Was Remeha een kleine tien jaar geleden nog een traditionele cv-ketelboer, tegenwoordig biedt het bedrijf een breed pakket van klimaatsystemen aan. Van (hybride) warmtepompen en gebouwbeheersystemen tot totaaloplossingen voor de nieuwbouw. Met het oog op de energietransitie moest Remeha die transitie binnen eigen muren ook wel maken, vertelt Van Schayk, want de wereld verandert en als bedrijf moet je daarin mee.
Zo nam Remeha warmtepompspecialist Techneco over en breidde daarmee zijn assortiment van en kennis over warmtepompen verder uit. Met de Elga Ace, een hybride warmtepomp, verwacht het in de aankomende jaren veel impact te maken. Ook lanceerde Remeha het label Klimaat@Home: een concept dat bouwers en projectontwikkelaars volledig ontzorgt bij het selecteren, installeren en beheren van duurzame klimaatsystemen voor hun nieuwbouwprojecten. Ondertussen wordt de Hydra klaargestoomd voor de markt: een ketel die volledig op waterstof kan draaien.
“We zagen een jaar of tien geleden de trend naar all-electric ontstaan, waardoor gas in een steeds negatiever daglicht kwam te staan. Daar moesten we wat mee”, verklaart Van Schayk de transitie bij Remeha. “In plaats van onze hakken in het zand te zetten, zijn we wetenschap gaan bedrijven. We hebben een aantal huizen neergezet, van nul-op-de-meter woningen tot woningen die volledig op waterstof draaien, en zijn gaan meten. Zo kwamen we tot de conclusie dat all-electric niet dé oplossing is voor de energietransitie, zoals vaak wordt geroepen, maar dat er meerdere wegen naar een duurzame samenleving leiden. Wij geloven dat we een vorm van gas altijd nodig zullen hebben in de gebouwde omgeving en dat aardgas nog tientallen jaren een rol als transitiebrandstof vervult. Op die toekomst bereiden we ons voor.”
Waarom hebben we aardgas de aankomende decennia nodig?
“Begrijp me niet verkeerd: het realiseren van een all-electric (en daarmee aardgasvrije) nieuwbouwwijk is honderd procent mogelijk. Er zijn meerdere situaties denkbaar waar dat heel goed kan en betaalbaar is. Maar een all-electric samenleving? Dat kan simpelweg niet. Je hebt seizoensopslag nodig om de wintermaanden te overbruggen (waarin veel minder duurzame elektriciteit opgewekt wordt, red.) en daar schieten all-electric oplossingen tekort. Met batterijopslag overbrug je hoogstens een paar weken.
We hebben dus een vorm van gas nodig om zomer en winter, en soms dag en nacht, met elkaar in evenwicht te brengen. Wij verwachten dat groene waterstof die rol in de toekomst goed kan vervullen, maar tot die tijd hebben we aardgas hard nodig.”
Maar we willen toch juist van het aardgas af? De strijd tegen klimaatverandering is immers een race tegen de klok…
“We hebben ons de afgelopen jaren iets teveel laten leiden door kreten als ‘aardgasvrij’ en ‘van gas los’ en iets minder door de feiten. De realiteit is dat we aardgas nodig hebben als transitiebrandstof. Stel dat we definitief besluiten om de transitie naar een volledig elektrische samenleving te maken… Dan betekent dat ook dat we mensen moeten verplichten om zeer ingrijpende aanpassingen te maken achter hun eigen voordeur. Die zullen in veel gevallen gepaard gaan met een investering van tienduizenden euro’s. Kan je dat van mensen vragen of zelfs wettelijk verplichten? Ik verwacht het niet.
We hebben dus oplossingen nodig die zowel betaalbaarder als minder ingrijpend zijn. Een geleidelijke afbouw van aardgas helpt daarbij. Ik denk dat het rust zal geven. Voor de duidelijkheid: ik ben het er volledig mee eens dat we naar een fossielvrije samenleving moeten, maar niet halsoverkop. Als we het gebruik van aardgas in de aankomende twintig jaar met 80 tot 95 procent kunnen terugdringen, boeken we óók enorme winst.”
Als all-electric in veel gevallen niet de oplossing is, hoe verwacht je dat de energietransitie in de gebouwde omgeving dan wél zal verlopen?
“Ik verwacht een mengsel van allerlei duurzame oplossingen. En dat is ook nodig. Er bestaat niet één heilige graal waarmee we het klusje kunnen klaren. Alle huizen zijn anders en vragen daarom om verschillende verduurzamingsroutes. Welke route het beste past, hangt af van het type huis, de mate van isolatie, de hoeveelheid zonnepanelen op het dak, noem maar op.
Natuurlijk zal de ene oplossing dominanter zijn dan de andere. Wij verwachten dat waterstof bijvoorbeeld een grote rol zal spelen, want Nederland is bij uitstek geschikt voor een waterstofeconomie. Grootschalige waterstofproductie is hier goed mogelijk en de eerste plannen in die richting liggen al op tafel. We hebben een perfect distributienetwerk klaarliggen (het aardgasnet, red.) en met bestaande cv-ketels kan waterstof al tot 25 procent bijgemengd worden. De techniek om ketels volledig op waterstof te laten branden, is daarnaast geen hogere wiskunde: het gaat om andere brander-technologie en een stukje software. We verwachten over drie tot vier jaar een marktklare waterstofketel te kunnen lanceren.”
Dat klinkt als een behoorlijke gok. De waterstofeconomie staat vooralsnog in de kinderschoenen en kent veel uitdagingen…
“Dat klopt. De grootste uitdaging is opschaling, maar je ziet daar inmiddels veel gebeuren. Steeds meer bedrijven geloven in een waterstofeconomie en zetten de eerste stappen in die richting al. Wij verwachten daarom dat er steeds meer waterstofstromen zullen ontstaan in Nederland, van industriële spelers die hun reststromen aanbieden tot aanbod vanuit grote, offshore windparken en havengebieden.
Maar we moeten niet denken dat we over drie jaar een waterstofeconomie opgebouwd hebben. En we moeten ook niet de illusie hebben dat de prijs van waterstof in de aankomende jaren vergelijkbaar wordt met die van aardgas. Als we tussen 2025 en 2030 de eerste echte stappen in die richting gezet hebben, zijn we goed bezig. Tot die hebben we met een transitieperiode te maken, maar dat is helemaal niet erg. In die periode kunnen we ons aardgasgebruik namelijk al fors afbouwen, maar we kunnen nog niet zonder.”
Hoe zie je die transitieperiode voor je?
“We verwachten bij Remeha veel van de hybride warmtepomp. We hebben er dan ook eentje in ons productportfolio, die verenigbaar is met elke cv-ketel: de Elga Ace. Die installeer je naast je bestaande cv-ketel en neemt vervolgens een groot deel van de warmtevoorziening over. Zo elektrificeer je een groot deel van je warmtevoorziening, maar niet alles. Wanneer de hybride warmtepomp het niet langer in zijn eentje redt, springt de cv-ketel simpelweg even bij. Op die manier kun je elektriciteit en gas optimaal met elkaar balanceren.
Dit zal niet de enige oplossing worden in deze transitieperiode, maar wel een dominante. Wij zien de hybride warmtepomp als het nieuwe PV-paneel. Die werd zo succesvol omdat hij zowel duurzaam is als financieel wat oplevert. De hybride warmtepomp heeft dezelfde kwaliteiten: het is een veilige investering in duurzaamheid, met een vergelijkbare terugverdientijd als die van PV-panelen. We verwachten dat het de oplossing wordt voor 60 tot 70 procent van de bestaande bouw.”
Welke uitdagingen moeten volgens jou getackeld worden om de transitie in de gebouwde omgeving succesvol te maken?
“De handjes! Er moet genoeg kennis, kunde en installatiecapaciteit beschikbaar komen om deze transitie te maken. Dat is een dijk van een uitdaging. Daarnaast moet het besef ontstaan dat we aardgas nog wel even nodig hebben én dat dat helemaal niet erg is. Het hoeft een haalbare en betaalbare transitie niet in de weg te staan, maar kan die juist versterken. Daarom ben ik ook geen fan van termen als ‘aardgasvrij’, maar je moet natuurlijk wel een stip op de horizon hebben. Mijn suggestie? Haalbaar en betaalbaar naar CO2-neutraal.”
Beeld: Adobe en Remeha
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in