Aan het woord is Iwan te Winkel, directeur fleet & logistics bij Suez. Suez onderzoekt verschillende alternatieven voor fossiele brandstoffen. “Wij hebben natuurlijk een omvangrijk wagenpark van zo'n achthonderd auto's op de weg en we zijn ons er terdege van bewust dat we moeten bewegen naar een situatie waarin wij minder uitstoten. Hoe die toekomst eruit ziet is nog niet helemaal klip en klaar, maar wij moeten wel onze strategie gaan bepalen.”
De keuze voor een alternatieve aandrijvingsmethode, is afhankelijk van de activiteit waarvoor een vervoersmiddel wordt ingezet. Zo doet het bedrijf aan afvalinzameling in binnensteden, maar ook aan lange afstandsverkeer. Ook besteedt de specialist in afval- en grondstoffenmanagement zaken uit. Pilots helpen Suez om te bepalen welke verduurzamingsmogelijkheden er per manier van werken zijn. “Het is een ontdekkingsreis welke vervoerwijze het beste past bij de welke vorm van werken”, aldus Te Winkel.
Zo heeft Suez een hybride voertuig dat elektrisch rijdt in de binnenstad en daarbuiten op fossiele brandstof. Daarnaast test het bedrijf verschillende alternatieven in verschillende steden. In Rotterdam rijdt Suez met een elektrische portaalwagen, in Amsterdam met een elektrische bakwagen, in een aantal Utrechtse gemeenten op LNG en in de regio Helmond gaat Suez op waterstof rijden. Ook in Arnhem gaat in 2020 de eerste vuilniswagen op waterstof de weg op. In die stad wordt een waterstoftankstation gebouwd.
De rol van gemeenten
Dat er in Arnhem een waterstoftankstation komt, is cruciaal als stimulans voor partijen die met waterstof aan de slag willen, stelt Te Winkel. “Als we iets met waterstof willen, maar er geen infrastructuur is dan hebben we niets.” Hij merkt dat meerdere gemeenten met initiatieven komen voor het terugdringen van emissies. “Vanuit het Klimaatakkoord van Parijs hebben heel veel steden zichzelf als doel gesteld om te streven naar een emissievrije binnenstad.”
Eén van die steden is Amsterdam. Die stad wil in 2030 helemaal geen vrachtverkeer op fossiele brandstoffen meer in de stad hebben. Te Winkel ziet het belang van dit soort ambitieuze doelen in, tegelijkertijd vraagt hij zich af of het technisch haalbaar is. “Die technische uitvoerbaarheid zit erin of wij erop kunnen rekenen dat er over een jaar of twee, drie voldoende emissievrije voertuigen van de lopende band rollen, waarmee we een volledige dag kunnen inzamelen. Dat is nu nog zeker niet het geval.”
Verschillende aandrijvingsmethoden
Vanuit zijn rol als directeur fleet & logistics heeft Te Winkel een goed overzicht van de voor- en nadelen van verschillende aandrijvingsvormen. Hij zet de mogelijkheden aan de hand van een aantal voorbeelden op een rij. Van minst duurzaam, naar duurzaamst.
Hij begint met de traditionele fossiele brandstoffen, gevolgd door de ‘synthetische diesels’. Deze diesels ontstaan door gas of een andere basisbrandstof, zoals aardgas of biomassa, om te zetten in een vloeibare brandstof. Deze brandstoffen leveren (afhankelijk van de samenstelling) een forse besparing op het gebied van CO2, fijnstof en stikstofdioxide (NOx) op, stelt Te Winkel. Vervolgens zit er een groot gat tussen de emissies van deze brandstoffen en de emissies die aandrijving met behulp van elektriciteit of waterstof opleveren. “Dus als emissie verminderen je enige doel is dan zijn elektrisch en waterstof daar nu toch wel de absolute koplopers in.”
Waterstof versus elektrisch
Als Te Winkel elektrisch met waterstof vergelijkt, ziet hij op de lange termijn meer kansen voor waterstof als aandrijving voor het zware transport dan voor elektrisch. Overigens zijn waterstofwagens ook elektrisch met een (kleine) accu, maar is de voornaamste energiedrager waterstof die de accu oplaadt onder het rijden.
'Met waterstof kun je gewoon een groter rondje rijden'
Eén van de voordelen van waterstofaandrijving is dat er minder accu voor nodig is. "Een accu is uiteindelijk ook geen milieuvriendelijk product." Het grootste voordeel zit echter in de actieradius. Een grote actieradius is cruciaal voor zwaar transport. "En met waterstof kun je gewoon een groter rondje rijden; de actieradius is groter." Hij verwacht dat infrastructuur een bepalende factor wordt bij de keuze voor een aandrijvingsmethode. Hij vermoedt dat de waterstofinfrastructuur makkelijker op te bouwen is dan de elektrische laadinfrastructuur, maar hij benadrukt dat hij op dat vlak minder expertise heeft.
Actieradius, grondstoffen en infrastructuur: “Als je aan mij vraagt wat de voordelen van waterstof zouden kunnen zijn, dan zit het hem daarin. Maar ik denk tegelijkertijd dat alle technieken nog doorontwikkeling nodig hebben.”
De verduurzaming van de transportsector
Te Winkel ziet dat er over de hele linie verduurzamingsinitiatieven plaatsvinden binnen de transportsector. “Een flinke lappendeken aan initiatieven die allemaal te maken hebben met emissievrij rijden.” Hij merkt dat de transitie binnen het lichte vrachtverkeer, zoals kleine bakwagens en busjes, sneller op gang komt dan die bij het zwaardere vrachtverkeer. Dat komt door betere technische mogelijkheden.
Om ook de transitie binnen het zwaardere segment te versnellen ziet hij voor verschillende partijen rollen weggelegd. “Ik denk dat het een pakket is.” Zo kunnen gemeenten een bijdrage leveren door kaders te stellen, zoals Amsterdam doet. “Als de overheid beperkende of stimulerende maatregelen neemt die de toegankelijkheid verbeteren voor emissievrije voertuigen dan zal dat een belangrijke driver zijn om daarin te investeren.” De Rijksoverheid zou accijnzen kunnen invoeren op fossiele brandstoffen, maar Te Winkel vindt het belangrijker dat de Rijksoverheid de lokale initiatieven stroomlijnt waardoor niet elke stad haar eigen model heeft.
Hij kijkt echter vooral naar zichzelf. “Wij zijn hierin als bedrijfsleven ook gewoon aan zet.” Partijen als Suez kunnen een kritische massa creëren. Dat is het omslagpunt waarop de massa dermate hoog is dat de prijs per product omlaag gaat. Bedrijven met duurzaamheidsagenda’s kunnen daaraan bijdragen, omdat zij de wil hebben om te investeren. “Zodat we met elkaar kunnen voorzien in een kritische massa en dat fabrikanten er heil in zien om te investeren in productietechnieken die daaraan tegemoetkomen.”
Het omslagpunt
Waar dat omslagpunt precies ligt is nog onbeslist, mede doordat nog niet duidelijk is of uiteindelijk elektrisch of waterstof dé aandrijvingsmethode voor het zware transport wordt. “Wat is nou precies de brandstof van de toekomst?”, vraagt Te Winkel zichzelf hardop af. “Je moet ergens een soort kritische massa hebben van het product waar iedereen dan voor gaat.”
Te Winkel verwacht dat over twee of drie jaar duidelijk is wat de aandrijvingsmethode van de toekomst wordt. Om die keuze te maken zijn pilots, zoals die in Arnhem, nodig. Suez deelt de ervaringen die het daar opdoet graag met de branche. “Mede dankzij subsidie kunnen we daar als Suez een koplopers-rol in vervullen, wat uiteindelijk met zich meebrengt dat we met zijn allen kunnen versnellen.”
Deze week besteedt DuurzaamBedrijfsleven extra aandacht aan waterstof. Lees meer over ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie op onze themapagina of lees één van onderstaande artikelen over waterstof:
- Van transport tot energievoorziening: 5 keer waterstof
- De potentie van waterstof voor woningverwarming
- Koning opent fabriek voor groene waterstof in Groningen
Afbeeldingen: Suez
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in