Dit alles blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2020 was iets meer dan een kwart van de opgewekte energie afkomstig uit hernieuwbare bronnen, in 2019 was dat nog 18 procent. De stijging is op drie vormen van duurzame stroom te vinden: zon, wind en biomassa.
Zon en wind
Zon is de grootste stijger in de lijst: van 5,3 miljard kilowattuur in 2019 naar 8,1 miljard. Die stijging komt volgens het CBS direct doordat er meer zonnepanelen in Nederland liggen. Waar deze zonnepanelen precies liggen houdt het CBS niet bij, maar in 2020 openden een heleboel grote zonneparken.
Ook windenergie steeg fors. Met de nieuwe windparken op zee bij Borssele kreeg de windstroom een injectie, en ook op land verschijnen meer windmolens. Wind heeft het grootste aandeel in duurzaam opgewekte stroom: 45 procent.
Lees ook: Zijn kleine windmolens de oplossing voor lokale energievoorziening?
Biomassa stijgt met 45 procent
Opvallend is de stijging van opgewekte biomassa. Van 6,0 miljard kilowattuur in 2019 naar 9,0 miljard in 2020, een stijging van bijna 50 procent. Dit terwijl de rol van biomassa voor duurzame elektriciteit ter discussie staat. Biomassa zou ‘niet echt’ groen zijn, omdat er nuttige producten voor worden verbrand. De Raad van State adviseerde biomassa alleen nog hoogwaardig in te zetten. Toch lijken de energiecentrales, die biomassa bij mogen stoken in fossiele centrales om aan duurzaamheidseisen te voldoen, zich hier nog weinig van aan te trekken.
De hoeveelheid duurzaam opgewekte stroom steeg nog nooit zo hard als vorig jaar. Dat moet ook wel, want over negen jaar moet 70 procent van de stroom in Nederland uit duurzame bronnen komen. Welke rol biomassa tegen die tijd speelt, is nog een onderwerp van discussie voor de politiek.
Lees ook: 'Ik denk dat mensen terechte zorgen over biomassa hebben'
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in