Met vijftien gouden medailles en een zesde plek in de ranglijst waren het de succesvolste Zomerspelen voor Nederland ooit. Volgens de Olympische organisatie moest Parijs 2024 ook de meest duurzame editie ooit worden, onder meer door het gebruik van hernieuwbare energie, bestaande Olympische faciliteiten en duurzame mobiliteit. Of het streven uiteindelijk is gehaald, is nog niet bekend. Naar verwachting zal die kwestie de komende tijd nog worden onderzocht, al blijken veel maatregelen moeilijk te controleren.
Goud, zilver en brons
Wel valt er al iets te zeggen over de duurzaamheidsambities van olympische sportfederaties, zo blijkt uit recent onderzoek. Wetenschappers aan de University of Birmingham’s Centre for Responsible Business hebben namelijk de duurzaamheidsstrategieën van 34 internationale sportfederaties onder de loep genomen. Samen zijn zij verantwoordelijk voor alle huidige Olympische zomer- en wintersporten. Geheel in Olympische stijl kenden ze aan de openbare strategieën medailles toe: goud, zilver of brons. Sportfederaties die nog een flink tandje bij te zetten hebben, kregen een ‘DNF’, ofwel Did Not Finish. Er werd onder meer gekeken naar de aanwezigheid van een concreet uitgewerkte strategie, meetbare doelen en het bijhouden van resultaten.
Sportfamilie
Van de 34 federaties kregen er zeven een gouden plak: atletiek, biatlon, hockey, rugby, zeilen, schaatsen en skiën/snowboarden. De wetenschappers toonden aan dat die federaties niet alleen concrete strategieën hebben ontwikkeld om hun eigen bedrijfsactiviteiten en de evenementen die ze organiseren te verduurzamen, maar begrijpen ze ook dat hun gedrag doorwerkt op de wereldwijde ‘familie’ van amateursporters en toeschouwers. In een eerder interview met Change Inc. vertelde Twan van Schie (van de wielerploeg BEAT Cycling Club) dat sporters en federaties een voorbeeldfunctie hebben: “Onze eigen CO2-besparing is misschien relatief beperkt, maar als we andere mensen inspireren om het ook te doen, wordt die impact veel groter.”
Twaalf federaties kregen een DNF, waaronder tennis, basketbal, zwemsporten (bijvoorbeeld zwemmen, waterpolo en schoonspringen) en badminton. Volgens de onderzoekers leveren die federaties ‘verwaarloosbaar weinig publiek bewijs van hun betrokkenheid bij duurzaamheid’. Ook geven ze aan dat sommige van die federaties wel bezig zijn met het organiseren van kleinschalige acties, zoals het aansporen van kantoorpersoneel om minder papier te gebruiken, maar dat een grootschalige ambitie mist. Een gemiste kans, stellen de wetenschappers.
LA 2028
Het was inmiddels de derde keer dat de Olympische Zomerspelen in Parijs plaatsvonden. Daardoor kon er gebruik gemaakt worden van bestaande faciliteiten, hetgeen dus een CO2-winst zou opleveren ten opzichte van een locatie waar alles nieuw aangelegd moet worden. De volgende Zomerspelen (in 2028) worden gehouden in Los Angeles. Ook daar heeft het evenement drie keer plaatsgevonden. Volgens de organisatie moet de editie als eerste ‘energiepositief’ worden, wat wil zeggen dat er met hernieuwbare bronnen meer energie wordt opgewekt dan er gebruikt wordt voor de sportevenementen.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in