Dat betoogde expert Remco Boersma van projectadviseur Ventolines tijdens het Windday Webinar, dat in aanloop naar het grote windenergie-congres op 12 en 13 juni in Rotterdam werd georganiseerd. “De vraag is nu: wat doe ik met mijn kilowatturen en hoe breng ik die op de beste manier naar de markten?”, stelt hij.
Grotere turbines
Ventolines was betrokken bij de ontwikkeling van ruim 2 gigawatt aan windprojecten en beheert ruim 1,5 gigawatt aan windparken. Boersma zit al ruim dertig jaar in de wind – onder andere als windmanager bij Vattenfall – en heeft de sector de laatste jaren flink zien veranderen. Toen hij begon had een windturbine nog een vermogen van 18 kilowatt en de rotor een diameter van 18 meter. Nu hebben de grootste Chinese windturbines een vermogen van 22 megawatt en zijn ze zo hoog als de Eiffeltoren.
Andere rol
Maar ook de rol en het belang van duurzame energie zijn veranderd. Vroeger produceerden gas- en kolencentrales het merendeel van onze elektriciteit en werd duurzame energie vooral gezien als een alternatieve energiebron. De vraag was of zon en wind ooit voldoende elektricteit konden leveren en of het licht niet uit zou gaan als er geen wind was en de zon niet scheen (Dunkelflaute). “Het was evolutie en geen revolutie”, zegt Boersma. Nu is die revolutie wel aanstaande. In 2025 was voor het eerst meer dan de helft van alle opgewekte stroom in Nederland groen. De rol van fossiele energie wordt minder belangrijk en die van duurzame energie wordt groter.
Meer taken
Wind- en zonneparken moeten niet alleen meer stroom leveren, maar worden ook gevraagd om het net stabiel en in balans te houden door meer of juist minder elektriciteit op te wekken. Dat is via omvormers in te stellen. Zo dragen zon en wind bij aan de binnenlandse energiezekerheid en kunnen ze lokaal netcongestie en pieken en dalen in energievraag oplossen. Zeker als windturbines op een industrieterreinen bijvoorbeeld gecombineerd worden met een batterij. Of als bedrijven samen op één aansluiting (cable pooling) zitten en de geleverde windenergie samen achter de meter gebruiken. “Daar zijn hele mooie oplossingen voor”, zegt Boersma.
Oude businesscase werkt niet meer
Dat heeft gevolgen voor de businesscase van een windpark. Nog niet zo lang geleden was de bouw van een windproject een redelijk eenvoudige exercitie. Je berekende wat de hardware kostte, je sloot een contract af voor de aansluiting (ATO) en voor de langdurige levering van een vaste hoeveelheid stroom (PPA) en kon makkelijk geld lenen bij de bank. “Iedereen kon op deze manier met weinig risico een windproject draaien”, zegt Boersma.
Maar nu de prijzen van windenergie schommelen en soms op nul staan, windparken vanwege netcongestie worden afgeschakeld (curtailment), kosten voor de bouw exploderen en banken niet meer staan te springen om hierin te investeren, is er een nieuwe situatie ontstaan.
“De vraag is nu: waar wordt het geld verdiend?”, stelt Boersma. “Vroeger wist je vrij behoorlijk wat de productie was in kilowattuur en wat daarvan de waarde was. Daardoor kon je je project aardig doorrekenen en wist je waar je aan toe was. Dat is vandaag de dag niet meer het geval. Je moet veel vroeger nadenken over je businesscase.”
Kralen rijgen
Waar zit dan de waarde van windenergie? Volgens Boersma moeten eigenaren hun energie op zoveel mogelijk markten verkopen. ‘Kralen rijgen’, noemt hij dat. Dus niet alleen aanbieden op de elektriciteitsmarkt, maar ook op de frequentie- en onbalansmarkten. “Het gaat veel meer over het tijdstip van leveren. Wanneer kan ik leveren en wanneer zijn de prijzen goed? Wat is je regelbaarheid? Kan ik meer of minder windstroom leveren en meer aan ballancering of frequentieondersteuning doen? Welke marktkansen zie ik dan? Daar moet je over nadenken. Dat zijn andere vragen die nu op ons bord liggen.”
Visie op de markt
Daarin verschilt het geld verdienen met windturbines met de situatie van vroeger. Over langere periodes elektriciteit leveren tegen een vooraf vastgesteld prijs is verleden tijd. Het uitgegeven geld moet nog steeds terugverdiend worden tijdens de operationele fase, maar er zijn veel meer markten om de stroom aan te bieden. Dat leidt tot verschillende keuzes. “Misschien is het wel een goed idee om je piekvermogen te reduceren, om drie jaar levenstijd te winnen voor je turbines. Dat zou zomaar eens een hele goede businesscase kunnen zijn”, zegt Boersma. “Je moet je afvragen: op welke markten ben je actief? Hoe ga je om met netcongestie? Wat kan ik nog meer doen met mijn netaansluiting? Dan komt opslag via een batterij al snel in beeld. Dit is allemaal afhankelijk van de markt. Dus moet je een goede visie hebben op de markt. Dat is allemaal niet meer zo vanzelfsprekend.”

Animo daalt
De vraag is of deze nieuwe strategie de windsector weer tot nieuwe bloei kan brengen. Eind 2023 vierde Nederland nog een mijlpaal toen er na de ingebruikname van windpark Hollandse Kust Noord voor 4,7 gigawatt aan windparken op de Noordzee stond. Daarna kwam de klad erin en staat de uitbreiding onder druk, erkent brancheverenging NedZero. Eerder voorspelde Europa een groei van bijna 200 gigawatt aan vermogen tot 2030. Die prognose is nu bijgesteld naar 156 gigawatt.
Vanwege de hoge bouwkosten, de achterblijvende stroomvraag van de industrie en een tekort aan netcapaciteit daalt de animo om nieuwe windparken te bouwen. Voor de nieuwe aanbesteding voor parken op zee, die in september start, is nauwelijks belangstelling. Voor vergelijkbare tenders in Engeland en Denemarken had zelfs geen enkel bedrijf belangstelling.
Toch weer subsidie
Het dieptepunt was het faillissement van de Nederlandse windmolenbouwer Emergya Wind Technologies (EWT) deze week. Het bedrijf leed al jaren miljoenenverliezen. Niet voor niets zei Tennet begin dit jaar dat de overheid windmolenparken op zee weer moet subsidiëren. De netbeheerder pleit voor een Brits model waarbij de overheid meebetaalt als de elektriciteitsprijs laag is en de winst van exploitanten afroomt bij hoge prijzen. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei doet hier onderzoek naar.
Kleinere projecten
Kan een nieuwe kijk op de businesscase van windparken de animo voor aanbestedingen verhogen en de sector een boost geven? Volgens Boersma houden de grote bedrijven die bieden op tenders op zee al rekening met de nieuwe verdienmodellen en beperkingen. Zij kijken verder dan alleen de bouw van het park. “In de vergunningscriteria stelt de overheid al dat het project minimaal mag bijdragen aan de netcongestie. In sommige gevallen wordt zelfs bekeken of een project een deel van de netcongestie kan oplossen. Dit wordt al meegenomen in de businesscase. Waar ik voor pleit is dat de integrale visie die daar al grotendeels plaatsvindt vertaald wordt naar de 10, 20, 50 of 100 megawatt projecten op land”, zegt hij.
Lees ook:
- Duurzame stroom vanaf de Noordzee raakt in de knel: ‘De marges zijn te klein’
Toekomstig windpark op zee heeft zonnepanelen, een batterij en maakt waterstof - Stroom in 2024 voor het eerst meer dan de helft groen, maar tien dagen aan elektriciteit weggegooid
- Met windmolens het elektriciteitsnet in balans houden? Vandebron bewijst dat het kan
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in