Oprichter Spencer Schols speelde al meerdere malen met het idee van een compacte biovergister. Dat begon toen hij als energieconsultant werkte voor all-inclusive hotels. Hij zag dat de overblijfselen van buffetten veelal in zee werden gedumpt. “Zonde, want dit afval kan een bron van energie zijn. Dat vertelde ik destijds ook aan een Turkse hoteleigenaar, die met een bootje het water op ging en etensresten overboord gooide.”
Dat advies werd ter harte genomen, bleek bij het volgende werkbezoek. “Er was een grote kuil gegraven met daarin het voedselafval. Eroverheen lag een zeil dat bol stond door de gasvorming. Levensgevaarlijk, als je het mij vraagt. De boel kan zo ontploffen. Met de zelf opgewekte energie verwarmde hij de zwembaden van het hotel. Ik dacht: verhip, het werkt.”
In zijn tijd bij een Utrechtse woningcorporatie kwam het idee van de biovergister weer naar boven. Schols was op zoek naar een goedkope en duurzame energiebron voor huishoudens met een kleine beurs. “Een flatgebouw van tien verdiepingen biedt te weinig dak voor zonnepanelen. En in windluwe gebieden hebben kleine windmolens niet veel zin. Ik moest weer denken aan de biovergister. Het wekt snel energie op en bovendien heeft iedereen huisvuil.”
Goede basis
Dergelijke vergisters bleken nergens verkrijgbaar. “Alles is te koop, maar dat niet.” Schols ging zelf aan de slag om zo’n machine te maken. Hij bestelde een boek genaamd ‘Wat is biovergisting?’ en bekeek tientallen video’s op YouTube. Met de opgedane kennis maakte hij het prototype. Dit bleek erg succesvol. “Het produceerde drie keer zoveel gas dan de literatuur voor mogelijk hield. Het resultaat was zo goed, we dachten dat de gasmeter kapot was. Maar een nieuwe meter gaf hetzelfde aan. We besloten een biochemicus in te huren, iemand die er echt verstand van heeft. Een maand lang werden proeven en metingen gedaan, maar weer was de conclusie dat de waardes klopten. Sindsdien hebben we de biovergister verbeterd, maar de basis is nog altijd hetzelfde.”
Lokaal verwerken
Dat de BioTransformer van Circ zo efficiënt is, komt onder andere door de lokale verwerking. Schols: “In Nederland gebeurt dit centraal. Afval wordt verzameld, opgehaald, getransporteerd en gaat veelal de verbrandingsoven in. Tussen de eerste en laatste stap zitten weken. Tegen die tijd is 70 procent van de energie al vervlogen. Door het direct en decentraal te verwerken, haal je veel meer energie uit reststromen. Om het concreet te maken: één bananenschil geeft genoeg biogas om 20 minuten op te koken. Lokale verwerking zorgt er ook voor dat het afval niet meer vervoerd hoeft te worden naar één plek.”
Slimme software
De biovergisters worden een handje geholpen door kunstmatige intelligentie. Alles wat in de vergisters verdwijnt, wordt geregistreerd door onder andere fotoherkenningssoftware. Daardoor krijgen gebruikers inzicht in de samenstelling van hun afval. “Als er standaard veel broccoli in de biovergister van een restaurant verdwijnt, dan is het een goed idee om de inkoop daarop aan te passen”, aldus Schols. De BioTransformers leren ook hoe ze bepaalde etensresten het beste kunnen verwerken. “De slimmigheid zit in de cloud. De machines op verschillende locaties leren van elkaar. Een vergister bij een hotel weet hoe hij overgebleven pizzapunten het beste kan verwerken als een Italiaan aan de andere kant van het land ook een biovergister heeft. Die informatie wordt over en weer gedeeld.”
Natuurlijk proces in een modern jasje
Schols omschrijft de vergisters als een natuurlijk proces in een modern jasje. Het is vergelijkbaar met een kliko waar het afval wordt ingegooid. Vervolgens gaat de machine aan het werk en vindt de vergisting plaats. De output is biogas. Hier kan op gekookt worden, maar het kan ook worden verbrand in de cv-ketel. Op die manier kan het groene gas worden ingezet om te verwarmen en te douchen. Circ werkt zeer nauw samen met Remeha, die een speciale ketel ontwikkelt die op 100 procent biogas kan draaien. Het is ook mogelijk om bij te mengen. De ketel werkt in eerste instantie op biogas. Pas als dat op is, wordt aardgas gestookt. Zo wordt het gebruik van fossiele brandstoffen teruggedrongen.
Alternatief voor kunstmest
De biovergisters produceren ook het zogenoemde biowater. De waterige substantie kan worden gebruikt als bodemverbeteraar. Dat gebeurt nu al. “Op de Canarische Eilanden hebben we een vergister staan in een hotel. Het biowater wordt gebruikt voor de aanliggende wijngaard. Er is ook een voorbeeld dichter bij huis: in de vakantieparken van Landal worden planten ermee gevoed.”
Het biowater zou op termijn een alternatief kunnen zijn voor kunstmest. In samenwerking met Wageningen Universiteit en Research (WUR) loopt een project om nutriënten uit het biowater te winnen. Lukt dat, dan zou het kunstmest deels kunnen vervangen. “Als we hiermee het gebruik van kunstmest kunnen reduceren, is dat geweldig nieuws. Zo’n acht procent van de totale gasvraag komt voort uit de kunstmestproductie. We kunnen niet zonder.”
Groeiende klantenkring
Inmiddels staan er veertig BioTransformers te draaien op hotels, campings en restaurants in het binnen- en buitenland. Er komen ook aanvragen van buiten Europa, bijvoorbeeld Amerika. Schols is ervan overtuigd dat lokale energieproductie de toekomst is. “Het zorgt voor betrokkenheid. Een campingeigenaar met onze biovergister vertelt met trots aan zijn gasten dat zij douchen en afwassen op etensresten. Dat stimuleert om het afval nog beter te scheiden. Mensen hebben daar veel meer gevoel bij dan energie dat wordt geleverd door anonieme energiereuzen.”
Rekent zich rond
Om het klantenbestand te vergroten, overweegt Circ in de toekomst samenwerkingen met leasemaatschappijen. “Denk aan een as-a-service-model. Dat verlaagt de drempel, want ondernemers hoeven de aanschafwaarde van een biovergister niet in één keer op tafel te leggen. Zo komen we hopelijk op meer locaties te staan en maken we meer impact. Ook met het oog op het overvolle stroomnet is dat interessant. Sommige bedrijven moeten nu al hun productie terugschroeven omdat ze geen extra aansluiting krijgen. Dan loont het om zelfvoorzienend te zijn. Kunnen we het biogas omzetten naar stroom, dan wordt dit probleem opgelost.”
Al rekent de businesscase zich al snel rond, benadrukt Schols. “Dankzij de biovergisters besparen bedrijven op gas en CO2-uitstoot. Ook kan het voedselverspilling tegengaan: alle etensresten worden namelijk geregistreerd. Het biowater kan kosten uitsparen voor kunstmest of andere bodemverbeteraars. Ook komt het de werkbeleving ten goede. In restaurants is het personeel blij met de vergister, want ze hoeven minder volle vuilniszakken af te voeren. Het mes snijdt aan meerdere kanten. Dat maakt het een goede businesscase. Of bedrijven nu kiezen voor de biovergisters vanwege het kostenplaatje, het gemak of de ecologische gedachte maakt voor mij niet uit. De impact blijft hetzelfde.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in