Windturbines worden ontworpen voor een levensduur van ongeveer twintig jaar. Daarna worden ze ontmanteld en vervangen door grotere, betere en efficiëntere exemplaren. “Vervangen is economisch rendabeler, terwijl de bladen vaak nog in goede staat zijn”, vertelt alumnus Stijn Speksnijder.
De eigenschappen die windturbinebladen sterk genoeg maken om hun werk te doen, vormen na ontmanteling juist de grootste uitdaging. Waar het merendeel van de windturbine prima te recyclen is, geldt dit namelijk niet voor de bladen. “De eerste windturbines worden nu ontmanteld, dus het probleem wordt nu langzaam zichtbaar. Maar de komende decennia gaan we dat steeds meer zien. Het gaat om gigantische hoeveelheden”, zegt Speksnijder.
Niet te recyclen
Wat maakt het recyclen van windturbinebladen dan zo lastig? De bladen zijn gemaakt van thermohardende composieten, legt Speksnijder uit. Die bestaan uit verschillende materialen, zoals pvc-schuimkernen en balsahout, die vervolgens met glasvezel en een epoxy- of polyesterhars (thermohardende kunststoffen) worden gebonden. Een chemisch proces zorgt ervoor dat al die verschillende materialen niet meer te scheiden zijn.
Het resultaat: een sterke constructie met goede mechanische eigenschappen, die bovendien bestand is tegen corrosie. Tegelijkertijd is het materiaal dus niet meer te recyclen. Voor Jelle Joustra, PhD-kandidaat aan de TU Delft, een reden om te onderzoeken hoe die thermohardende composieten kunnen worden hergebruikt in een circulaire economie.
Brug van windturbinebladen
Het afstudeerproject van Speksnijder is daar een onderdeel van. “Ik wilde de kwaliteiten die in dat blad zitten behouden, door het blad zoveel mogelijk in zijn originele vorm te houden. Toen ben ik op het ontwerp van een brug gekomen.” Zijn conceptontwerp is een brug voor fietsers en voetgangers, een constructie die over de gehele lengte wordt ondersteund door twee windturbinebladen. [image]
Speksnijder vond het belangrijk dat dit eerste ontwerp het verhaal zou vertellen. “Door te laten zien dat het windturbinebladen zijn geweest, kun je het probleem aankaarten.” Tegelijkertijd moet het ontwerp breed toepasbaar zijn in zoveel mogelijk steden. “Dat vraagt om een iets minder opvallend ontwerp. Het moet geen landmark zijn, die na één keer niet meer wordt gebruikt.”
Het ontwerp slaat aan, want inmiddels zit Speksnijder met verschillende gemeentes en marktpartijen om de tafel. “Ik wil het probleem ook echt grootschalig aanpakken, dus ik hoop dat nog meer gemeentes en afnemers zich gaan melden!”
Echt circulair
Naast de brug van Speksnijder zijn er meer innovatieve ontwerpen te zien. Afstudeerder Tjits Tuinhof maakte de behuizing van een autolader van versnipperd composietmateriaal van windturbinebladen. PhD-kandidaat Jelle Joustra ontwierp zelf meubels van kleinere stukken blad.
Is met deze ontwerpen het probleem van de recyclebaarheid van windturbines opgelost? Absoluut niet, stelt Speksnijder. “Veel belangrijker nog dan wat we er achteraf mee kunnen, is dat de bladen anders ontworpen worden.” Dat is precies de kern van het onderzoek van Joustra, die aanvult: “Van deze ontwerpprojecten leren we hoe we de bladen zo kunnen ontwerpen dat hergebruik echt mogelijk wordt.”
De ontwerpen van windturbinebladen zijn dit weekend nog te zien op de Dutch Design Week in Eindhoven. Locatie: Embassy of Sustainable Design, Innovation Powerhouse, Strijp T+R.
Lees ook:
- Windturbinebladen krijgen een tweede leven als stoeptegel
- Zo ziet de krachtigste windmolen ter wereld eruit
- Friesland ruilt stalen brug in voor biobased composiet
Beeld: Stijn Speksnijder, TU Delft
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in