Als Nederland op deze manier door gaat, zullen de klimaatdoelen niet behaald worden. Moet het gebruik van CCS uitgebreid worden om de CO2-doelen te behalen?
In Nederland zijn voor 2020 en 2050 doelen vast gelegd om de uitstoot van broeikasgassen te beperken ten opzichte van 1990. Maar we zijn niet op de goede weg. Uit cijfers van het CBS blijkt dat Nederland nog ver boven de 1990-grens zit. Eind 2012 is de CO2-uitstoot met maar liefst 6,9 miljoen ton toegenomen in vergelijking met 1990.
Vorige maand publiceerde Duurzaam Bedrijfsleven een artikel over kernenergie als omstreden optie om de klimaatdoelen te behalen. In dit laatste deel van ‘De lelijke eendjes in de vijver van de duurzaamheid’ wordt CO2-afvang, -transport en –opslag (Carbon Capture and Storage) behandeld als tweede omstreden optie.
De ontvangst van Carbon Capture and Storage (CCS) is in Nederland vooralsnog lauw geweest. In 2010 maakte de regering bekend dat de geplande CO2-opslag onder land in Barendrecht niet door zou gaan. De bevolking van Barendrecht had zich massaal tegen het project gekeerd. Ook het geplande Rotterdamse Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD-project) gaat mogelijk niet door, vanwege financiële problemen van E.ON en GDF Suez. De twee energiebedrijven hebben zich niet gehouden aan de afspraken met de gemeente Rotterdam.
CCS lijkt dus aantrekkelijk te zijn als manier om de gevolgen van de CO2-uitstoot te beperken. Maar publieke instemming, de veiligheid en bekostiging van CCS vormen obstakels.
De vraag rijst: vormt Carbon Capture and Storage (CCS) een realistische manier om tot CO2-reductie in Nederland te komen?
De techniek CCS
CO2-afvang, -transport en -opslag is de techniek waarbij CO2 in de lucht met een speciale installatie wordt afgevangen en opgeslagen. Op die manier kunnen CO2-gassen die worden uitgestoten geen klimaatschade veroorzaken. De CO2-gassen worden getransporteerd via een pijpleiding naar een daarvoor aangewezen gasveld.
Na transport en compressie kan het worden opgeslagen in de diepe ondergrond zoals lege gas- en olievelden. Dit gebeurt op twee tot vier kilometer diepte. Als het veld vol is, wordt het – heel geavanceerd – afgesloten met een grote betonnen plug.
Een klein aantal gebruikers van olie en gas is verantwoordelijk voor het grootste deel van de CO2-uitstoot in Nederland. Dit zijn elektriciteitscentrales, raffinaderijen, chemische industrieën, de staalindustrie en cementproducenten. Het afvangen van CO2 is hier niet zo moeilijk omdat het bij deze bronnen gaat om grote, min of meer geconcentreerde stromen.
CCS kan volgens het Internationale Energieagentschap (IEA) wereldwijd voor 20 procent bijdragen aan het behalen van het CO2-doel van 2050. Het IEA schrijft hierover: “CCS kan dus een unieke en vitale rol hebben in de wereldwijde transitie naar een duurzame economie, zowel in energieopwekking als in de industrie.” Ook het Intergovernmental Panel on Climate Change, het wetenschappelijke klimaatbureau binnen de Verenigde Naties, ziet een rol weggelegd voor CCS bij het behalen van de CO2-doelen.
Huidig gebruik van CCS in Nederland
Die mening deelt de Nederlandse Rijksoverheid die stelt dat CCS “een overgangsmaatregel [is] op weg naar een duurzame energiehuishouding”. De Rijksoverheid denkt dat er zo'n 40 jaar nodig is voor deze overgang en dat vervolgens CO2-opslag overbodig wordt.
CCS is een overgangsmaatregel op weg naar een duurzame energiehuishouding.
Rijksoverheid
CCS wordt momenteel in Nederland nog niet op grote schaal toegepast. CO2-opslag vindt in Nederland alleen plaats onder zee. Sinds 2004 filtert Nederland bij gaswinning uit de Noordzee CO2 uit het gas. Dat wordt in een leeg gasveld geïnjecteerd. Zo is sinds 2004 ongeveer 60.000 ton CO2 opgeslagen in dit zogeheten K12-B-project. Maar het is een druppel op een gloeiende plaat. De totale CO2-uitstoot bedroeg in 2012 in Nederland namelijk 166,1 miljoen ton.
Er zijn plannen geweest om ook onder land CO2 te gaan opslaan. In Noord-Nederland zouden geschikte lege gasvelden zijn voor CO2. Ook in Barendrecht waren plannen. Omdat er veel maatschappelijke weerstand was, werden die plannen afgeblazen.
Kosten
Een belangrijke reden waarom CCS nog niet op grote schaal in Nederland wordt toegepast is financieel van aard, vindt Catrinus Jepma, hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit van Groningen: “CCS vormt voor bedrijven een grote kostenpost, die ze momenteel niet kunnen gebruiken”. Daarmee doelt hij op de economische crisis.
CCS vormt voor bedrijven een grote kostenpost, die ze momenteel niet kunnen gebruiken
Catrinus Jepma, Hoogleraar Energie & Duurzaamheid
En waarom CO2 opslaan als je het ook (bijna) gratis in de lucht mag pompen? Bedrijven die veel fossiele energie verbruiken hebben te maken met een maximumhoeveelheid CO2 die zij mogen uitstoten. Komt de emissie daar bovenuit, dan moet het bedrijf CO2-emissierechten op de Europese CO2-markt. Door dit Emission Trade System kan het op termijn mogelijk zijn dat de kosten van het uitstoten van CO2 hoger zijn dan de kosten van het afvangen en opslaan. Het probleem is dat momenteel de CO2-rechten nog erg goedkoop zijn door een overschot hier aan. Op die manier is CCS niet aantrekkelijk voor bedrijven.
De kosten bij CCS zitten voor het overgrote deel in de afvang van het gas: 80 procent. De rest van de kosten zijn gelijk verdeeld over het transport en de opslag. Volgens Dr. Paul Fennell, docent en onderzoeker Clean Energy aan het Imperial College in Londen, kost de afvang van één ton CO2 zo’n €50. Transport en opslag kosten volgens hem tot €7 per ton per 250 kilometer. Daarna is er nog een grote onzekere factor over het toezicht op de langere termijn. Omdat we nog niet weten hoe CO2 onder de grond zich zal gedragen zal dat toezicht volgens Fennell tussen de €1 en €70 per opgeslagen ton CO2 kosten.
Mogelijkheden
Volgens Machteld van den Broek, onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht, kan CCS 20 megaton CO2 per jaar in 2020 opvangen in Nederland en in 2050 40 tot 80 megaton.
Als er in 2020 dus 20 megaton CO2 per jaar wordt afgevangen en opgeslagen wordt, kost alleen de afvang al naar schatting €1 mrd voor de afvang. Voor 2050 komt het bedrag neer tussen de €2 mrd en €4 mrd.
Voor een individueel bedrijf loopt dat snel in de papieren. Het opwekken van energie met gas en kolen kost volgens Fennell tussen de €0,03 en €0,06 per kilowattuur. Het opwekken van energie met gebruik van CCS kost tussen de €0,04 en €0,10 per kilowattuur. Dit kan dus het dubbele bedrag zijn. Dat telt op tot forse bedragen, helemaal voor grootverbruikers die meer dan een miljoen kilowattuur per jaar verbruiken.
Maar op grote schaal loont het. Volgens het IEA zullen de kosten voor het halen van de klimaatdoelstellingen in scenario’s zonder CCS tenminste 70 procent hoger liggen dan in scenario’s waarin CCS wel wordt toegepast.
Veiligheid
Een andere reden dat CCS nog niet is doorgebroken zit in de veiligheid – en dan vooral in de publieke opinie dat CCS onveilig zou zijn. Voor de opslag van CO2 is een CO2-opslagvergunning nodig. Hiervoor gelden strenge veiligheidseisen. Deze eisen staan in de Mijnbouwwet.
Het grootste gevaar ligt volgens de Rijksoverheid niet bij de opslag van CO2, maar bij het transport. Het transport verloopt via buisleidingen. Indien er een lek ontstaat, kan CO2 in grote hoeveelheden vrij komen. In kleine hoeveelheden is CO2 niet schadelijk voor de menselijke gezondheid. In grote hoeveelheden is CO2 wel gevaarlijk, omdat het gas door zijn gewicht zuurstof verdringt.
Talloze andere gassen en chemische producten waar we overal mee werken zijn veel gevaarlijker dan CCS
Catrinus Jepma, Hoogleraar Energie & Duurzaamheid
Hoogleraar Jepma maakt zich geen zorgen over de veiligheid van CCS. “Daar heb ik me nooit zo druk over gemaakt. Talloze andere gassen en chemische producten waar we overal mee werken zijn gewoon veel gevaarlijker”. Nederland heeft bovendien vele jaren ervaring met gastransportleidingen en scenario's van eventuele lekkages. De veiligheidssystemen zijn geavanceerd en de eisen zijn hoog. Hierdoor achten deskundigen de kans op ongelukken klein. Als er een lekkage is, zijn de veiligheidssystemen zo ingericht dat er slechts beperkte hoeveelheden gas vrijkomen. Bij CO2 zou het in zo'n geval om ongevaarlijke concentraties moeten gaan.
Een ander veiligheidsvraagstuk bij CCS vormt onderzoek dat zegt dat grootschalige opvang van CO2 kleine aardbevingen kan veroorzaken. Omdat nog nergens op grote schaal CCS wordt toegepast is niet duidelijk wat het effect daarvan kan zijn. Critici van CCS zeggen daarom dat het gebruik van CCS een veiligheidsrisico heeft. Volgens de Rijksoverheid wordt echter uitgebreid onderzocht welke gebieden geschikt zijn voor veilige CO2-opslag. Volgens Jan Brouwer, leider van het Nederlandse onderzoeksproject naar CO2-opvang, zijn de lege aardgasvelden uitermate geschikt voor veilige opvang van CO2: “Kooldioxide is weliswaar niet hetzelfde als aardgas, maar veel van de gasreservoirs bevatten van nature een grote hoeveelheid CO2. Ook deze kooldioxide zit al miljoenen jaren gevangen in de ondergrond.”
Jepma’s conclusie over de veiligheid is dat het vooral een imagokwestie is. “Publieke acceptatie vormt een belangrijke barrière. Ik geloof zelf dat dit de buitenkant van het verhaal is. De werkelijkheid zou wel eens kunnen zijn dat grote energiebedrijven in Europa de laatste jaren financieel zo zijn verzwakt dat ze er CCS voorlopig niet bij kunnen hebben.”
Toekomst voor CCS?
Over de mate waarin CCS toegepast moet worden zijn de meningen verdeeld. Door verschillende wetenschappers wordt echter wel erkend dat een grotere rol voor CCS in Nederland noodzakelijk is om de CO2-doelen te behalen. Volgens Jepma moeten de nadelen van CO2 in de lucht en onder de grond afgewogen worden. Voor hem is de eindsom echter duidelijk: “Liever CO2 in de grond dan in de lucht.”
Volgens Pieter Boot (sectorhoofd Klimaat, Lucht en Energie bij het Planbureau voor de Leefomgeving) komt Nederland niet onder het gebruik van CCS uit. “CCS is op den duur altijd nodig. Het is niet alleen voor de elektriciteit, maar ook voor industrie.” Gascentrales vormen volgens Boot immers de back-up voor de situaties waarin door weersomstandigheden geen gebruik gemaakt kan worden van wind- en zonne-energie. Bij die gascentrales komt CO2 vrij, dat volgens Boot vervolgens “opgevangen moet worden met CCS. Het doel in een elektriciteitssysteem met lage emissies is dat je wel gascentrales hebt, die zo min mogelijk worden gebruikt.”
CCS moet gebruikt worden als het echt niet anders kan.
Bas Eickhout, Europarlementariër voor Groen Links
Bas Eickhout, Europarlementariër voor Groen Links, vindt dat CCS alleen toegepast kan worden in de sector waar er geen mogelijkheid is om CO2-uitstoot te beperken. “CCS moet alleen toegepast worden in industrie, waar nodig. Op die manier vormt CCS een back-up, voor als het niet anders kan.”
Er liggen mogelijkheden voor CCS in het verschiet om financieel aantrekkelijker te worden. Daarbij valt te denken aan een prijsstijging van de CO2-emissierechten en onderzoek bij de geplande CCS-demonstratieprojecten.
Boot, Eickhout en Jepma zijn in ieder geval eensgezind dat CCS noodzakelijk is om de het doel van 80 tot 95 procent CO2-reductie voor 2050 te behalen. Maar zij zijn het er ook over eens dat CCS niet mag leiden tot een soepeler emissiebeleid.
Foto: Gonnie van de Gans via Blogspot
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in