In 2019 zag de wereld er anders uit. Toen hadden nog maar een paar landen verregaande strategieën om groene waterstof, gemaakt met water en duurzame stroom, in te zetten in de energiehuishouding. Twee jaar later hebben maar liefst zeventien landen - waaronder Nederland - zo’n plan op tafel liggen. En hoewel de uitwerking van die plannen soms nog te wensen overlaat, lijkt er na jaren van praten wel degelijk iets te gebeuren, aldus het Energieagentschap.
Apparatuur voor waterstof komt langzaam van de grond
Het zwaartepunt van waterstofproductie ligt in Europa: 40 procent van de waterstoffabrieken ligt op dit continent. Ook Nederland levert een (heel bescheiden) bijdrage in de vorm van Hystock, het waterstoffabriekje in Groningen. De hoeveelheid geïnstalleerd vermogen van elektrolysers, de machines die water omtoveren in waterstof, verdubbelde in vijf jaar tijd van 150 naar 300 megawatt. En er zijn een heleboel plannen: het IEA telt er 350, die samen goed zijn voor 54 gigawatt aan waterstofvermogen. Als al die plannen voor 2030 tot wasdom komen kunnen ze 8.000 ton waterstof produceren.
Dat lijkt veel, maar de wereldwijde vraag naar waterstof als grondstof was in 2020 al 90.000 ton. En dat is vooral de vraag uit de industrie, die waterstof als grondstof gebruikt. Nu gebruikt de industrie waterstof gemaakt van gas. Als men straks ook waterstof wil gebruiken als alternatief voor aardgas, of als brandstof voor auto’s, dan zal de vraag alleen maar toenemen. Het IEA ziet dan ook dat het aanbod voor groene waterstof in 2030 eigenlijk tien keer zo groot moet zijn, willen we de doelen van Parijs in 2050 halen.
Internationaal samenwerken voor waterstof
Kortom: hoewel we ten opzichte van een paar jaar geleden grote stappen maakten, moet er sneller meer gebeuren op het gebied van waterstof. Alleen dan kan de CO2-uitstoot snel genoeg dalen en catastrofale opwarming van de aarde voorkomen worden. Hoe dat precies moet? Het IEA geeft in ieder geval een tip: meer internationale samenwerking. Want alleen doordat landen met elkaar afspraken maken over productie en afname van groene waterstof kan er een markt ontstaan.
En die markt zal ervoor zorgen dat groene waterstof goedkoper wordt, waarmee er meer investeringen komen en de productie groeit. Japan (dat onder andere samenwerkt met Australië) en Europa (waar via de EU een waterstofproject loopt waar veel landen aan meedoen) geven hierin het goede voorbeeld. Ook Latijns-Amerika en het Midden-Oosten werken aan waterstofprojecten die vooral voor de export bedoeld zijn.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in