijven en burgers zijn daar verantwoordelijk voor.” Maar het feit dat ook anderen verantwoordelijkheid dragen, ontslaat Shell niet van de verplichting zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Ook zou het voorbarig zijn om verdergaande acties te verlangen van het bedrijf. Want volgens Shell is de energietransitie pas net begonnen en zal de wereld nog heel lang behoefte hebben aan olie en gas. Stoppen met het leveren van die producten zou geen zin hebben omdat andere bedrijven de productie onmiddellijk zouden overnemen. Ook daar was de rechter het niet mee eens. “Ook andere bedrijven, staten en eindgebruikers zullen hun CO2-uitstoot terug moeten brengen.”
De uitspraak kan verstrekkende gevolgen hebben voor het bedrijf, want het zal grenzen stellen aan de (fossiele) groei van Shell. Zo zal het bedrijf nieuwe investeringen in het winnen van olie en gas moeten nalaten en de productie en verkoop daarvan beperken. Dat zijn grote offers, erkende de rechter vandaag, “maar ze wegen op tegen het zwaarwegende belang dat wordt gediend met het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering”, aldus de rechter.
Kloof tussen woord en daad dichten
De uitspraak van de rechter komt twee weken nadat het International Energy Agency (IEA) met een rapport Net Zero naar buiten kwam. Daarin doet het agentschap een krachtige oproep om per direct te stoppen met het zoeken naar nieuwe olie- en gasvelden. Het IEA stelt dat de kloof tussen woord en daad gedicht moet worden, willen we voorkomen dat de temperatuur op aarde met meer dan 1,5 graad opwarmt.
Groene golf
Dat Shell deze verplichting door de rechter krijgt opgelegd, toont aan dat CO2 reductie via de rechter kan worden afgedwongen. Dat kan grote gevolgen hebben voor andere fossiele bedrijven of ondernemingen met een hoge CO2-uitstoot. "De groene golf die vandaag in Den Haag is begonnen zal door bestuurskamers over heel de wereld gaan", zegt Donald Pols, directeur Milieudefensie in een persconferentie achteraf. "Vanaf vandaag zijn klimaatrechtszaken een materieel risico voor alle grote vervuilers in de wereld. Mijn oproep aan deze bedrijven is wacht niet tot je voor de rechter moet verschijnen, maar implementeer nu een ambitieus en rechtvaardig klimaatbeleid."
Ook Roger Cox, de advocaat die de rechtszaak voerde namens de organisaties gelooft dat de uitspraak grote gevolgen zal hebben voor andere bedrijven. "Dit vonnis heeft de potentie om revolutionair te zijn waardoor de klimaataanpak in een stroomversnelling kan geraken. Dat is nodig want de komende tien jaar zijn cruciaal bij het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering."
Shell heeft aagegeven in hoger beroep te gaan tegen het vonnis.
Nu is het de beurt aan banken en pensioenfondsen om bij de oliemaatschappijen met de vuist op tafel te slaan en een ambitieuzer klimaatbeleid af te dwingen, zegt Piet Sprengers, Manager Duurzaamheidsstrategie en Beleid van ASN Bank
Eerder riepen de Shell-aandeelhouders het olieconcern al op om met concretere doelen te komen. Het past in een bredere trend waarbij aandeelhouders zich steeds vaker uitspreken voor het klimaat. Hoe zit dat?
Het IEA bracht recent het rapport 'Net Zero' uit waarin het bedrijven en overheden oproept om per direct te stoppen met het zoeken naar fossiele bronnen.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in