De afgelopen twee decennia ging er geen jaar voorbij waarin de toename van hernieuwbare energie geen records brak. 2023 springt daar nog eens met kop en schouders bovenuit. Er werd wereldwijd voor bijna 510 gigawatt aan groene-energiecapaciteit bijgebouwd, 50 procent meer dan een jaar eerder. Het Internationaal Energieagentschap deelde deze cijfers, samen met prognoses tot het jaar 2028, in een nieuw rapport.
2,5 keer zoveel groene energie in 2030
Met de huidige beleidspakketten en onder de huidige marktomstandigheden lijkt het erop dat de wereldwijde capaciteit van hernieuwbare energie in 2028 zal zijn opgelopen tot 7.300 gigawatt. Als die lijn wordt doorgetrokken, duidt dat op 2,5 keer zoveel groene-energiecapaciteit in 2030 ten opzichte van de huidige waarden. Een flinke groei, maar niet genoeg om het doel van COP28 te behalen.
Volgens het IEA is dat te wijten aan vier hordes, waarvan het zaak is dat die worden weggenomen. Allereerst het uitblijven van passend beleid om bepaalde macro-economische uitdagingen, zoals inflatie, te overkomen. Ook vertragen administratieve procedures de aanleg van nieuwe groene-energiecapaciteit. Ten derde is de financiering voor het uitbreiden van elektriciteitsnetten ontoereikend. Daarnaast zou er te weinig geld vloeien naar ontwikkelingslanden. Het IEA benadrukt dat 90 procent van alle groene energie wordt opgewekt in G20-landen. Toch wil dat niet zeggen dat opkomende economieën geen bijdrage kunnen leveren aan de COP-doelstelling.
China knippert in de zon
Driekwart van de groei van hernieuwbare energie in 2023 was te danken aan zonne-energie. Die sector maakte grote sprongen, wat zorgde voor een overschot aan zonnepanelen. De prijs van zonnepanelen kelderde met zo’n 50 procent ten opzichte van 2022. De IEA-onderzoekers verwachten dat de wereldwijde capaciteit van zonne-energie tegen het einde van 2024 ongeveer 1.100 gigawatt zal bedragen, met een voorspeld aanbod dat drie keer hoger ligt dan de vraag.
Zonne-energie heeft vooral China geen windeieren gelegd. Verwacht wordt dat het land dit jaar al zijn productiedoelen voor 2030 haalt, zes jaar voor dato. In 2023 legde China alleen evenveel zonne-energiecapaciteit aan als heel de wereld in 2022 deed.
Verreweg het grootste deel van de wereldwijde productieketens van zonnepanelen ligt in China; geschat wordt zo’n 80 tot 95 procent. Dat zal naar verwachting tot in ieder geval 2028 zo blijven, aangezien het op touw zetten van een (duurdere) lokale productie in Europa en de Verenigde Staten de prijs van zonnepanelen zal doen stijgen.
Windparken kampen met problemen
Hoewel ook de wereldwijde capaciteit van windenergie toenam, kampte de sector met problemen. Vooral in Europa en Noord-Amerika gooiden hogere kosten dankzij inflatie, lange vergunningsprocedures en problemen in de productieketens roet in het eten. De problemen raakten met name offshore windparken. Het IEA beschrijft dat er in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten vorig jaar voor 15 gigawatt aan windparken op zee is geannuleerd of uitgesteld. China daarentegen, doet het wederom goed. Daar nam de groei van windenergie met 66 procent toe.
Braziliaanse biobrandstoffen
Waar de markt van hernieuwbare energie gedomineerd wordt door G20-landen, schrijven opkomende economieën juist de groei van biobrandstoffen op hun conto. Met Brazilië voorop zullen ontwikkelingslanden naar verwachting verantwoordelijk zijn voor 70 procent van de vraag naar biobrandstoffen in 2028. Die biobrandstoffen worden voornamelijk gebruikt voor wegtransport.
Hoewel de groei van biobrandstoffen toeneemt (30 procent sneller dan in de afgelopen vijf jaar), is het niet genoeg om in 2050 een netto-uitstoot van nul te kunnen garanderen, zo stelt het IEA. Daarvoor moet bijvoorbeeld 8 procent van de vliegtuigbrandstof duurzaam zijn. Als we doorgaan op de huidige koers, blijft dit percentage steken op slechts 1 procent. Volgens de onderzoekers ligt de oplossing in, niet verrassend, strenger beleid.
Groei van warmtepompen
Tot slot geeft het IEA aan dat duurzame warmte (bijvoorbeeld van warmtepompen) bezig is met een gestage groei. Verwacht wordt een toename van 40 procent tot 2028, waarbij het aandeel van duurzame warmte zal groeien van 13 procent tot 17 procent van het totale wereldwijde warmteverbruik. Ook dit is ondermaats, waarschuwen de onderzoekers. Als er geen strenger beleid wordt ingevoerd, is het goed mogelijk dat de warmtesector tussen nu en 2028 meer dan een vijfde van het resterende wereldwijde koolstofbudget gaat verbruiken (de hoeveelheid CO2 die mag worden uitgestoten om nog te voldoen aan de klimaatdoelen van Parijs).
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in