De Vertiwind is ontwikkeld door de Franse windmolenbouwer Nénuphar en is 107 meter hoog, heeft een diameter van 50 meter en een vermogen van 2 megawatt. Ook de hernieuwbare energieproducent EDF Energies Nouvelles, eigendom van elektriciteitsmaatschappij Électricité de France, is betrokken bij de proef. De Franse autoriteiten hebben voor acht jaar een vergunning afgegeven, met de mogelijkheid voor verlenging.
De locatie ligt vijf kilometer uit de kust bij Port-Saint-Louis-du-Rhône, waar de zee 50 tot 65 meter diep is. De molens moeten in 2015 gaan draaien. Beide partijen testen de mogelijkheden van de Vertiwind en verzamelen technische gegevens en onderzoeken de invloed op het milieu. De proef duurt een tot twee jaar.
Mogelijkheden
Nénuphar en EDF EN hebben plannen klaarliggen voor een drijvend windpark met verticale molens met een totaal vermogen van 26 megawatt op 20 kilometer uit de Franse kust. De windmolen is volgens de bouwer geschikt voor locaties tot 200 meter diep. De turbines hebben een aantal voordelen ten opzichte van windmolens op land of vaste windmolens op zee. Ze zijn makkelijker te installeren en zijn tot 30 procent goedkoper. Daarnaast vangen ze meer wind en vallen minder op, omdat ze ver uit de kust liggen.
De Franse minister van Milieu riep het bedrijfsleven eind vorig jaar op met technische oplossingen en financiële voorstellen te komen voor de ontwikkeling van drijvende windmolens. Volgens verschillende studies zou Frankrijk, met zijn uitgestrekte kustlijn, tot 200 terawatt hernieuwbare energie op zee kunnen opwekken.
Na Noorwegen en Italië is Frankrijk het derde Europese land dat investeert in drijvende windmolens.
Bron: Windpower Offshore, Nenuphar, Actu-Environnement | Foto: Nenuphar
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in