Naast CTO Marcel Wubbolts op de bank ligt een groot zwart stuk kunststof. De vorm is niet direct thuis te brengen, maar er prijkt een herkenbaar glimmend logo op. “Dit is een engine-cover uit een Mercedes A-Klasse”, zegt Wubbolts. Het auto-onderdeel is gemaakt van het Ecopaxx-materiaal van DSM, een kunststof die voor 70 procent biobased is. Conventionele engine-covers worden van aluminium gemaakt, vooral omdat er nog geen kunststof bestond die tegen de hoge temperaturen onder de motorkap bestand was. Wubbolts: “Dat was de uitdaging. We hebben daar enorm in geïnvesteerd.”
Het resultaat is een auto-onderdeel dat een flink stuk lichter is dan voorheen. Dat bespaart brandstof. Het product is bovendien volledig CO2-neutraal. De wonderboon waar het materiaal van gemaakt is, neemt in zijn leven net zoveel CO2 op als de uitstoot van het productieproces. Toch heeft niet alleen die duurzaamheid Mercedes over de streep getrokken. “We kunnen concurreren omdat het ook een beter product is”, zegt Nicolaï. “Dus zelfs als de klant niet alleen duurzaamheid belangrijk vindt, gaan we er toch mee door.”
DSM komt voort uit de in 1902 opgerichte Staatsmijnen. Sindsdien heeft het bedrijf zich steeds opnieuw uitgevonden. Na de sluiting van de mijnen transformeerde DSM zich naar een bulkchemiebedrijf. De volgende ontwikkeling lag op het gebied van de fijnchemie.
Na een groot aantal acquisities en verkopen in de afgelopen jaren mag het concern zich nu specialist op het gebied van voeding, gezondheid en hoogwaardige materialen noemen.
Wat is de rode draad door die transformaties?
Nicolaï: “De sluiting van de mijnen was noodgedwongen. Daarna hebben we steeds de keuze gemaakt om meer waarde toe te voegen. Kern is dat we onze groeilijnen leggen langs grote wereldwijde trends en uitdagingen als klimaatverandering, grondstoffenschaarste en de sterk groeiende wereldbevolking. Daar maken we business van. Duurzaamheid is voor DSM een groei-driver.”
"DSM is voor Chinese begrippen niet groot, maar we worden opgemerkt omdat de duurzame invalshoek belangrijker wordt”
Het meest aansprekende voorbeeld daarvan zijn volgens de president van DSM Nederland de zogenoemde Eco+ producten. Dit is het deel van het portfolio dat aantoonbaar duurzamer is dan dat van de concurrentie. DSM ziet de duurzame producten beter renderen dan de rest van het portfolio. De verkoopcijfers van producten met het label Eco+ stegen sinds 2010 met 10 procent per jaar, terwijl de verkoop van andere producten geen stijgende lijn liet zien. Nicolai: “Eco+ is een moving target.” De lat ligt steeds hoger.
Wubbolts: “Rond 95 procent van de innovatiepijplijn binnen DSM bestaat uit Eco+-projecten, en meer dan 50 procent van de running business. Dat zal alleen maar meer worden. Kijk naar de uitkomsten van de klimaatconferentie in Parijs. Kijk naar de CO2-beprijzing die er waarschijnlijk aan komt. Alles wat je beter en duurzamer doet dan je concurrent, wordt snel meer waard.”
Hoe ontloop je de wet van de remmende voorsprong?
Nicolai: “Om dat waar te maken moet de organisatie snel en flexibel zijn. We ontwikkelen allerlei duurzame, hernieuwbare alternatieven zoals tweede generatie biobrandstoffen en bioplastics. Tegelijkertijd moet je de targets voor innovatie niet te hoog neerleggen. We mikken op 20 procent: elke vijf jaar vervangen we het hele productportfolio. Dat is ambitieus maar het werkt voor ons goed. Ga je sneller, dan jaag je jezelf over de kop.”
"Alles wat je beter en duurzamer doet dan je concurrent, wordt snel meer waard"
Wubbolts: “Dat is ook niet nodig. Processen die al lang bestaan kunnen we ook verbeteren. Engineers op de werkvloer hebben heel creatieve ideeën om verbeteringen door te voeren. Bestaande installaties kunnen duurzamer draaien met andere energiebronnen en duurzame grondstoffen. We zijn een groot bedrijf met veel assets, maar we zijn toch wendbaar.”
Waar zijn de grootste stappen mogelijk?
Wubbolts: “Er zijn twee grote brokken: materialen en voeding. In voeding boeken we veel procesverbeteringen, maar introduceren we minder snel nieuwe basismaterialen. Wel nieuwe applicaties of vormen. Vitamines zijn vitamines. In de materialentak lanceert DSM meer nieuwe producten.”
De CTO wijst op de recente lancering van het tapijt Niaga. “Dat bestaat uit een mono-materiaal dat voor 100 procent recyclebaar is. Het grote probleem van conventioneel tapijt is dat de rug uit rubberachtige componenten bestaat, die moeilijk te scheiden zijn van de rest. Bij Niaga is de toplaag gemakkelijk verwijderbaar met stoom. Je kunt die laag vervangen terwijl de rug blijft liggen. Wij denken dat dit de tapijtindustrie een enorme boost gaat geven.”
“Een ander voorbeeld is biobased verf, die we samen met bouwmarktketen Praxis op de markt brengen. We dachten dat biobased een goede salespitch was. Maar de verf slaat vooral aan omdat er geen vluchtige organische componenten in zitten. De verf is dus reukloos. Als je er de kinderkamer mee verft, kun je er bij wijze van spreken dezelfde dag een baby in laten slapen. De performance is altijd leidend.”
"Dat is een moeilijke beslissing, ook al is het duidelijk een goed idee"
Moet je de industrie deze toepassingen hapklaar voorleggen?
Wubbolts: “We hebben over de verf gesproken met onze normale partners, de verffabrikanten in de waardeketen. Maar dergelijke grote spelers hebben al veel bestaande assets en bestaande business. Als zij met DSM in zee gaan zouden ze een deel van hun bestaande business pijn doen. Dat is een moeilijke beslissing, ook al is het duidelijk dat het een goed idee is. Daarna zijn wij met hun klant Praxis gaan praten. Die gesprekken hebben ertoe geleid dat we nu zelf de verf maken. Dus we zijn er met een ander businessmodel mee aan de slag gegaan. De verffabrikant komt er nu achter dat ze mogelijk een kans gemist hebben.”
Wat verandert er wanneer je zelf met eindproducten komt?
Wubbolts: “Je moet anders overtuigen. Een van mijn collega’s heeft contact met een sportschoenenfabrikant. De eerste keer kwamen we daar binnen met een klos Dyneema-garen, het sterkste vezel ter wereld. Wij vinden dat een geschikt materiaal om schoenen te produceren. Maar die fabrikant kon er weinig mee. De volgende keer hebben we een hele schoen meegenomen. Dan zie je dat het essentieel is dat je begrijpt wat belangrijk is voor eindfabrikanten en bijvoorbeeld retailers. Dat leidt tot andere innovaties en je wordt niet geblokkeerd door partijen die je tegenhouden. Innovatief kijken naar de keten is een trend bij DSM.”
Wanneer schaft DSM aardolie af als grondstof?
Nicolaï: “Daar zitten we dubbel in, omdat een deel van onze producten olie-gebaseerd is. De lage olieprijs van dit moment is een hick-up in de ontwikkeling naar een circulaire economie.”
Wubbolts: “In Nederland en Europa is de term circulaire economie bijna synoniem met recycling. Maar de recyclingketen krijg je nooit 100 procent gesloten. Er treden altijd verliezen op. Die verliezen moeten worden aangevuld. Dat kan met petrochemie, maar dat is geen gesloten kringloop. Maar er is nog een cirkel in de circulaire economie, de biobased kringloop. Dat hoor ik in Nederland veel te weinig. Je hebt de circulaire economie te pakken als je biobased en recyclingketens samen kunt laat werken.”
Nicolaï: “Het zijn twee in elkaar grijpende tandwielen.”
Wubbolts: “Je kunt dan zelfs naar meer dan 100 procent efficiency. De engine-cover die we hebben ontwikkeld voor Mercedes is nu nog voor 30 procent van fossiel materiaal. DSM zou die uit 100 procent biobased grondstoffen kunnen produceren. De technologie bestaat al, maar daarvoor zijn investeringen in grote fabrieken nodig.”
"Je hebt de circulaire economie te pakken als je biobased en recyclingketens samen kunt laat werken"
DSM zet voor zijn groeiambities fors in op opkomende markten als China, India, Rusland en Latijns-Amerika. Een doelstelling voor het afgelopen jaar was om in China $ 3 mrd omzet te noteren.
Hoe kijkt de Chinese markt aan tegen duurzaamheid?
Nicolaï: “China heeft te maken met grote milieuproblemen als smog en vervuiling. We zien dat daar de wal het schip moet keren. Als duurzaam bedrijf kun je daar een belangrijke groeimarkt aanboren. CEO van DSM Feike Sijbesma , zit in de adviesraad van de Chinese regering over dit onderwerp. Dat zegt wel iets. DSM is voor Chinese begrippen niet heel groot, maar we worden opgemerkt omdat de duurzame invalshoek belangrijker wordt.”
Wubbolts: “In het actuele vijfjarenplan van de Chinese regering staat duurzaamheid hoog op de agenda. Er is daar ook vanuit de samenleving veel oppositie tegen vervuilende industrieën. Het voordeel van een land met een planeconomie is dat als de overheid besluit om duurzaamheid te implementeren, het ook zal gebeuren. Dat is niet democratisch, maar het maakt snelle wijzigingen mogelijk. We zien dit gebeuren in aanbestedingstrajecten.”
Met welke partijen zoekt DSM samenwerking?
Wubbolts: “Er zijn meerdere trends voor DSM van belang, onder meer biobased materialen en biomedische materialen. Voor beide domeinen hebben we een publiek-private samenwerking opgezet onder de noemer Inscite. Kennis en innovatie vanuit de wetenschap en participatie vanuit de overheid combineren we met ons eigen onderzoek en onze marktkennis om tot processen te komen. Start-ups die een paar 100 kilo van product willen maken krijgen dat niet voor elkaar omdat ze de infrastructuur niet hebben. Investeerders willen daar niet instappen omdat ze niet investeren in proeffabrieken. Die investeringen zijn op deze locatie al gedaan. We proberen zo gezamenlijk de ‘death valley’ tussen kennis en commerciële toepassing op te heffen. Zo positioneert DSM zich als aanjager van innovatie.”
Nicolaï: “Grote overnames liggen voor DSM voorlopig niet voor de hand. We hebben de afgelopen jaren al voor miljarden acquisities gedaan. Nu werken we aan integratie: groeien vanuit het portfolio dat we hebben opgebouwd. Om verder te innoveren hebben we partners nodig. Je kunt niet alle kennis zelf in huis hebben. Je moet samenwerken met anderen. Dat is voor DSM het model, maar ook voor de hele Nederlandse economie.”
Foto's: DSM
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in