Een olie- en gasproducent met een duurzame missie. Neptune Energy levert 10 procent van het Nederlandse aardgasverbruik: 8,5 miljoen kubieke meter per dag. “Het is onze missie om energie te leveren aan de Nederlandse samenleving met een zo klein mogelijke CO2-footprint. We hebben de ambitie om een duurzame toekomst te bouwen”, zegt Lex de Groot, algemeen directeur Neptune Energie Nederland.
Veranderende oliesector
De oliesector is aan het veranderen, betoogt De Groot. “Van een gesloten houding zie je een draai naar een open houding. De afgelopen maanden en jaren hebben we gepraat met veel stakeholders, juist ook buiten de eigen sector. Hoe kunnen we het CO2-vraagstuk samen oplossen? Ik ben ervan overtuigd dat onze kennis en ervaring aansluiten bij de oplossingen, die nodig zijn.”
Aardgas is de minst vervuilende fossiele brandstof, maar daar stoelt de missie van Neptune Energy niet op. “Wij winnen aardgas op de Noordzee, in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Wij zien veel ruimte voor systeemintegratie op de Noordzee. Het is mijn visie dat we windparken op zee sneller, schoner en goedkoper kunnen bouwen door gebruik te maken van de infrastructuur, die al aanwezig is op de Noordzee”, aldus De Groot.
Gasinfrastructuur gebruiken voor waterstof
Hoe kan een gasproducent helpen om windparken goedkoper te maken? “Wij hebben ondergrondse gasreservoirs, we hebben platformen en we hebben pijpleidingen. Wij halen moleculen uit de grond en die transporteren we naar het vaste land. We kunnen onze gasinfrastructuur ook gebruiken om waterstof aan land te brengen of CO2 offshore te transporteren.”
Waterstof en CO2, daar draait het om in de duurzame strategie van Neptune Energy. “Onder de naam PosHYdon doen we een proef. Op één van onze platforms bouwen we een elektrolyser, die waterstof kan maken van windenergie en gedemineraliseerd zeewater. De waterstof transporteren we vervolgens naar het vaste land waar het zo het netwerk van Gasunie in kan. Je kunt waterstof bijmengen bij de bestaande gasproductie. Voor thuisgebruik kun je vrijwel moeiteloos 10 procent waterstof bijmengen. Dat scheelt al veel CO2-uitstoot. Deze proef is er dus om te testen hoe het in de praktijk op zee werkt en wat voor veranderingen in bijvoorbeeld wet- en regelgeving nodig zijn.”
Nexstep
Samen met andere gasbedrijven op de Noordzee (vertegenwoordigd door Nogepa), en met EBN (dat namens de staat participeert in alle gaswinningslocaties), heeft Neptune Energy een samenwerkingsverband opgezet: Nexstep. “We zijn ons als sector bewust van onze plicht om niet gebruikte faciliteiten op te ruimen. Het gaat miljarden kosten om al die installaties en boorputten op te ruimen. We hebben ons de vraag gesteld: welke onderdelen kunnen zinvol hergebruikt worden?”
Het Nexstep-samenwerking loopt parallel, zo vertelt De Groot, aan het North Sea Energy Programma van TNO, dat heeft becijfert dat de integratie van nieuwe offshore windparken met bestaande installaties van de olie- en gasindustrie miljarden kan besparen (lees er hier meer over). “Met TNO hebben we gezegd: Laten we eens proberen een elektrolyser op zee neer te zetten, dan ondervinden we wat daarbij komt kijken. Het levert tal van operationele uitdagingen op. We moeten het zeewater bijvoorbeeld eerst demineraliseren. En hoe zorgen we dat de elektrolyser veilig blijft werken? Wat is het effect van de fluctuaties van windenergie op de installatie? Allemaal zaken, die we proefondervindelijk gaan onderzoeken. Dit eerste proefproject van waterstof op zee is belangrijk om lessen uit te trekken. Daarna kunnen we opschalen.”
Waterstof op zee
Volgens De Groot is het produceren van waterstof op zee goedkoper dan op land. “Als je waterstof op land wilt maken, dan moet je een hele dikke stroomkabel aanleggen om de windstroom aan land te brengen. Dan kun je de waterstof beter meteen op zee produceren. Voor het transport van de waterstof kun je dat via de bestaande gaspijpleidingen doen. We zoeken de samenwerking met de beheerders van de windmolenparken om dit op te zetten.”
Als windenergie op zee niet in de vorm van elektriciteit, maar in de vorm van waterstof aan land komt, dan heeft dat als voordeel dat vraag en aanbod veel beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Waterstof is namelijk makkelijker grootschalig op te slaan dan elektriciteit.
Het is de bedoeling dat de proefopstelling, die dertien kilometer uit de kust bij Scheveningen komt te staan, in 2022 waterstof gaat produceren. De elektrolyser krijgt een vermogen van 1 megawatt, goed voor 4.800 kubieke meter waterstof per dag. “Deze methode gaat waarschijnlijk pas na 2030 echt grootschalig waterstof opleveren, maar dan moeten we wel nu beginnen met ontwikkelen.”
Klimaatdoelen: CO2 opslag noodzakelijk
Naast waterstof speelt de opslag van CO2 (CCS: carbon capture and storage) een belangrijke rol in de strategie van Neptune Energy. “Als we de klimaatdoelen van Parijs willen halen, dan hebben we CCS nodig. Het is de snelste manier om CO2 in de atmosfeer af te bouwen”, aldus De Groot. “We kunnen CO2 uit de industrie per pijpleiding offshore transporteren en in lege gasvelden pompen, die we vervolgens afsluiten.” Een poging tien jaar geleden om in de buurt van Barendrecht CO2 in een leeg gasveld op te slaan, sneuvelde na weerstand van de lokale bevolking. “Offshore kan het op een veilige en snelle manier.”
Is er geen risico dat de CO2 weglekt? “Daar is veel onderzoek naar gedaan”, reageert De Groot. “Diep liggende velden zijn het meest geschikt. Daar ligt een dikke zoutlaag overheen, die het reservoir goed afsluit. Het enige lek dat zou kunnen ontstaan is bij de boorput, maar die kunnen we goed afsluiten en bovendien blijven monitoren.”
Voor Neptune Energy is het belangrijk om in een complexe evenwichtsoefening zijn gasproductie af te bouwen, en zijn duurzame rol op te bouwen. “Het gas dat we nog produceren, veroorzaakt de minste vervuiling en CO2-uitstoot. De duurzame energieproductie is nog niet groot genoeg om te kunnen stoppen met aardgas. Bovendien hebben de industrie en de meeste woningen nog aardgas nodig. Als we dat gas uit Rusland zouden moeten halen, zou dat veel minder duurzaam zijn, want het transport over duizenden kilometers kost heel veel energie.”
De Groot vervolgt: “Berekeningen laten zien dat geïmporteerd gas tot wel 30 procent meer CO2-uitstoot met zich meebrengt dan Nederlands gas. Als we met waterstof en CCS een efficiënte transitie willen hebben, dan moeten de installaties wel blijven bestaan. Het is een complexe puzzel om de economische levensduur van de gasinfrastructuur af te stemmen op de ontwikkeling van waterstof en CCS.”
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in