Van januari tot juni 2023 werd er in totaal 410 terawattuur aan energie uit fossiele brandstoffen opgewekt binnen de EU, het laagste niveau ooit gemeten (in ieder geval sinds het jaar 2000). Vergeleken met de eerste helft van 2022, noteerde Ember een afname van 86 terawattuur, of 17 procent.
Lagere vraag, hogere duurzame opbrengst
Dat had twee redenen. Voornamelijk was de vraag naar energie in de EU 5 procent lager in het eerste semester van 2023 dan dezelfde periode in 2022, lager zelfs dan tijdens de covid-pandemie in 2020. Anderzijds bereikten 17 van de 27 EU-lidstaten juist recordhoogtes van duurzaam opgewekte stroom. Met name zonne-energie deed het goed en zag een toename van 13 procent ten opzichte van vorig jaar. Griekenland en Roemenië wekten meer dan 50 procent van al hun energie groen op, en Denemarken zelfs meer dan 75 procent.
Nationale winsten
Het EU-laagterecord wat betreft de verbranding van fossiele brandstoffen betekent voor veel lidstaten ook nationale records. Zo was (sinds in ieder geval het jaar 2000) de verbranding van fossiele brandstoffen in Oostenrijk, Tsjechië, Denemarken, Finland, Italië, Polen en Slovenië nog nooit zo laag. Ook wijst het onderzoek van Ember uit dat Nederland in de maand juni maar vijf dagen gebruik maakte van steenkool om energie op te wekken.
“De afname van fossiele brandstoffen is een teken des tijds”, volgens Ember-analist Matt Ewen. “Steenkool en gas zijn te duur en te riskant en de EU is ze dan ook aan het afschaffen. Maar schone energie moet fossiele brandstoffen wel sneller vervangen. Er is een enorme impuls nodig, vooral voor zonne- en windenergie, om een veerkrachtige economie in heel Europa te ondersteunen.”
Meer over fossiele brandstoffen en duurzame energie:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in