Onze fast fashion verslaving maakt 100 procent Europese kledingproductie onmogelijk

Met New Optimist maakt Xander Slager kleding met duurzame grondstoffen in een sociaal-atelier in Amsterdam. Ondanks dat hij zelf lokaal produceert, denkt hij niet dat het mogelijk is om de complete kledingproductie naar Europa te halen. Dat ligt vooral aan de manier waarop de sector nu is ingericht. “Sociale en duurzame problemen zijn eigenlijk in de keten gebakken”, zegt Slager. Hij werkte jarenlang in de kledingindustrie en concludeerde dat verandering van binnenuit onmogelijk is.

Lees ook: ASN Bank verliest geduld met kledingbedrijven en kiest de weg van de wet

De situatie in de kledingsector

Er zijn nagenoeg geen kledingbedrijven die eigen fabrieken hebben waardoor ze makkelijk verantwoordelijkheden kunnen afschuiven. En volgens Slager leidt negatieve berichtgeving over situaties in fabrieken er vooral toe dat bedrijven nog meer gaan uitbesteden en nog extra laag tussen henzelf en de wantoestanden inbouwen. Hij verwacht niet dat de situatie snel zal veranderen vanwege de winstlust van de kledingbedrijven en de koopverslaving van consumenten.

“Er wonen 1,4 miljard mensen in China en zo'n 15 miljoen in Bangladesh. Dus ik denk dat de lijst heel lang wordt van dingen die je niet kunt”, zegt Slager als reactie op de vraag of de kledingproductie grotendeels naar Nederland verplaats kan worden. “Dan zou het consumptiegedrag zo enorm moeten veranderen.” Zelfs als we heel Europa inzetten voor kledingproductie redden we het niet om de gewenste volumes te draaien.

Lees ook: Frankrijk komt als eerste Europese land met klimaat-impactlabel voor kleding

Productie dichter bij huis

René van Geer, oprichter van Secrid, is positiever over de kansen van productie dichter bij huis. Dat doet hij ook met zijn portemonnees. Zo doet het bedrijf zoveel mogelijk binnen een straal van 150 kilometer. Hij raadt andere ondernemers aan om de kansen van productie in Nederland goed te onderzoeken. “Ik denk dat mensen van tevoren vaak niet goed zien wat de echte kosten zijn van produceren in China versus de echte kosten in Nederland.”

Van Geer denkt dat zijn focus op Nederland hielp bij het opschalen van het bedrijf. “In de start-up tijd hadden wij heel veel geld nodig om te groeien. En juist omdat we het in Nederland deden en een hele korte cash conversion cycle hoefden we niet veel geld aan te trekken waardoor we zelfstandig konden blijven.”

Hij heeft geen ambities om met partijen buiten Europa te gaan werken. Zo heeft hij goede contacten in Kenia waar hij een goed doel steunt, maar hij wil daar geen leer gaan afnemen vanwege de grote watertekorten en de extra uitdagingen die dat oplevert. “Wij houden alles heel strikt in Europa”, concludeert Van Geer.