Gemeenten moeten om de zoveel tijd verhardingen in de openbare ruimte vervangen, zo ook de bestrating van de wijk Griffiersveld in Apeldoorn. In het traditionele proces wordt de oude straat eruit gesloopt en naar de afvalverwerker gebracht, waarna een aannemer de nieuwe straat erin legt. Dat moet meer circulair kunnen, dacht Sander Lubberhuizen, projectleider circulaire economie van de gemeente Apeldoorn. Financieel ondersteund door een innovatiesubsidie van Binnenlandse Zaken bedacht hij daarom een grondstoffenboekhouding voor alle materialen in de openbare ruimte aangesloten op een handelsplatform.
Circulair bouwen
“Het werkt als volgt”, begint Lubberhuizen die digitaal zijn verhaal doet. “Speciale auto’s – vergelijkbaar met de auto’s van Google – scannen met verschillende technieken de openbare ruimte. Zo verzamelen ze informatie over het materiaal waarover en waarlangs ze rijden, denk aan type steen, dikte van de steenlaag of hoogte van het trottoir en kleur. Deze informatie wordt gecombineerd met gegevens uit de gemeentelijke basis informatie (GBI).” De GBI is een database waarover elke gemeente beschikt en waar informatie te vinden is over aangekochte materialen. “Vervolgens koppelen we deze gegevens aan een online marktplaats. Eigenlijk een soort datingsite voor materialen. Vanuit het aanbod op het handelsplatform wordt er voor de gemeente gezocht naar een match met een andere partij, zoals een gemeente of aannemer, die weer gebruik kan maken van deze secundaire materialen. Zo faciliteren we circulair bouwen.”
De online marktplaats werd gebouwd door Excess Materials Exchange, een bedrijf dat eerder werd uitgelicht door ons.
Mensenprobleem
Lubberhuizen werd in de ontwikkeling bijgestaan door Koos Service Design, een ontwerpbureau gespecialiseerd in procesbegeleiding. Service design is een werkmethode die uitgaat van de behoefte van de gebruiker, vertelt Joost van Leeuwen van het bedrijf. “In dit project betekent het dat we om de tafel zijn gegaan met alle belanghebbenden, zoals gemeente, bouwers, ontwerpers en planologen. We brengen duidelijk en visueel onderlinge transacties in kaart en maken bespreekbaar wat partijen van elkaar nodig hebben.”
Volgens Van Leeuwen ligt de crux van vergroening ook juist bij deze interacties. “De transitie naar een duurzame maatschappij is geen technologisch probleem, het is een mensenprobleem. Door de juiste mensen bij elkaar te zetten en gezamenlijk oplossingen te verkennen, kun je een systeem veranderen.”
Meer partijen zijn bezig met platformen voor circulaire materialen. Dit bedrijf wil de Amazon worden van de circulaire economie.
Voorbeeldrol overheid
Volgens Lubberhuizen moeten gemeenten en andere overheden kartrekker zijn in dit soort systeemveranderingen. “Gemeenten kunnen dit risico dragen, het bedrijfsleven minder”, zegt Lubberhuizen. Als wij als launching customer onze nek uitsteken en laten zien dat het werkt, zullen andere partijen ook aanhaken.”
Na een succesvolle testfase, denkt Lubberhuizen dat de eerste match op de marktplaats eind dit jaar is gemaakt. Daarnaast is gemeente Ede betrokken bij dit project. Lubberhuizen: “Ik verwacht dat we in de toekomst steeds meer de waarde gaan inzien van de materialen die we als gemeente bezitten in de openbare ruimte. Als gemeente heb je al eens geïnvesteerd in de openbare ruimte, dus is het zonde om daar zomaar afstand van te doen. Gecombineerd met de grondstoffenboekhouding van de GBI en de marktplaats kunnen partijen bij nieuwe aanbestedingen rekening houden met materialen die beschikbaar zijn of dat binnenkort worden.”
Ook hoopt Lubberhuizen dat gemeenten onderling meer materialen gaan uitwisselen. “Er zijn 350 gemeenten in Nederland met allemaal personen zoals ik en we kennen elkaar niet eens. Met deze toepassing hoeft het wiel niet steeds opnieuw te worden uitgevonden. En volgens mij is dat belangrijk als we zo snel mogelijk ketens willen sluiten op weg naar een circulaire economie.”
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in