Duurzame biobrandstoffen spelen een belangrijke rol om in 2050 een klimaatneutrale en circulaire samenleving te bereiken waarin geen CO2 wordt uitgestoten en al het afval wordt hergebruikt. Ze zijn onmisbaar om fossiele grondstoffen te vervangen in de chemie, de bouw en bij de productie van brandstoffen voor de lucht- en scheepvaart. Tegelijkertijd heeft het kabinet oog voor de zorgen die in de samenleving leven over biomassa door de verbranding van hout. Dat leidt vaak tot meer uitstoot, slechte luchtkwaliteit, ontbossing en verlies aan biodiversiteit.
Bossen massaal gekapt
Zo toonde Een Vandaag in 2020 al aan dat in de Verenigde Staten massaal bossen worden gekapt om in Nederland met subsidie te worden verbrand als biomassa. Niks rest- of afvalhout dus. Gewoon miljoenen bomen kappen om energie op te wekken. Vorig jaar toonde onderzoek van SOMO in opdracht van Greenpeace aan dat honderden jaren oud oerbos in Estland wordt gekapt om in Nederland als gesubsidieerde houtpallets te worden bijgestookt in elektriciteitscentrales. Er wordt daarvoor zelfs gekapt in Natura 2000-gebieden. Verder blijkt uit diverse onderzoeken dat het verbranden van biomassa juist meer CO2 uitstoot dan kolen en gas en dat de rekensom die regeringen hanteren om aan te tonen dat het beter is voor het klimaat niet klopt.
Lees hier waarom biomassa wel degelijk CO2 uitstoot
Hergebruik van biomassa
De kritiek op deze praktijken zwol de laatste tijd zo aan dat het kabinet maatregelen neemt. Omdat duurzame biogrondstoffen beperkt beschikbaar zijn, moeten deze zo hoogwaardig mogelijk worden ingezet, schrijft minister Jetten aan de Tweede Kamer. Dus niet verbranden, maar zo lang mogelijk vastleggen in koolstof en materialen die gebruikt worden in de bouw, chemie en grond-, weg- en waterbouw. Zo wordt biomassa hergebruikt door te bouwen met hout en gebruik te maken van natuurlijke isolatiematerialen. In de chemie wordt plantaardige koolstof omgezet in bouwstenen voor nieuwe grondstoffen. Dat kan olie vervangen om onder andere verf en coatings te maken.
Rijkswaterstaat experimenteert met bio-beton en wegmeubilair, zoals verkeersborden en bewegwijzering, gemaakt van een mix van restafval uit de landbouw en maaisel uit bermen. Verder zijn er initiatieven om plastic te maken uit biomassa en rioolslib, chemie uit bietenpulp te halen, schoonmaakmiddelen te maken van sinaasappelschillen en bitumen en asfalt uit lignine-afval uit de papierindustrie en wc-papier. In zwaar wegtransport, luchtvaart en zeevaart zijn biobrandstoffen hoogwaardige vervangers voor diesel.
Biomassa niet meer verbranden
Het kabinet wil niet dat er buiten de EU bomen gekapt worden om hier als biomassa te gebruiken. Dat is echter moeilijk te verbieden. Daarom zet ze in op betere certificering van duurzame biogrondstoffen. Omdat Nederland zelf te weinig biomassa produceert blijft import tot 2050 noodzakelijk. De biomassa die beschikbaar is moet voor hoogwaardige toepassingen gebruikt worden. Dus niet verbranden om warmte of stroom op te wekken. Vandaar de subsidiestop voor nieuwe biomassacentrales. Daarmee komt het kabinet tegemoet aan diverse moties uit de Kamer en volgt het het advies van de SER dat het verbranden van hout voor lage temperatuur warmte afgebouwd moet worden.
Ook al heeft onderzoek van TNO aangetoond dat alternatieve warmtebronnen de komende 20 jaar 2,7 miljard duurder uitpakken. En ook al leidt dit tot problemen in de glastuinbouw. Daar wil het kabinet de inzet van duurzame warmtebronnen als aardwarmte, restwarmte en aquathermie versneld opschalen. Het verbranden van hout voor bijvoorbeeld zwaar transport of warmte van hoge temperatuur blijft wel mogelijk. Het besluit geldt ook niet voor biomassacentrales die al subsidie hebben gehad. Verder loopt het met subsidie bijstoken van hout in kolencentrales pas in 2027 definitief af. Nieuwe subsidies worden daar niet meer voor verstrekt, maar de bestaande lopen tot dat jaar door.
Lees hier hoe tuinders in het Westland overstappen op aardwarmte
Gemengde reacties
Het besluit roept in de sector van duurzaamheid en klimaat gemengde reacties op. Het Comité Schone Lucht (CSL) reageert verheugd en spreekt van een baanbrekend en moedig besluit. De Nederlandse Vereniging van Duurzame Energie (NVDE) noemt het een misser en stelt dat hout en biomassa verbranden hard nodig is om gebouwen te verwarmen en warmtenetten te voeden.
Groene bubbel doorgeprikt
Volgens het Comité Schone Lucht (CSL) prikt Jetten met zijn besluit de ‘groene’ bubbel door en erkent hij de grote nadelige effecten die biomassaverbranding heeft voor klimaat, biodiversiteit en luchtkwaliteit. Laagwaardige warmte kan veel beter door échte duurzame energie zoals aardwarmte worden opgewekt. CSL vindt dat biomassaverbranding voor het opwekken van stoom in de industrie ook niet meer gesubsidieerd dient te worden. Daar zou hout vervangen kunnen worden door waterstof en daar zou het kabinet de SDE-subsidies voor kunnen inzetten. Afvalhouthout dient volgens het CSL hoogwaardig in de bouw toegepast te worden in constructiemateriaal en houtvezelplaat. Dan blijft koolstof lang vastgelegd. Het liefst ziet het comité ook dat al vergunde subsidies voor nog niet gebouwde biomassacentrales, zoals die van Vattenfall in Diemen, worden ingetrokken. De 395 miljoen euro gereserveerde subsidies voor biomassa kunnen dan geïnvesteerd worden in echte duurzame technieken.
“Ga niet door met een biomassacentrale die niemand meer wil”, stelt ze. Ook vindt het comité dat de subsidies voor de bijstook van geïmporteerd hout in Nederlandse kolencentrales onmiddellijk moeten stoppen en niet pas in 2027. Jaarlijks worden 3,5 miljoen ton geïmporteerde houtpellets in kolencentrales verbrand. Tot en met 2027 krijgen ze daar 3,6 miljard euro subsidie voor.
Niet biomassa maar fossiele energie afbouwen
De NVDE stelt dat alle vormen van duurzame energie heel hard nodig zijn om onze afhankelijkheid van Russisch gas en andere fossiele energie zo snel mogelijk af te bouwen en onze klimaatdoelen te halen. Daar is ook duurzame biomassa voor nodig. Zonder biomassa wordt het een stuk moeilijker en duurder om dit voor elkaar te krijgen, aldus de vereniging. Het kabinetsbesluit maakt het dan ook veel moeilijker en duurder om de gebouwde omgeving te voorzien van duurzame warmte, bijvoorbeeld via warmtenetten. Volgens de NVDE maakt het kabinetsbesluit de klimaatdoelen voor de gebouwde omgeving nagenoeg onhaalbaar, vergroot het de afhankelijkheid van Russisch aardgas en zorgt het voor hogere kosten voor bewoners en bedrijven. De alternatieven zijn miljarden duurder, met name voor de glastuinbouw en warmtenetten, en er is geen plan om het stoppen met verbranden van biomassa te compenseren, aldus de vereniging. Ze voorspelt dat burgers de tol betalen in de vorm van een hogere energierekening.
Om de urgentie te illustreren: Op dit moment is de gebouwde omgeving op weg naar een CO2-uitstoot van 18,9 Megaton in 2030, volgens de Klimaat- en Energieverkenning van PBL. In de recente brief van minister Jetten over het klimaatbeleid stond voor deze sector nog ruimte voor een ‘indicatieve restemissie’ van 10,1 megaton. Er is dus een zeer ingrijpende versnelling van de verduurzaming nodig, niet een vertraging zoals dit, aldus de NVDE.
Meer vraag naar wind en zon
Greenchoice, de grootste groene energieleverancier van Nederland, is wel blij met het besluit. Greenchoice ziet duurzaam gewonnen biomassa vooral als grondstof voor materialen. Niet zozeer als een bron van energie. Omdat er in Nederland steeds meer stroom beschikbaar komt uit de meer duurzame bronnen wind en zon, is de inzet van biomassa ook steeds minder nodig. Daarom heeft het bedrijf de inzet van biomassa voor het opwekken van groene stroom afgebouwd. In 2019 leverde het nog 8 procent van zijn groene stroom uit biomassa aan consumenten. In 2021 niets meer.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in