Tijdens de klimaatconferentie, COP27 in het Egyptische Sharm el Sheikh staat komende dagen het thema ‘fashion’ op de agenda. “Dat is heel bijzonder, want de kledingindustrie is één van de meest vervuilende sectoren van onze planeet”, zegt Ellen Mensink, oprichter van Loop.a.life. “Hoeveel wake-up calls hebben we nodig?”
Ieder jaar worden honderd miljard nieuwe kledingstukken gemaakt en meer dan de helft daarvan wordt al binnen een jaar na productie weggegooid. De productie van kleding en schoenen zorgt voor bijna 10 procent van de uitstoot van wereldwijde broeikasgassen. Dat is meer dan de scheep- en luchtvaart samen.
Watervervuiling
De industrie kent meer misstanden. Op dit moment is er binnen de klimaattop vooral aandacht voor de overstromingen in Pakistan, waar de Westerse landen verantwoordelijk voor worden gehouden. Maar een veel structureler waterprobleem in dat land wordt onder andere veroorzaakt door de mode-industrie, ziet Mensink.
“Het land is het op vier na grootste katoen producerende land ter wereld”, weet Mensink. De productie van katoen vraagt per kledingstuk tussen de 7.000 en 11.000 liter water. Extreme droogte in Pakistan, Kazachstan en Oezbekistan is het gevolg van het enorme waterverbruik voor de groei van gewassen, zoals katoen. En het verven van textiel zorgt voor grootschalige vervuiling van het water dat er wel is. Het Pakistaanse Institute of Development Economics berekende in maart dat 80 procent van de bevolking te maken zal krijgen met waterschaarste.
“Er moet dus drastisch iets veranderen. We kunnen niet zonder kleding en daarom moeten we het op een zo duurzaam mogelijke manier aanpakken, met circulaire kleding waarbij we zo weinig mogelijk water gebruiken, door katoen te recyclen," zegt Mensink.
‘Vier keer de wereld rond’
“Afgedankte kleding gaat wel vier keer de wereld rond en wordt vaak door kinderhanden gesorteerd”, zegt Mensink. Wat er vervolgens mee gebeurt, is niet duidelijk: het belandt in de verbrandingsoven of wordt op een niet duurzame manier verwerkt tot laagwaardig materiaal.
De verwachting is dat de productie van fast fashion tot 2030 zal toenemen met 60 procent. “Met nóg meer afval tot gevolg”, zegt Mensink. Op dit moment is slechts één procent van alle kleding gerecycled. En dat percentage bestaat vooral uit PET-flessen of industrieafval, niet uit oude kledingstukken.
Dat is volgens Mensink precies waar de grootste uitdaging ligt: “We moeten van oude kleding weer nieuwe kledingstukken maken. Alleen dan kunnen we de industrie verduurzamen.
Van oude kleding nieuwe kleding maken
“Wij werken aan een fully closed loop systeem”, stelt Mensink. Een gesloten keten waarbij alle grondstoffen behouden blijven. Alle afgedankte kleding die Loop.a.life binnenkrijgt wordt verwerkt tot nieuwe kleding. Wanneer de kleding van Loop.a.life oud en versleten is, worden daar ook weer nieuwe kledingstukken van gemaakt. “Dat wordt allemaal dichtbij en duurzaam geproduceerd.”
Duurzaam circulaire mode, daar gelooft de oprichter van Loop.a.life in. “Je moet je voorstellen dat wij in elk kledingstuk 35 tot 70 procent lokaal kledingafval verwerken. Die katoen of wol hoef je dus niet opnieuw te produceren. Dat vermindert de CO2 uitstoot enorm.” Loop.a.life hergebruikt naast de materialen ook de kleuren, waardoor er geen water en chemicaliën gebruikt worden in de productie van de collectie.
Dutch Design Week
Een deel van het productieproces liet Mensink zien tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. “Innovatie in de kledingindustrie is cruciaal”, ziet Mensink. Op de beurs liet Loop.a.life samen met Brightfiber Inside zien dat er inmiddels naast wol ook katoen- en denim garens zijn ontwikkeld en het kleurenpalet is uitgebreid. Ook was de ontwikkeling van dunnere garens te zien op de beurs, waarmee nu zelfs T-shirts en sweaters geproduceerd kunnen worden. Brightfiber Inside - een nieuw initiatief van Mensink – gaat in 2023 in Amsterdam een circulaire grondstoffenfabriek opzetten, gericht op de verkoop van garens en doek gemaakt van lokaal kledingafval.
Impact vergroten
Om deze duurzame ambities te halen moet Loop.a.life opschalen en de naamsbekendheid te vergroten. “Daarmee kunnen we uiteindelijk meer afvalstromen en kleuren uit de afvalberg verwerken. Daarnaast willen we meer soorten garen en doeken ontwikkelen om zo veel mogelijk mensen aan te spreken”, zegt Mensink. Daarom is Loop.a.life een crowdfunding gestart.
“Alleen gaat het ons niet lukken. We hebben hulp en investeringen nodig om groter te worden. Alleen dan kunnen we opschalen en impact genereren.”
Verhalen blijven herhalen
Het verhaal blijven herhalen is iets wat volgens Mensink werkt. “Ik sprak ooit een goeroe die steeds hetzelfde verhaal vertelde, maar net op een andere intrigerende manier. Ik zei: ‘Waarom doe je dat nu toch al zo’n lange tijd?’ Hij vertelde me dat je een goed en belangrijk verhaal wel twintig jaar opnieuw kunt vertellen voordat het bij mensen tussen de oren komt.”
Loop.a.life heeft als doel om een ‘global movement of changemakers’ te creëren. “Wie onze trui koopt, draagt het verhaal uit en vertelt het voort. Wear it and share it!”, zegt Mensink. Vol enthousiasme draagt ze het verhaal uit. Via online vraag- en antwoordsessies neemt ze geïnteresseerden mee in het verhaal van Loop.a.life.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in