Deze systemen komen niet toe aan de benodigde prestatie van jaarlijks 850 kilowattuur per kilowattpiek aan geïnstalleerd vermogen. Dat blijkt uit een analyse van de Stichting Monitoring Zonnestroom. “Kopers van deze systemen betalen een prijs die zodanig is, dat deze systemen grid parity zouden moeten vertonen; wat wil zeggen dat gebruikers met hun zonnestroom goedkoper uit zijn dan de elektriciteitsprijs die consumenten nu betalen,” zegt Wilfried van Sark van de Stichting Monitoring Zonnestroom. “Maar dat is dus niet het geval.”
Van Sark is verbonden aan de Universiteit Utrecht als onderzoeker zonne-energie. In opdracht van de overheid (Agentschap NL) onderzocht de stichting de beschikbare monitoringsgegevens van zo’n 660 zonne-energiesystemen. De analyse gaat over 2011 en 2012. De kwaliteit van zonnestroomsystemen komt aan bod tijdens het Solar Event, het business-to-business evenement voor de zonne-energiebranche die van 24 tot en met 26 september plaatsvindt in ’s-Hertogenbosch.
Enorme spreiding
Er zijn vele verklaringen voor het slechte functioneren, aldus Van Sark, zoals schaduwvorming, slechte installatie, vervuiling of deels defecte installaties. Toch zijn er ook systemen die het juist goed doen, waardoor het gemiddelde van alle gemeten zonnesystemen rond de 800 kilowattuur per kilowattpiek ligt. Volgens Van Sark ligt dat in de lijn der verwachting. De twee partijen die jaarlijks de tarieven in de subsidieregeling SDE+ voor duurzame energie berekenen, AgentschapNL en ECN, komen uit op gemiddeld 850 kilowattuur per kilowattpiek.
Met deze opbrengst komt grid parity binnen bereik, legt Van Sark uit. Als ook aan een aantal andere voorwaarden is voldaan komen de kosten uit op 19,4 eurocent per kilowattuur voor 25 jaar. Dat bedrag is 15 procent lager dan de elektriciteitsprijs die consumenten nu betalen. Maar Van Sark waarschuwt: "Kopers van een systeem dat niet aan een jaarrendement van 850 kilowattuur per kilowattpiek komt, komen bedrogen uit. Deze gebruikers krijgen geen waar voor hun geld.”
Aandeel Chinees
Overigens is het aandeel Chinese zonnepanelen op de Nederlandse markt veel geringer dan gedacht. In zijn lobby tegen het dumpen van goedkope Chinese zonnepanelen op de Europese markt spreekt EU ProSun, de coalitie van zo’n veertig Europese fabrikanten van zonnepanelen, van een marktdominantie van 60 tot 70 procent. Volgens de stichting Monitoring Zonnestroom komt van de zonnepanelen die in ons land te koop zijn, slechts circa 40 procent uit China.
Van Sark: “Verder weet ik dat er Europese fabrikanten zijn, die in hun modules zonnecellen uit China toepassen. Hoeveel dat er zijn, kan ik helaas niet hard maken.” Wat de marktinventarisatie uit juli wel uitwijst, is dat Chinese zonnepanelen substantieel goedkoper zijn met een gemiddelde prijs van 99 eurocent per wattpiek, waar niet-Chinese panelen 1,25 eurocent per wattpiek kosten.
Bron:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in