De Nederlandse energietransitie heeft een probleem. In 2030 wil het kabinet 120 terawattuur elektriciteit opwekken uit zon en wind om de CO2-uitstoot met 55 procent te verlagen. Maar nieuwe zon- en windparken kunnen niet altijd aangesloten worden op het elektriciteitsnet, omdat dit vol zit en het aanbod aan groene stroom op zonnige en winderige dagen niet aankan. De stroomprijs is dan vaak nul. Als na 2025 de SDE-subsidie voor wind- en zonneparken wordt afgeschaft, lijden ze op zulke momenten verlies en wordt het minder interessant om ze te bouwen. De oplossing: batterijen in grote zeecontainers om groene stroom tijdelijk in op te slaan.
Meer groene stroom
Dat geldt vooral voor zonne-energie, omdat die slechts op beperkte tijden overdag wordt opgewekt en vooral ’s avonds wordt gebruikt, terwijl het ’s nachts gewoon doorwaait. Uit een rapport van CE-Delft in opdracht van RVO bleek vorig jaar dat er met 5,5 gigawatt aan batterijopslag voor 7,5 gigawatt aan extra zonneparken op het bestaande net kan worden aangesloten. Dat is 5 terawatt aan groene stroom per jaar extra. Genoeg voor 2 miljoen huishoudens en goed voor 1,6 tot 2,2 miljoen ton CO2-reductie per jaar. Dit soort batterijen versnellen de energietransitie, omdat zonneparken – daaronder vallen ook grote platte daken vol zonepanelen – met batterijen een kleinere aansluiting kunnen krijgen op het net en hun stroom beter over de dag kunnen verdelen. Bedrijven(terreinen) met een batterij profiteren ook van een kleinere aansluiting en zijn in staat meer eigen stroom te gebruiken in plaats van terug te leveren aan het net. Ook bij de uitbreiding van het net kunnen dan meer zonneparken worden aangesloten. Helaas zijn dit soort batterijen op dit moment niet rendabel voor ontwikkelaars.
Gridbatterijen
Je kunt namelijk op verschillende manieren geld verdienen met een batterij. Bijvoorbeeld door stroom te leveren op momenten dat kolen-, gas- en kerncentrales te weinig leveren en stroom op te slaan als er te veel stroom op de markt komt. Daarmee voorkomen de netbeheerders netcongestie en onbalans op het net. Dit soort batterijen worden gridbatterijen genoemd. Zo’n businesscase is volgens het onderzoek van CE Delft dit jaar al rendabel omdat netbeheerders als TenneT een vast bedrag betalen om deze batterijen in te zetten. Ze dragen echter niet bij aan de CO2-reductie, omdat ze geen extra groene stroom leveren.
Geen stroom weggooien
Batterijen die een overschot aan zon- en windstroom opslaan, kunnen die stroom later op de elektriciteitsmarkt EPEX aanbieden. Dat voorkomt dat er groene stroom moet worden weggegooid. Bij zonneparken lijkt dat pas vanaf 2030 rendabel. Batterijen die alleen voor dit doel worden ingezet, hebben volgens het onderzoek tot die tijd een onrendabele top van 85.000 euro per megawatt batterijvermogen. Om de milieuwinst hiervan te verzilveren moet de overheid dit soort batterijen dus stimuleren via subsidies (SDE++ voor uitgestelde levering van stroom of een investeringssubsidie), lastenverlaging (verlagen transportkosten), het verhogen van de CO2-prijs van grijze stroom of door het aanbieden van goedkope financiering. Per 1 januari dit jaar is de dubbele energiebelasting voor de opslag van stroom in batterijen al afgeschaft, wat een van de drempels wegneemt.
Eerder aangesloten
Een andere oplossing vormen tijdelijks contracten met netbeheerders. Zo sluiten netbeheerders als Alliander tijdelijke contracten af met zonneparken met batterijen. Daarin spreken ze bijvoorbeeld af dat het park overdag zonnestroom opslaat in de batterij en die pas ’s avonds aan het net levert. Op die manier wordt netcongestie voorkomen en kan een zonnepark jaren eerder op het net worden aangesloten.
Bij windparken zijn dit soort batterijen nooit rendabel te maken, omdat die langere periodes draaien en er een hele grote, dure batterij nodig is om geen stroom te hoeven weggooien. De meeste capaciteit van de batterij wordt ook slechts een paar keer per jaar gebruikt.
Opstapelen businesscases
“Voor alle opslag geldt dat je businesscases moet opstapelen”, zegt Jasmijn Kleij innovatieanalist slimme energiesystemen bij TKI Urban Energy, dat binnen de topsector energie-innovaties en samenwerking stimuleert. “Een van de businesscases is vaak niet genoeg om technologie voor energieopslag rendabel te maken.”
Nu wordt grootschalige batterij-opslag vooral ingezet tegen netcongestie en onbalans op het net. Beheerder Tennet van het landelijke hoogspanningsnet heeft al voor 28 gigawatt aan aansluitverzoeken voor batterijen in behandeling. De regionale netbeheerders nog eens voor 6 gigawatt, dus in totaal voor 34 gigawatt. Een groei van 77 procent sinds oktober vorig jaar. “Toch is er voor batterijen bij zonneparken nog niet echt een businesscase”, stelt Kleij vast. “Want als je daarmee stroom voor het tegengaan van netcongestie en onbalans wil opslaan dan moet je daar zo’n groot deel van je batterij voor reserveren, dat je niet genoeg ruimte overhoudt om te handelen op energiemarkten. Met aanvullend beleid, zoals de SDE++ voor uitgestelde levering kan die businesscase voor batterijen bij zonneparken gunstiger worden en kunnen er meer zonneparken gebouwd worden.”
Booming business
Het Nederlandse bedrijf Alfen is al 85 jaar actief in de energiemarkt. Zo bouwde het in de jaren 60 zijn eerste transformatorstation. Tegenwoordig levert het bedrijf ook oplaadpunten voor elektrische voertuigen. Evert Raaijen zette in 2011 de tak voor energieopslag op. “Dat is inmiddels booming business geworden. De projecten die we doen zijn steeds groter en gaan steeds meer naar de 20, 30 of 50 megawatt opslag en in megawatturen nog meer. Dat zijn vaak containeroplossingen”, zegt hij. Het bedrijf heeft Shell, Eneco, Vattenfall, Uniper, Greenchoice, maar ook Lidl als klant.
Logische plek
Alfen levert batterijen voor allerlei toepassingen. Bij festivals, bouwplaatsen en buitenevenementen vervangen ze de dieselaggregaten. Ze zorgen voor balans op het net, slaan overtollige zonne- en windstroom op, geven stroom aan laadpunten en worden gebruikt om te handelen op de stroommarkt. Volgens Raaijen is het traditionele energiesysteem veranderd. Naast de energiecentrales leveren wind- en zonneparken veel stroom, maar die is variabel en niet altijd voorradig en soms juist te veel. Batterijen zijn nodig om overschotten op te slaan. “Die kun je op alle plekken in je net opnemen, maar wij denken dat de meest logische plaats voor dit soort batterijen bij zon- en windparken is”, zegt hij.
Ongebruikte capaciteit opslaan
Batterijen koppelen aan zon- en windparken heeft volgens hem diverse voordelen. Ze stabiliseren het net, voorkomen netcongestie en verlagen de aansluitkosten van parken op het net. Met batterijen kunnen zon- en windparken een lokaal energienet vormen dat lokale partijen op elk moment van genoeg stroom voorziet. Alfen heeft al meerdere van die eiland- of micronetten aangelegd in Europa, onder andere in Finland. Maar het echt grote voordeel zit in het benutten van de ongebruikte capaciteit van zon- en windparken. De capaciteit van die parken is vaak veel hoger dan de gemiddelde capaciteit die ze nu aan het net leveren. Die stroom kun je opslaan in batterijen. Dat kan oplopen tot 90 procent van de opgewekte zonnestroom tot 60 tot 80 procent van de opgewekte windstroom. “Dat zijn significante getallen”, zegt Raaijen.
Modulair systeem
Tijdens vakbeurs Solar Solutions International demonstreerde Alfen zijn batterij voor zon- en windparken. De modulaire batterijsystemen die het bedrijf bouwt, zitten in een rek. Ze beginnen bij 1 megawatt en kunnen uitgebreid worden tot 100 megawatt, afhankelijk van wat er nodig is. “Het eerste project dat we hebben gebouwd, was een project van 5 megawattuur in Hongarije. Tegenwoordig is dat voor ons een klein project”, zegt Raaijen.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in