Het IEA geeft aan dat elektriciteitsnetten al voor meer dan een eeuw de ruggengraat van samenlevingen vormen, maar dat ze de forse groei van onder meer hernieuwbare energie, elektrische auto’s en warmtepompen niet langer aankunnen. Steeds meer regio’s krijgen te maken met netcongestie, wat ervoor zorgt dat bedrijven en huishoudens niet kunnen worden aangesloten op het stroomnet. Ook wordt de rij van duurzame projecten die niet uitgevoerd kunnen worden door een gebrek aan ruimte op het elektriciteitsnet steeds langer. Het IEA schat die wachtrij in op 1.500 gigawatt; vijf keer zoveel als vorig jaar wereldwijd aan zonne- en windenergie werd toegevoegd.
Grotere geldstroom
Daarom moeten elektriciteitsnetten worden verzwaard en moet er meer infrastructuur bij komen. Om dat te realiseren, draagt het IEA zes maatregelen aan, beginnend met een no-brainer: investeren. Tegen het jaar 2030 moeten investeringen in het elektriciteitsnet maar liefst zijn verdubbeld, tot 600 miljard dollar (567 miljard euro) per jaar. Vooral voor ontwikkelingslanden met budgettaire beperkingen is dat een uitdaging, en het is dan ook de taak van welvarende landen om hen (vanuit zowel publieke als private hoek) financieel bij te staan. Daarnaast is het nodig om netbeheerders financieel te stimuleren en om de transparantie van geldstromen te vergroten, wat additionele investering kan aantrekken.
Scherpere communicatie
Ten tweede is een betere en actuelere planning van netverzwaring nodig. Vanwege de enormiteit van de uitdaging en de vele betrokken partijen daarbij, blijkt het voor die partijen lastig om hun werkprocessen efficiënt op elkaar af te stemmen. Daarin slagen vergt een sterkere communicatie tussen verschillende spelers binnen het energiesysteem, zowel binnen als tussen geografische regio’s.
Inzet op digitaal
Het IEA benadrukt dat digitalisering steeds belangrijker wordt bij de transmissie (het bewegen van veel energie met een hoog voltage) en distributie (het omzetten van energie naar een laag voltage en deze naar gebruikers transporteren) van energie. Hier meer op inzetten door middel van transparant gebruik van data en kunstmatige intelligentie kan ertoe leiden dat energie efficiënter wordt getransporteerd en niet of minder verloren gaat. Ook helpt het bij de bescherming van het elektriciteitsnet tegen cyberaanvallen en eventuele operationele gebreken.
Competente arbeidskracht
Om daarop in te zetten is een grote poule aan gekwalificeerd personeel onmisbaar. Maar ook voor andere taken binnen het energiesysteem zijn geschoolde arbeidskrachten nodig. Die taken lopen wijd uiteen, van managementposities bij netbeheerders, tot technici die netten vervangen en bijbouwen, tot handhavers bij energie-instituties. Ook ligt er een rol voor de overheid om arbeidskrachten binnen de energiesector om te scholen als de werkzaamheden van die arbeidskrachten worden geautomatiseerd. Het gaat dan niet alleen om onderwijsprogramma’s na ontslag, maar ook (en misschien wel vooral) om trainingen tijdens lopende dienstverbanden, zodat de werknemers gelijk op een andere manier bij kunnen dragen aan de energietransitie.
Technologie veiligstellen
De laatste twee maatregelen hebben te maken met de benodigdheden van, en druk op technologie bij het uitbouwen van de netten. Allereerst is het van belang dat beleidsmakers blokkades wegnemen die het snel uitrollen van netbouwprojecten beperken. Daartoe behoren het vergemakkelijken van anticipatory investments (investeringen voorafgaand aan de bouw die niet onmiddellijk bij de start nodig zijn maar later kunnen of moeten worden ingezet) en het stroomlijnen van administratieve processen. Ten tweede is het belangrijk om de keten van benodigde materialen veilig te stellen. Dat kan bijvoorbeeld door de inkoop van technische installaties te standaardiseren en daar transparant over te communiceren.
Actie benodigd
Er moet volgens het IEA snel actie worden ondernomen, aangezien het uitbouwen van elektriciteitsnetten veel tijd kost; zo’n vijf tot zelfs vijftien jaar. Dat tegenover de maximaal vijf jaar die het kost om hernieuwbare projecten uit te rollen, of de maximaal twee jaar om laadpaalnetwerken voor elektrische auto’s aan te leggen. “De recente vooruitgang op het gebied van schone energie die we in veel landen hebben gezien is ongekend en een reden voor optimisme”, zegt Fatih Birol, directeur van het IEA. “Maar die vooruitgang kan in gevaar komen als regeringen en bedrijven niet de handen ineenslaan om ervoor te zorgen dat elektriciteitsnetten klaar zijn voor de nieuwe mondiale energie-economie die snel aan het ontstaan is.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in