“De circulaire economie is een heel mooie uitdaging”, zegt Daverveldt. “Het gaat om een nieuwe manier van denken. Van lineair naar ketensluiting. Waardeketens moeten zich dus anders gaan organiseren.”
NEN, een private stichting zonder winstoogmerk, faciliteert in Nederland al meer dan honderd jaar de ontwikkeling en de toepassing van normen. Normen zijn vrijwillige afspraken tussen belanghebbenden over wat volgens de “state of the art” goed is. Deze afspraken kunnen betrekking hebben op veiligheid, kwaliteit, duurzaamheid, interoperabiliteit en efficiëntie.
“De mensen die hier werken vinden het heel erg mooi om een grote bijdrage te kunnen leveren aan belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Dat is ook wat mij persoonlijk drijft”
“Normen zijn essentieel voor innovatie met impact”, benadrukt Daverveldt. “Normen dragen bij aan vertrouwen en vertrouwen leidt tot marktacceptatie. Als je echt schaalgrootte wil krijgen met je innovaties en toegang wil krijgen tot internationale markten, is het handig als internationaal ook gelijke normen worden gehanteerd.”
Circulaire businesscases
NEN heeft in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu onderzoek gedaan naar een aantal circulaire business cases uit onder meer de Green Deals, die raken aan het thema circulaire economie. Daverveldt wijst op het voorbeeld van het hergebruik van kunststof leidingen. “We weten dat recycling van plastic heel belangrijk is. Tegelijkertijd is er een belangrijk obstakel. Voor de productie zijn in het verleden loodhoudende componenten gebruikt. Dat was veertig jaar geleden heel gangbaar, maar het stelt ons nu voor een dilemma: mogen we die leidingen nu nog hergebruiken?”
“Je komt dan voor een keuze te staan. Is hergebruik van loodhoudende componenten absoluut uit den boze? Dan volgt laagwaardige toepassing. Het alternatief is om met experts om tafel te gaan zitten om te onderzoeken hoe risico’s ingeperkt kunnen worden terwijl circulariteit mogelijk blijft. Dat is de kern van waar het bij NEN om draait.”
NEN heeft een netwerk opgebouwd met 5.000 experts uit de academische wereld, kennisinstellingen, bedrijven en overheden. “Daar ligt een enorme kennis”, zegt Daverveldt. “Zij zitten aan tafel onder begeleiding van NEN om nieuwe normen op te stellen. Zo ontsluiten we de beschikbare kennis, ook ten behoeve van de circulaire economie.”
Duurzame transities
Maar niet elke norm werkt als versnelling voor duurzame transities. Een norm die gebaseerd is op producten of processen uit de ‘oude economie’, kan vernieuwing in de weg zitten. Een belangrijk deel van het werk van NEN bestaat daarom uit het updaten van bestaande afspraken. Zo is met partijen betrokken bij injectie van groen gas in het aardgasnetwerk nagegaan op welke punten normen moeten worden aangepast. Ook zijn recyclers, opdrachtgevers en aannemers nu in gesprek over specificaties waaraan gerecyclede vangrails moeten voldoen om hergebruik mogelijk te maken.
Behalve markacceptatie dient normalisatie volgens de NEN-directeur ook als “codificering van de stand van de techniek”. Daverveldt: “Best practises die worden vastgelegd scheppen een kader waarbinnen verbetering mogelijk is. Dat leidt tot nieuwe technologie.”
Daverveldt trekt de vergelijking met de Formule 1. “Elk jaar komt de organisatie met een dik handboek waar de auto’s aan moeten voldoen. De ingenieurs gaan daarmee aan de slag om binnen dat kader de auto beter te maken. De stand van de techniek is daardoor de basis voor verdere innovatie. Uiteindelijk sijpelen die innovaties ook door naar de auto’s die we allemaal gebruiken.”
Veel innovatie vindt volgens Daverveldt juist plaats bij mkb-bedrijven. “Ook zij zijn er daarom bij gebaat normalisatie een plaats te geven in hun innovatiestrategie. Dit betekent concreet nadenken over hoe je omgaat met intellectueel eigendom: wat patenteer je, wat deel je met industrie-consortiumpartners en wat breng je in voor internationale normalisatie?”
Normalisatie staat vaak nog niet op de radar, constateert NEN. “Terwijl het een grote rol kan spelen bij het bereiken van schaalgrootte en markttoegang. De uitdaging die wij hebben, is om meer mkb en start-ups te betrekken in het normalisatieproces en het gebruik van normen te stimuleren.”
Publiek-private samenwerking
Een mooi voorbeeld van een startup die heel strategisch normalisatie heeft gebruikt ten behoeve van hun innovatie is Eternal Sun. De jonge Delftse producent van zonnesimulatoren om zonnepanelen te testen is inmiddels actief in een groot aantal landen. “Mede dankzij een normalisatietraject.”
“De uitdaging die wij hebben, is om meer mkb en start-ups te betrekken in het normalisatieproces”
Normen worden in de eerste plaats ontwikkeld voor en door de industrie. Normalisatie kan volgens Daverveldt echter ook een krachtig instrument zijn voor publiek-private samenwerkingen en om het zelfregulerend vermogen van de private sector te versterken.
“Juist ook voor de circulaire economie. Er zijn duidelijke doelstellingen vanuit de overheid en vanuit het bedrijfsleven. Daar kunnen we mee aan de slag. De overheid heeft het Rijksbrede programma circulaire economie opgesteld. Wet en regelgeving kan natuurlijk worden gebruikt om beleidsdoelstellingen te realiseren, maar het gevaar is dan dat innovatie gekortwiekt wordt. Daarom moet wetgeving in mijn ogen worden ingezet met doelvoorschriften, niet door te sturen met de middelvoorschriften. De techniek ontwikkelt zich immers vele malen sneller dan wetgeving. Daarom is het zo belangrijk dat overheden en marktpartijen in samenwerking tot afspraken komen met inachtneming van ieders rollen.”
In deze ‘new approach’ ligt volgens Daverveldt een belangrijke win-winsituatie. “De overheid profiteert van kennis en draagvlak in de markt. Tegelijkertijd hoeven bedrijven die normen volgen, niet steeds te bewijzen dat ze voldoen aan wet en regelgeving.”
Duurzame impact
De impact en potentie van normen blijkt volgens Daverveldt uit een recent Brits rapport, over de waarde van normalisatie voor de Engelse economie. Volgens onderzoeksorganisatie CEBR zijn normen zijn daar voor 37 procent verantwoordelijk voor de groei van de productiviteit. En 28 procent van de groei van het BNP komt voort uit het gebruik van normen. Daverveldt: “Dat zijn macro-economische cijfers. Maar ze zijn ook heel concreet. De impact wordt bevestigd door vele bedrijven groot en klein in diverse sectoren te bevragen over hun ervaringen.”
Om dat potentieel ook te ontsluiten voor de circulaire economie, wil Daverveldt graag de contacten versterken met partijen die de circulaire transitie aanjagen. “Dat kunnen zowel grotere als kleinere bedrijven zijn, overheden en kennisinstellingen. Ik wil senior beleidsmakers verbinden die bereid zijn te investeren in de circulaire economie. Niet alleen met geld, maar ook met tijd en expertise.”
Bij veel bedrijven is het kwartje nog niet gevallen dat normalisatie een belangrijk onderdeel kan zijn van innovatiestrategieën, constateert Daverveldt. En dat is ook niet vreemd. “Start-ups bijvoorbeeld, zijn vaak gedwongen te focusen op de korte termijn. Dan is een normalisatietraject van soms drie jaar niet voor de hand liggend. Maar er zijn ook andere manieren om die jonge bedrijven te betrekken.”
Dat begint bij bewustzijn, maar NEN innoveert ook zelf met zijn modellen om bedrijven te betrekken. “We zijn bezig met een crowdfundingplatform, om op een andere manier marktspelers te betrekken bij normalisatie. We proberen drempels weg te nemen en de toegang voor mkb’ers en startups te vergemakkelijken.
Daverveldt: “De mensen die hier werken vinden het heel erg mooi om een grote bijdrage te kunnen leveren aan belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Dat is ook wat mij persoonlijk drijft.”
Foto: NEN
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in