Dit opiniestuk werd geschreven door Jan Lenstra, CEO van milieudienstverlener en afvalverwerker Veolia
Er is meer dan genoeg plastic om te recyclen, kopte Het Financieele Dagblad eerder dit jaar. Gevestigde producenten zouden niet willen of durven investeren in nieuwe technologieën, en start-ups ondervinden hoge drempels door te hoge kosten en complexiteit.
Dat zijn niet de enige redenen. De afzetmarkt vormt namelijk ook een groot probleem. Doordat virgin plastics een stuk voordeliger zijn, kiezen producenten te vaak om hier mee te werken in plaats van het duurzamere recyclaat. Hier moet verandering in komen. Met elke kilo nieuw plastic die we niet hoeven te maken, verminderen we onze CO2-uitstoot met 1,7 kilo.
Plasticproducenten zien dit, en de koepelorganisatie Plastics Europe heeft bekend gemaakt dat producenten ruim 200 miljard euro gaan investeren in recycling. Toch kijkt de koepelorganisatie ook naar de regionale en Europese overheden voor maatregelen die de concurrentiekracht van de industrie waarborgen. Er is daarom een belangrijke rol weggelegd voor de politiek om producenten en bedrijven een duwtje in de goede richting te geven.
Keuze voor virgin plastics
Veel fabrikanten die plastic producten maken geven nu winstmaximalisatie prioriteit in plaats van duurzaamheid. Dan ben je dus alleen maar duurzaam als het je toevallig qua kosten goed uitkomt en niet intrinsiek gemotiveerd om de klimaatdoelen echt aan te pakken. Toen de olieprijzen omhoog schoten in 2022, zag je dat recyclaat een veel aantrekkelijke optie was voor producenten. Recyclaat heeft een stabielere prijs, maar is nu eenmaal wel iets duurder door de intensievere bewerking ervan. De keuze voor virgin is eigenlijk een zonde, vooral omdat Europa - en Nederland - in 2050 de circulaire economie gerealiseerd wil hebben. De eerste stappen hadden eigenlijk gisteren al gezet moeten worden.
Kosten zijn niet het enige probleem. Veel producenten geven aan dat gerecycled plastic vaak niet de gewenste kleur heeft of net iets anders ruikt. Zij willen geen grijs of zwart – waar recyclaat voornamelijk uit bestaat – maar hun eigen specifieke kleur. Nieuwe technologieën, waarin nog verder geïnvesteerd moet worden, kunnen nu al dit kleurenpalet uitbreiden. Ontwikkelingen in andere methodieken helpen om het geurprobleem op te lossen. Dit zijn investeringen die recyclers nu vaak niet durven te doen, omdat de afzetmarkt zo onzeker is.
Politieke betrokkenheid
Het antwoord om recyclaat aantrekkelijker te maken, is drieledig. De politiek speelt hierin een sleutelrol. Ten eerste moeten we lokaal ons afvalprobleem oplossen. Dat betekent geen export meer van plastic afval, maar lokale voor- en nascheiding van plastic, waarna het vervolgens naar de recycler gaat. Dit houdt ook in dat producten waar veel plastic in verwerkt zit, niet meer verbrand mogen worden.
Ten tweede moeten virgin plastics belast worden naar hun milieu-impact. Hoe meer nieuw plastic je gebruikt, hoe meer belasting je betaalt. Dat maakt het speelveld voor gerecycled plastic eerlijker. En in tegenstelling tot de belasting op wegwerpplastic, die vaak in de zak van de ondernemer verdwijnt, stimuleer je zo organisaties wel om te verduurzamen.
Tot slot moet de politiek recyclers stimuleren om in technologieën te investeren die bijvoorbeeld een uitgebreider kleurenpalet mogelijk maken voor recyclaat, de verwerking van afvalplastic tot recyclaat verbeteren en ook de voor- en nascheiding beter maken.
De politiek zit gelukkig niet stil. Er zijn al eerste, goede stappen gezet om het gebruik van recyclaat te verhogen. Vanaf 2027 moet minimaal 25% van een plastic product bestaan uit gerecycled plastic of biobased plastic, en dit moet oplopen naar minimaal 30% in 2030.
Daarnaast schreef Marnix van Rij, staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, in een brief aan de Kamer dat het zogenoemde non-energetisch gebruik van virgin plastics inderdaad belast kan worden met een, nieuw vorm te geven, nationale verbruiksbelasting. Het idee is dus al eens eerder geopperd. De staatssecretaris geeft wel aan dat de beleidseffecten en de gewenste instrumentenmix zorgvuldig afgewogen moeten worden. Iets dat hij zelf niet gaat doen, maar over laat aan zijn opvolger, gezien de demissionaire status van het zittende kabinet.
Dit nieuwe kabinet zal met de EU moeten bewerkstelligen dat dit Europees geregeld wordt, zodat de maakindustrie in Nederland niet benadeeld wordt ten opzichte van Europese concurrenten. Het is zaak dat de versnelde invoering van nieuwe wet- en regelgeving en consistent langetermijnbeleid dat de circulaire economie stimuleert, op de agenda blijft staan en prioriteit wordt voor het nieuw te vormen kabinet.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in