CEO Johannes Peschel was een praktiserende vliegeraar, tot hij bij een ongeluk tijdens het landboarden zijn arm brak. “Toen dacht ik, deze kracht kan beter worden ingezet: voor energie in plaats van een gebroken bot.” Na jaren van onderzoek besloten Peschel en universitair hoofddocent aan de TU Delft Roland Schmehl het bedrijf Kitepower op te zetten.
Het idee van vliegerenergie is al van 2011. Astronaut Wubbo Ockels bedacht dat je energie kan halen uit de wind met behulp van een vlieger. Dat doe je door de vlieger vast te binden aan een lier die een dynamo rond laat draaien. Als de vlieger in achtjes ronddraait, wekt hij de meeste energie op. Kitepower ontwikkelde dit idee verder.
Inmiddels heeft het harde werken resultaat. Op 16 juni maakte Kitepower bekend dat het Zuid-Hollandse investeringsfonds ENERGIIQ, de stichting ifund en Windhandel Beheer elk een miljoen euro in het bedrijf willen investeren. De inmiddels serieuze startup zal het geld gebruiken om het energiegevende vliegerproject, ofwel het airborne windenergiesysteem (AWES), verder te ontwikkelen om zo een echte commerciële stap te kunnen zetten.
Efficiënte energiebronnen
Peschel klinkt rustig aan de telefoon. De richting die hij heeft is duidelijk. “Wind en zon zijn de meest efficiënte energiebronnen, altijd voorradig, wereldwijd bereikbaar en daarom zeer geschikt om in te zetten voor een echt CO2-neutrale wereld.” Alleen is zon niet altijd toereikend of aanwezig. Wind wel. En zolang er nog geen goede infrastructuur is om zonne-energie op te slaan voor de donkere uren, of het teveel te verplaatsen naar andere gebieden, bestaat er een grote behoefte aan nog meer energiemakers. En zie hier, de oplossing lijkt bijna te simpel om waar te zijn. Een vlieger van zestig vierkante meter wordt de lucht ingehouden en de trekkracht die het op de grond veroorzaakt, kan 150 huishoudens van energie voorzien.
Drie miljoen investering
Nu Kitepower de drie miljoen euro investering heeft gekregen, is het een stap naar de verwording van een echt bedrijf. Het bedrag lijkt groot, maar Peschel is niet zo gauw onder de indruk. “Ik vind dit helemaal niet eng, ik ben niet alleen, heb goede mentoren en vooral hele goede mensen in mijn team. Ik ben maar verantwoordelijk voor een klein onderdeel in het geheel.”
Zijn verhaal is heel duidelijk. Het voordeel van deze vliegers is dat ze hoog in de lucht hangen, en daardoor minder oppervlakte in beslag nemen ten opzichte van de grote windturbines die nu op land of zee staan. Over het algemeen worden windturbines gezien als grote gevaartes waar mensen nu al moeite mee hebben om in hun ‘achtertuin’ te plaatsen, terwijl we daar – willen we met hernieuwbare energie echt stappen maken – nog veel meer van nodig hebben. Volgens Peschel kan vlieger-energie aangevuld met de zonne-energie uiteindelijk het probleem van het tekort aan energie oplossen. Peschel: “Het grote voordeel van Kitepower is dat het flexibel en mobiel is, en ook in de nachten doorwerkt.”
Zijn ambitie is groot: hij wil dit wereldwijd neerzetten, evengoed in landen waar het minder winderig lijkt te zijn. “Ook daar is het heel goed mogelijk. De vliegers gaan zo hoog de lucht in, dat er altijd wind en dus energie te vangen is.” En het probleem van vliegtuigen die daardoor een slalom zouden moeten maken, wuift hij weg. “Die hebben een eigen routekaart, dus daar kunnen we rekening mee houden. Ook in gebieden waar drones mogen vliegen zijn er nog legio mogelijkheden.”
Opschalen voor concurrentievoordeel
Met de drie miljoen euro aan investering is Kitepower voornemens het plan verder te brengen met nog meer onderzoek. Want de kunst is nu om op te schalen, aangezien energie in Nederland tegen bodemprijzen wordt verkocht. En hoe groter de opschaling, hoe beter Kitepower daarmee kan concurreren. Daarom is het bedrijf nu op eilanden bezig om het project verder te vergroten, zoals op Aruba.
Over vijf jaar wil Peschel honderden Powerkites werkend hebben. De vliegers hebben een vermogen van 100 kilowatt per kite, goed voor 450 megawatturen per jaar. Zo wordt gericht gepland om uiteindelijk een wezenlijke bijdrage te leveren op het niveau van landelijke energie. De drie miljoen die nu worden geïnvesteerd, zijn daarom geweldig, stelt Peschel, maar nog niet genoeg. “We moeten door naar het volgende level. We doen nu pilots in Nederland, waar we overigens nog mensen voor zoeken die hun grond daarvoor ter beschikking willen stellen. Mag ik daarvoor een oproep doen hier?”
Meer lezen over de kracht, maar ook de benodigde infrastructuur van windenergie? Lees hier.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in