Renewaball
Op tennisclubs wordt blik na blik tennisballen opengereten. En daar blijft het niet bij – met de opkomst van de sport padel nemen die aantallen alleen maar toe. Geschat wordt dat we jaarlijks meer dan 350 miljoen tennisballen gebruiken, en daar komen de – net iets andere – padelballen nog eens bij. Een groot deel daarvan belandt in de verbrandingsoven. Dat moet afgelopen zijn, vindt het Nederlandse bedrijf Renewaball.
“De ecologische voetafdruk van tennis- en padelballen is dus gigantisch”, zei CEO Hélène Hoogeboom tegen Change Inc. “Ook komen er bij iedere slag ontelbare deeltjes microplastics vrij, die we inademen of bij wedstrijden buiten in de grond komen.”
Renewaball bedacht een idee om oude tennis- en padelballen in te zamelen en te gebruiken voor de productie van nieuwe ballen. “Op dit moment staan op meer dan tweehonderd Nederlandse tennis- en padelverenigingen ballenverzamelbakken. Hier halen we periodiek alle afgedankte ballen op waarna we ze sorteren op merk. Daar volgt een geheim proces om de verschillende materialen van een bal van elkaar te scheiden, zodat we er nieuwe ballen van kunnen maken. Onze Renewaball-ballen zijn gemaakt van een combinatie van gerecycled en virgin rubber voorzien van vilt van biologische wol en katoen uit Europa. Op dit moment kunnen we van vier afgedankte ballen één Renewaball-bal maken. Al het overige materiaal wordt voor 100 procent gerecycled voor bijvoorbeeld rubberen tegels of meubilair.”
Sinds 2022 zijn de ballen van Renewaball goedgekeurd door internationale tennis- en padelfederaties. Ze mogen dus gebruikt worden op officiële toernooien. De ambitie is daarom verruimd: uitgroeien tot het nummer één merk ter wereld. Eerder dit jaar werd bekend dat de investeerder Rubio Impact Ventures ruim 3 miljoen euro in het bedrijf stopte. Daarmee wil Hoogeboom de productie opschroeven. “Met het geld willen we Renewaball verder uitrollen in Europa. We willen op meer plekken ballen ophalen die in Nederland gerecycled kunnen worden.”
Lees hier het hele interview met Renewaball.
CIRCULR.
Niet alleen tennisballen belanden in de verbrandingsoven, ook andere gebruikte sportartikelen worden met de vleet weggegooid. Denk aan shirts, bidons of pionnen. Oud-hockeyster Kim Lammers startte daarom samen met Floris Verheij en Fleur Nijland het bedrijf CIRCULR.
Net als Renewaball, zamelt CIRCULR. oude sportmaterialen in en maakt er nieuwe van. Verheij: “Renewaball legt de focus op één product. Wij richten ons op meerdere artikelen en meerdere sporten. We kijken welke reststromen er op clubs aanwezig zijn en hoe we die circulair kunnen maken. Dat betekent dat we samenwerken met diverse partijen: sportverenigingen, recyclingbedrijven, merken, en producenten. We blijven niet op ons eigen eilandje.”
CIRCULR. zamelt zelf het sportafval in, en werkt samen met het Tilburgse bedrijf Wolkat om er nieuwe artikelen van te maken. “Bij Wolkat wordt het afval gesorteerd en deels hergebruikt. Wat niet bruikbaar is, wordt mechanisch gerecycled tot stoffen. Daar maken wij bijvoorbeeld weer sporttassen van. Een andere stroom is polyester, een belangrijk materiaal voor de sportwereld. Miljoenen kilo’s polyester worden na een paar seizoenen dragen of sponsorwissels vervangen door nieuwe tenues. De oude recyclen we tot nieuwe garens. Dat gebeurt in Emmen, bij CuRe Technology.” Oude pionnen en bidons worden eerst vermalen tot korrels en daarna gebruikt voor nieuwe exemplaren.
Onder eigen naam worden die verkocht aan retailers en sportverenigingen. “Het assortiment bestaat onder andere uit circulaire sokken, shirts, bidons en pionnen. Aan wedstrijdtenues en trainingshesjes wordt nog gewerkt”, zegt Verheij.
Lees hier het hele interview met CIRCULR.
BEAT Cycling Club
Vaak wordt de fiets gezien als oplossing voor problemen. Ze voorkomen drukte op de snelweg, veroorzaken minder geluidsoverlast en stoten bovendien geen CO2 uit. Maar in het geval van professioneel wielrennen vórmt de fiets juist een probleem. Althans, dat vindt de wielerploeg BEAT Cycling Club. “Er wordt gekoerst over de hele wereld”, vertelde mede-oprichter Geert Broekhuizen. “Daarbij wordt elk team gedurende een rit gevolgd door volgauto’s. En iedere rit verslijten renners fietsen, bidons, shirts, voedselverpakkingen, enzovoorts.” Het gevolg: een grote impact op het milieu.
BEAT gelooft, en bewijst, dat dit anders kan. Sinds 2022 heeft de wielerploeg, bestaande uit vijftien profrenners die meedoen op het twee na hoogste niveau, zich voornamelijk ingezet op twee grote initiatieven. Allereerst: structureel rijden met elektrisch vervoer. “Dat zijn dus de volgauto’s en auto’s van onze verzorgers”, aldus duurzaamheidsman Twan van Schie. “Helaas lukt het ons nog niet om onze vrachtwagen en camper te elektrificeren. Dat is simpelweg omdat we nog niet de juiste technologie hebben gevonden die ons kan ondersteunen. Maar we hebben dus wel bewezen dat het rijden met elektrische auto’s bij touretappes mogelijk is.”
Daarnaast gaat de ploeg steeds vaker met de trein naar hun trainingskampen. “We zijn met de trein naar Girona in Spanje afgereisd. Al het materiaal ging in een container en reisde mee met een goederentrein. En alle renners reisden met Interrail-passen.” De ervaringen waren positief. “Enerzijds waren de renners huiverig, en dat snap ik heel goed. Je doet en laat alles om de beste wielrenner mogelijk te zijn, en dan kan je best schrikken van een reis van twaalf uur. Maar ze stonden open voor innovatie en waren welwillend, dat vond ik heel cool van ze. En uiteindelijk merkte iedereen: je hebt veel beenruimte en het treinreizen is ontspannen. Dus de jongens waren achteraf erg positief. Zelfs zo positief, dat ze voorstelden om de Ronde van Oostenrijk ook met de trein te doen. Dat hebben we toen ook gedaan.”
Lees hier het hele interview met BEAT Cycling Club.
Meer klimaatinnovatie uit Nederland:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in