Dat betogen onderzoekers van TNO en het Duitse instituut Fraunhofer Umsicht. De twee instituten hebben vier scenario’s uitgewerkt waarin duurzame plastics een rol kunnen spelen in de toekomstige circulaire economie die de EU in 2025 voorstaat. Om bestaande belemmeringen weg te nemen en veelbelovende oplossingen te delen en te ondersteunen, hebben beide organisaties het European Circular Plastics Platform (CPP) opgericht.
1 miljard ton in 2050
Plastic is een fantastisch materiaal. Het is licht, waterdicht, relatief sterk, in vele vormen te gieten, goedkoop en het gaat lang mee. Het kent hoogwaardige toepassingen in onder meer levensmiddelenverpakkingen, auto-onderdelen of synthetisch textiel. Het meeste plastic gooien we echter na één keer gebruiken weg. Sinds de jaren 50 is de mens verslaafd geraakt aan plastic. Toen produceerde de wereld jaarlijks 2 miljoen ton plastic. Begin deze eeuw was dat al 250 miljoen ton, nu zo’n 500 miljoen ton en als dat zo doorgaat, is het in 2050 al ruim een miljard ton.
Verdubbeling CO2-uitstoot in 2025
Plastic heeft ook een donkere kant. Het veroorzaakt grote milieuproblemen. Jaarlijks komt 10 miljoen ton plasticafval in het milieu terecht. Het duurt honderd jaar voordat het daar afgebroken wordt. Microplastics vervuilen de oceanen en zijn via visconsumptie terug te vinden in het bloed van mensen. Bovendien wordt nu nog olie gebruikt om het te maken, een grondstof die de aarde uitput en die we uit landen met foute regimes moeten importeren. De VN becijferde eerder dat in 2050 maar liefst 20 procent van de globale olieconsumptie gebruikt wordt voor de chemische kunststofindustrie. Bovendien is de plasticproductie verantwoordelijk voor 4,5 procent van alle broeikasgassen die voor opwarming van de aarde en daardoor klimaatverandering zorgen, blijkt uit onderzoek. Dat is twee keer zoveel als Nederland en Duitsland nu uitstoten. Als dat zo doorgaat, zijn de CO2-emissies in 2050 verdubbeld of verviervoudigd.
Plastic niet verbieden
Moeten we dan maar van plastic af? De hashtag ‘plastic free’ op Instagram heeft al bijna 5 miljoen posts verzameld. Dat gaat de onderzoekers te ver. Alternatieven zoals glas en metaal zijn vaak slechter voor het milieu of hebben minder goede producteigenschappen. Bijvoorbeeld omdat er meer materiaal van nodig is, meer energie om het te maken of omdat auto’s en vliegtuigen er zwaarder van worden en dus meer brandstoffen gaan gebruiken. Daarom concluderen de onderzoekers dat plastic een belangrijk onderdeel van de economie zal en moet blijven. “Meer en meer mensen denken dat we van plastic af moeten. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is het niet haalbaar om op dezelfde manier door te gaan, maar ook niet om plastic helemaal te verbieden. Daarom hebben we een nieuwe, duurzame manier nodig om plastics te ontwerpen en te gebruiken”, zegt Stephen Kabasci van Fraunhofer Umsicht.
Nul vervuiling en klimaatneutraal
In hun whitepaper ‘How a future-proof, circular and sustainable plastics economy should look like’ schetsen de twee onderzoeksinstituten hoe zo’n duurzame, circulaire plasticbranche eruit moet zien. Die moet klimaatneutraal zijn, nul vervuiling veroorzaken en onafhankelijk worden van foute regimes buiten de EU. Om dat te bereiken, zijn er vier strategieën nodig die allemaal tegelijkertijd toegepast moeten worden.
Bij de eerste, die ‘narrowing the loop’ heet, gaat het erom geen producten meer te maken die we niet nodig hebben. De drie motto’s hierbij zouden moeten zijn: weigeren (refuse), heroverwegen (rethink) en verminderen (reduce). Zo wordt bespaard op onnodig materiaal- en grondstoffengebruik. “We moeten kinderen op de basisschool al leren dat ze geen producten hoeven te consumeren die ze niet nodig hebben”, zegt Jürgen Bertling van Fraunhofer Umsicht.
Strategieën voor de circulaire economie
Bij ‘operating the loop’ draait het om het gebruik van duurzame energie en herbruikbare grondstoffen – zoals biomassa – en het zoveel mogelijk beperken van afval en materiaalverlies. Bij de derde, ‘slowing the loop’ gaat het erom alle producten die we maken zo lang mogelijk te gebruiken en hun levensduur te verlengen. Dan gaat het om hergebruik (reuse), reparatie (repair), herfabricage (remanufacture), opknappen (refurbish) en voor een ander doel gebruiken (repurpose). De vierde strategie heet ‘closing the loop’. Die gaat over het inzamelen, sorteren en recyclen van plastics (recover, recycle, remine) om grondstoffen na de gebruiksfase te behouden. "De meeste ontwikkelingen richten zich op ‘closing the loop’. Dat is belangrijk, maar lang niet genoeg. Slechts 30 procent van het plastic wordt gerecycled. Daarom zijn de andere strategieën nodig voor een volledig circulaire economie", zegt Jan Harm Urbanus, senior wetenschapper op het gebied van circulaire plastics bij TNO.
De plastic waterfles als voorbeeld
Als je al deze strategieën toepast op een fles water dan kunnen mensen ook gewoon uit de kraan drinken en zo nodig prik toevoegen met een soda streamer-machine. PET-flessen zouden dan ook schoongemaakt en hergebruikt kunnen worden, in plaats van versnipperd tot plastic korrels, zoals nu gebeurt. Er zou ook bouwmateriaal van gemaakt kunnen worden. Ook kan de fles een stuk lichter en biobased gemaakt worden, waarbij de chemische industrie elektriciteit in plaats van aardgas gebruikt. Juist die aspecten worden volgens de onderzoekers nauwelijks meegewogen. Pas als dit niet kan, zouden fabrikanten de volgende stap moeten nemen, zoals recycling of in het slechtste geval: verbranden in afvalovens die energie opwekken. In het kader van een nieuwe afvalhiërarchie hebben de instituten een leidraad ontwikkeld met prioriteiten voor het maken en (her)gebruiken van plastic in elke fase.
Plastic vijf tot tien keer duurder maken
Om tot een circulaire plasticindustrie te komen moeten wetenschap, bedrijfsleven, onderwijs, politiek en burgers uit allerlei sectoren samenwerken. Nieuwe innovaties en recyclingtechnieken moeten beter ondersteund worden. Plastics moeten anders ontwikkeld worden, zodat ze langer meegaan en beter hergebruikt kunnen worden. Polymeren moeten niet meer van olie, maar van biobased materialen, gerecycled plastic en afgevangen CO2 gemaakt worden.
“Het huidige systeem is nu al aan het destabiliseren, onder meer door klimaatverandering, en moet veranderen. Daar hebben we nieuwe businessmodellen voor nodig”, zegt Esther van den Beuken van TNO. Nieuwe wet- en regelgeving moet daarbij helpen. “Bijvoorbeeld door het verbranden van recyclebaar plastic te verbieden, waar in Nederland over gesproken wordt. Of het vaststellen van een minimum hoeveelheid gerecycled plastic in nieuwe producten, waar de EU over denkt.”
Ook zouden er echte prijzen gerekend moeten worden voor plastic. “Plastic is veel te goedkoop omdat we de milieukosten niet mee rekenen. Eigenlijk zou de prijs van plastic vijf tot tien keer hoger moeten zijn, als je dat wel meerekent”, zegt ze.
Nieuw Europees platform nodig
Om al die partijen met elkaar in verbinding te brengen, te informeren en voor te lichten is een nieuw platform nodig, denken TNO en Fraunhofer Umsicht. Als onafhankelijke onderzoeksinstituten willen ze daar het voortouw in nemen en een Europees platform voor circulaire plastics oprichten: het CPP. Dit gaat onder meer workshops en rondetafelgesprekken organiseren en onderzoeken uitvoeren, maar ook alle partijen helpen om barrières te slechten en veelbelovende oplossingen verder te ontwikkelen. Het belangrijkste doel is een omslag teweeg te brengen bij het publiek én bij het bedrijfsleven. In Nederland sluit het platform aan bij het programma Circulaire Plastics, dat in acht jaar tijd 500 miljoen euro ontvangt uit het Groeifonds, waar TNO ook aan deelneemt. In Duitsland is Fraunhofer Umsicht bezig een nationale circulaire economie-strategie te ontwikkelen.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in