Deze bevindingen staan in de eerste ‘Integrale Circulaire Economie Rapportage’ van het PBL, die vanaf nu elke twee jaar zal verschijnen. De conclusies van het rapport liegen er niet om: na tien jaar zijn we nauwelijks verder gekomen in de circulaire economie. Het aandeel circulaire bedrijven daalde zelfs, doordat er meer niet-circulaire bedrijven bijkwamen. En de circulaire bedrijven die er zijn, bestonden vaak al heel lang: denk aan garages of fietsenmakers. Deze repareren auto’s of fietsen, wat officieel als circulair telt. Voor nieuwere producten, vooral elektronica, is zo’n reparatiecultuur er niet of nauwelijks.
Lees ook: Hoe gaat het in Nederland met de circulaire economie?
Verplichtingen voor bedrijven
De regering wil dat Nederland in 2050 een circulaire economie heeft, en dat we in 2030 de helft minder ‘nieuwe’ grondstoffen gebruiken. Om dat te halen moet er een hoop veranderen, ziet het PBL. “Dit soort grote transities gaat nooit alleen op vrijwillige basis, zoals de regering circulariteit nu insteekt”, vertelde onderzoeker Aldert Hanemaaijer bij een persbriefing over het rapport. Er moeten dus meer dwingende maatregelen komen, die bedrijven bijvoorbeeld verplichten om een bepaald aandeel gerecycled materiaal te gebruiken. Ook het verplicht repareerbaar maken van producten (inclusief openbare ‘handleidingen’ met reparatieinstructies, zoals die in de auto-industrie al heel lang bestaan) kan helpen.
Het PBL ziet dat de circulaire economie nu op het punt is waar de energietransitie jaren geleden was. “Vijftien jaar geleden was de energietransitie ook nog vooral vrijwillig. Inmiddels is die geïnstitutionaliseerd, terwijl de circulaire economie nog zoekende is: wat werkt, wat is mogelijk? Dat komt onder andere omdat circulair veel ingewikkelder is. Je hebt niet, zoals bij de energietransitie, één maatstaf om alles aan te meten (de CO2-uitstoot)”, vertelt Frank Dietz van het PBL. “Je moet dus voor elk deel van het bedrijfsleven aparte doelen formuleren. Dat kost tijd en je moet er onderzoek naar doen.”
Circulaire businessmodellen
Tijd alleen is niet genoeg om de economie circulair te maken. Er is bijvoorbeeld meer onderzoek nodig naar circulaire businessmodellen; nu richten wetenschappers zich meer op circulaire technieken, bijvoorbeeld om recycling beter te maken. Maar om echt de lineaire economie vaarwel te zeggen moeten ondernemers zien dat circulaire modellen winstgevend kunnen zijn. Denk aan het leasen van elektrische apparaten, in plaats van kopen, zodat de producent verantwoordelijk is voor een goed tweede leven van het apparaat. Ook de mindset van de consument moet veranderen, want hoewel een meerderheid zegt dat het kopen van refurbished apparaten een goed idee is, blijkt een minderheid ook echt een tweedehandsje aan te schaffen.
Het rapport laat dus zien dat de circulaire economie nog verre van volwassen is. Wel legt het huidige beleid een goede basis voor de toekomst. Het zal aan het volgende kabinet zijn om meer verplichtingen voor bedrijven in te voeren en te laten zien hoe een circulaire economie eruit kan zien. Alleen dan kan het concept volwassen worden en kunnen we over dertig jaar echt circulair zijn als Nederland.
Lees ook: Waarde van grondstoffen in gebouw meegenomen in taxatie
Beeld: Adobe Stock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in