Een aantal jaren geleden kreeg Teun van Dam een uitnodiging voor een bijeenkomst in het dorp. In een zaaltje in Rijsbergen (gemeente Zundert) kondigden een ontwikkelaar en de gemeente aan dat er drie windturbines zouden komen. De inwoners hoefden zich nergens druk over te maken, omdat alles prima geregeld was. De geruststellende toon maakte Van Dam en een aantal andere aanwezigen juist wel ongerust. “Toen heb ik samen met nog een aantal inwoners hier in onze buurt het verzet georganiseerd.” En die windmolens? Die zijn er niet gekomen. “Diezelfde drie komen er nu overigens wel.” Ditmaal gaat Van Dam niet de barricade op. Waarom niet?
Bitterzoete overwinning
Dat het gelukt was om de plaatsing van de drie windmolens bij Zundert tegen te houden, was een overwinning voor Van Dam en andere omwonenden. Maar niet lang daarna zag hij op andere plekken windturbines verschijnen. Bij Hazeldonk kwamen er drie. En aan de Belgische kant van de A16 zes. Er kwam geen aankondiging of bijeenkomst aan te pas; van de één op de andere dag stonden ze er. Voor het eerst kreeg Van Dam het gevoel dat de trend niet te stoppen is.
Diep in zijn hart is de secretaris van de lokale energiestichting nog steeds tegen de plaatsing van windturbines. “Ik vind windmolens nog steeds niet mooi en ik heb ze liever niet dan wel.” Maar Van Dam is van tactiek veranderd. Zijn conclusie: als protesteren de plaatsing van windturbines slechts vertraagd, dan valt er misschien meer te bereiken door mee te praten over waar ze komen en hoe de opbrengsten worden besteed.
Sociale participatie
Er volgt een nieuwe bijeenkomst in het dorp. Deze is niet te vergelijken met die van jaren daarvoor, vertelt Van Dam. Vooral voor de mensen die in de strook wonen waar de windturbines komen te staan, zijn een behoorlijk aantal sessies georganiseerd. Bijeenkomsten om uit te leggen wat het plan inhoudt, waarom het een goed idee is en waarom bepaalde plekken wel en andere niet in aanmerking komen. Wijkraden zijn persoonlijk uitgenodigd om deel te nemen.
'Iedereen moet mee kunnen doen'
Van Dam ziet veel dezelfde mensen bij de bijeenkomsten. Vooral bewoners die vlakbij de windturbines wonen zijn van de partij. “Die zijn natuurlijk het meest betrokken. Niet vanuit enthousiasme, maar vanuit de instelling: ‘Wat gaan ze ons nou weer in de mik schuiven?’ Want dat is het natuurlijk wel.” Toch herhaalt hij dat het er bij dit project anders aan toe gaat dan bij andere projecten. Sociale participatie is het toverwoord. Het is de reden waarom Van Dam enthousiast is, want een deel van de opbrengst komt lokaal terecht.
“Iedereen moet mee kunnen doen. Dus ook degenen die geen geld hebben om te beleggen in windmolens”, vindt hij. Dat is gewaarborgd in een ‘Green Deal’ die gesloten is met de energiebedrijven die de windturbines ontwikkelen. Jaarlijks gaat € 0,50 per megawattuur geleverde energie naar een burenregeling waarmee directe omwonenden hun huis kunnen verduurzamen. Na een energiescan door een extern bureau kunnen bewoners ervoor kiezen de maatregelen zelf te nemen en deze later te declareren, of alles door het bureau te laten regelen.
Lokale energieagenda
Daarnaast is 25 procent van de windmolens in eigendom van de omgeving. Het geld dat deze constructie oplevert, is verdeeld over de vier gemeentes die windturbines krijgen: Breda, Drimmelen, Moerdijk en Zundert. Elke gemeente kijkt hoe het geld daar het beste besteed kan worden voor het aanjagen van de energietransitie. In Zundert is de energiestichting Windcent degene met de bevoegdheid om een lokale energieagenda op te stellen.
In regionale energiestrategieën (ook wel bekend als RES) onderzoeken regio’s als onderdeel van het Klimaatakkoord waar en hoe de opwekking van duurzame elektriciteit op land het beste kan plaatsvinden, hoe de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving eruit gaat zien en wat dat betekent voor de energie-infrastructuur in 2030. In de lokale energieagenda richt Windcent zich op oplossingen die de ontwikkelingen van de regionale energiestrategie niet in de weg zitten. “Je hebt er natuurlijk niks aan om dingen te doen die je later weer moet afbreken”, aldus Van Dam.
Wachten op de windturbines
Ondanks dat Van Dam in zijn hart geen voorstander is van de windmolens, kan hij tegelijkertijd niet wachten tot ze er staan. Dan kan hij beginnen met lokaal de energietransitie versnellen. “Het vervelende van het hele verhaal is dat wij er al jaren mee bezig zijn en nog steeds super enthousiast zijn, maar men daar in de omgeving natuurlijk geen barst van ziet”, zegt Van Dam. Pas als de windturbines er staan en draaien, komt het geld binnen om alle ideeën van de stichting in de praktijk te brengen. Nu zijn de middelen nog beperkt. “Daar kunnen wij niet alle 21.000 inwoners van Zundert mee activeren.”
Alle mensen meekrijgen
Alle mensen meekrijgen in de energietransitie is een belangrijke missie van de stichting en de gemeente, vindt Van Dam. Niet iedereen hoeft meteen enthousiast te zijn, maar uiteindelijk wil hij wel iedereen in actie krijgen. Niet alleen de enthousiastelingen die gedreven zijn en vooroplopen, maar ook de mensen die twijfelen en zich afvragen of de energietransitie wel echt nodig is. “Die moeten we ook op gang zien te krijgen. Dat is onze uitdaging.”
'Energie die je niet hoeft op te wekken levert de grootste besparing op'
Binnenkort gaat de stichting daar met de gemeente concrete afspraken over maken. Zo verwacht Van Dam dorpsgerichte en wijkgerichte bijeenkomsten te organiseren over wat lokaal allemaal al gedaan kan worden, bijvoorbeeld aan de huizen zelf. Hij hoopt dat mensen gaan kijken wat er aan hun woningen moet gebeuren en beginnen met isoleren. “Want energie die je niet hoeft op te wekken levert de grootste besparing op.”
In Rijsbergen wordt een groot dak van een agrarisch gebouw vol gelegd met zonnepanelen. Via een postcoderoosregeling kunnen mensen in de omgeving de opgewekte zonne-energie kopen. En de voorzitter van de energiestichting helpt de voetbalvereniging in Wernhout bij het verlagen van het energie- en warmteverbruik. “Dat zijn de concrete dingen waar we nu mee bezig zijn.”
Het lokale bedrijfsleven
Van Dam hoopt dat ook bedrijven uit de buurt gaan meedoen. Het valt hem op dat bij het energieloket van de gemeente alleen bedrijven van buiten Zundert op de lijst staan. “Wij willen zoveel mogelijk lokale ondernemers betrekken bij het vele werk dat er nog zit aan te komen, maar dan moeten ze zich wel opgeven.”
Er zijn genoeg lokale bedrijven die een bijdrage kunnen leveren. Zo ziet hij bijvoorbeeld een rol weggelegd voor lokale aannemers bij isolatie. Een verklaring voor het ontbreken van lokale bedrijven op de lijst van het energieloket heeft hij niet. “Misschien moet het ook gewoon wennen. Maar voorlopig is het nog wel een puntje van zorg.”
De energietransitie versnellen
Of de aanpak met lokale energieagenda’s de beste manier is om de energietransitie te versnellen, durft Van Dam niet te zeggen. Hij benadrukt dat het windmolenplan nu nog bij de Raad van State ligt en de windmolens nog niet eens in de steigers staan. Ook de sociale participatieplannen van de stichting zitten nog vooral in het hoofd. “Of het allemaal gaat werken zoals wij ons dat hebben voorgesteld, dat gaan we de komende jaren zien. Dan weten we pas hoe succesvol het is.”
Lees meer over de energietransitie in de regio:
- Windturbines langs de A16: "Iedereen doet mee, maar niemand wordt rijk"
- Groene waterstof biedt Groningen een toekomst
- Hoe Utrecht de dubbelfunctie van elektrische auto’s optimaal benut
Hoofdafbeelding: Ruth Catsburg | Portretafbeelding: Fred Paludanus
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in