In 2021 spraken we elkaar toen jullie jaarlijks nog een paar honderd sheltersuits produceerden. Hoe gaat het nu met de stichting?
“Het gaat heel goed. We hebben inmiddels een professioneel bestuur met mensen met veel ervaring uit verschillende sectoren. Dat zorgt ervoor dat de hele organisatie professionaliseert en de stichting ieder jaar opschaalt. Waar we eerst jaarlijks 100 en later 1.000 tot 2.000 suits produceerden, maken we er nu jaarlijks 10.000. We hebben mensen voor marketing, communicatie en distributie. Vroeger was ik een soort manusje-van-alles en deed al die dingen zelf. Nu ben ik minder betrokken bij de dagelijkse operatie en kan ik me bijvoorbeeld meer richten op de ontwikkeling van ons eigen kledinglabel.”
Waar komt het idee vandaan om een eigen kledinglabel te starten?
“Met het kledingmerk willen we een nieuwe doelgroep aanboren. En we willen dat voor iedere aankoop een bedrag wordt gereserveerd als donatie aan de Sheltersuit foundation. Het kledingmerk heb ik in 2022 gelanceerd op de Paris Fashion Week, terwijl er eigenlijk geen businessmodel achter zat. De modeshow was een enorm succes. In de zaal zaten bedrijven als Vogue en Elle; alle grote namen uit de industrie. We kregen enorm veel media-aandacht en winkels in heel Europa waren geïnteresseerd in onze kleding.”
Ik voel een ‘maar’ aankomen…
“Wat ik verkeerd heb gedaan, is dat ik het verdienmodel niet heb doorgedacht. Net als de stichting heb ik het kledingmerk gelanceerd vanuit idealisme. Maar als je per verkocht kledingstuk een bedrag wil doneren, worden je kosten enorm hoog. De productie van een Shelterbag (een Sheltersuit gemaakt van lichtere materialen beter geschikt voor warm weer, red.) kost al 45 euro als we deze produceren in Zuid-Afrika. Om iets te verdienen op verkochte kleding, moet je een T-shirt van 150 euro verkopen. En eigenlijk draai je dan alsnog verlies.
We hebben besloten om het kledingmerk voor nu even op pauze te zetten en eerst het verdienmodel goed uit te werken. Zo kunnen we een gezond en verstandig bedrijf worden. We willen een merk dat net zo positief is als Patagonia. We hebben een team verzameld dat hierover nadenkt met onder andere mensen van Patagonia, Nike en G-Star. We weten nog niet precies wanneer de nieuwe lancering is. Maar ik heb veel geleerd van de eerste ervaring. Een kledingmerk de wereld inslingeren dat er over honderd jaar nog steeds is, is één van de moeilijkste dingen die er is.”
Dat wordt ongetwijfeld niet makkelijker met de razendsnelle opkomst van fast fashion door bedrijven als Shein en Temu. Hoe kijk je daarnaar?
“Daarvoor schaam ik me dood. Dat we als mensheid zo zijn doorgedraaid dat de liefde voor een product volledig verdwijnt. Met aankopen die consumenten daar doen faciliteren ze dat mensen aan de andere kant van de wereld worden uitgebuit. Je maakt het voor anderen heel moeilijk om een nieuw merk te lanceren dat wel goede bedoelingen heeft. En het heeft echt de slechtste kwaliteit die je je kunt voorstellen. Als je kleding moet vergelijken met zakdoeken, dan is een zakdoek van Shein of Temu er een waar je dwars doorheen snuit.”
Het lukt je kennelijk wel om mensen om je heen te verzamelen die verstand van zaken hebben en gepassioneerd raken over je visie. Hoe krijg je dat voor elkaar?
“Ik denk dat ik heel goed over mijn droom kan vertellen en dat het duidelijk is dat ik daaraan wil werken tot ik omval. Ik wil dat mensen die geen kleding hebben, kleding kunnen krijgen, doordat anderen kleding kopen. Daarnaast kan ik heel goed uitleggen waarin ik niet goed ben. Mijn kracht ligt bij ideeën bedenken, een visie uitstippelen en bij ontwerpen. Maar mijn zwakte ligt bij structuur, agenda’s en commercie. Als ik dat uitspreek kan het bestuur mij helpen mensen te vinden die me aanvullen. En uiteindelijk kom ik bijna niemand tegen die de wereld niet een klein beetje mooier wil maken.”
De Hilton familie, De Rockefellers; regelmatig zoek je de samenwerking op met mensen met diepe zakken. Hoe pak je dit soort gesprekken aan?
“Gewoon mezelf zijn. Ik praat net zo Twents tegen mijn vrienden als wanneer ik presenteer voor een miljonair. Dat doe ik met zelfvertrouwen en enthousiasme. Wat dat betreft, zie ik geen verschil tussen iemand die heel rijk is en iemand die op straat leeft. Het zijn allemaal mensen met emoties en gevoelens. Tuurlijk, als iemand van de Rockefellers of Hiltons tegenover je zit, ben ik wel zenuwachtig. Je hoopt gewoon heel erg dat zo iemand met je samen wil werken.”
In de kranten lees je dat het aantal daklozen in Nederland stijgt. Merk jij dit ook als je op straat loopt?
"Ja, dat beeld herken ik. Toen ik laatst door Enschede liep zag ik allemaal mensen die ik een tijd geleden nog niet had gezien. Het opmerkelijke is dat deze nieuwe daklozen er niet uitzien als de typische ‘verfomfaaide’ dakloze waar veel mensen een beeld bij hebben. Het zijn steeds vaker jonge mensen. Een tijd geleden was ik in een daklozencentrum voor vrouwen in Portland om het verhaal van Sheltersuit te vertellen. Van de tweehonderd dames kon je van een handvol zien dat ze dakloos waren. Het merendeel was netjes gekleed en zag er verzorgd uit; gewoon mensen die naast je in de trein kunnen zitten. Daarin schuilt het grootste probleem: het beeld dat veel mensen van daklozen hebben klopt niet. Niemand wil er namelijk uitzien als een ‘verwilderde’ dakloze. In werkelijkheid zijn er veel meer daklozen, maar die herken je niet als zodanig.”
Voelt het nooit alsof je aan het dweilen bent met de kraan open?
“Gedurende de eerste drie jaar van Sheltersuit had ik dat gevoel wel. Mensen zeiden dat wat ik aan het doen was een druppel op een gloeiende plaat is. Maar inmiddels weet ik dat heel veel druppels ook een golf maken. De daklozensituatie demotiveert me niet meer, maar geeft me juist extra energie om nadenken hoe ik ze verder kan helpen.”
Als je mag dromen, waar staat Sheltersuit dan over vijf jaar?
Over vijf jaar hoop ik dat verschillende Sheltersuit foundations in andere Europese landen zelfstandig draaien. En dat het kledingmerk gedragen wordt en een duurzame stroom geld oplevert voor de stichting. Dat we niet meer afhankelijk zijn van sporadische donaties als ergens een ramp heeft plaatsgevonden of het een koude winter is. Daar kun je namelijk geen bedrijf op bouwen. Ik hoop dat Sheltersuit straks wordt gezien als de Patagonia van de streetwear. Om daar te komen zijn we ook nog op zoek naar investeerders of leningen. En we kunnen hulp gebruiken op adviesvlak. Het valt of staat met het team en de juiste funding.”
Dan tot slot, met wie zou je graag willen samenwerken?
“Ik hoef niet per se met één grootsheid of bedrijf te werken. Ik hoop nog lang te mogen samenwerken met de mensen die ik nu om me heen heb. En ik hoop in de toekomst dat ik nog meer kan samenwerken met nieuw talent. Het liefst werk ik met zoveel mogelijk jonge mensen en makers die de wereld willen veranderen, zoals nieuwe ontwerpers of fotografen die sociale kwesties uitlichten. Daardoor raak ik het meest geïnspireerd.”
Lees ook:
- Changemaker Samira I. Ibrahim: ‘De aarde is niet alleen voor hoogopgeleiden of mensen met een dikke portemonnee’
- Changemaker Mark Boode (Teachers for Climate) wil duurzaamheid het klaslokaal in brengen: ‘Het is heel erg dom om hier niks over te doceren’
- Changemaker Hanneke van de Vijfeijke (IKEA): ‘Er is grote bereidheid onder consumenten om tweedehands te kopen’
De Changemaker-serie wordt mede mogelijk gemaakt door Vattenfall en Vlerick Business School.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in