“We willen met ons idee impact maken.”
Belt (57) is goed thuis in de was- en schoonmaakmiddelen en verzorgingsproducten. Als alleenstaande ouder van drie dochters begint Belt in 2016 voor zichzelf om meer bij zijn kinderen te kunnen zijn. Met The Green Soap company levert hij een duurzaam alternatief voor zeep, was- en schoonmaakmiddelen.
Visie
"Door met duurzame was- en schoonmaakmiddelen op de markt te komen wil ik de wereld wat beter en schoner maken. Want zeepproducten hebben een forse impact op het milieu. Alleen in Nederland al worden elke week 8 miljoen lege zeepflessen weggegooid.” Dat zijn meestal flessen gemaakt van virgin plastic, waar dus nieuwe aardolie voor is gebruikt. Daarnaast spoelt in Nederland wekelijks 4 a 5 miljoen liter wasmiddel, handzeep, shampoo door gootstenen en doucheputjes. Daar zit heel veel slecht spul tussen zoals zuren, ammonia en chloor.”
“Onze missie is de hele zeepindustrie te vergroenen. Dat alle wasmiddelen, schoonmaakmiddelen, verzorgingsproducten groen zijn. Het moet een voorwaarde worden om dit soort producten op de markt te kunnen zetten. Dan gaat het om hoe het geproduceerd wordt en waarvan, wat het effect is van het gebruik. Dat geldt voor de verpakking en de inhoud. Dat gaat niet van de een op de andere dag. Wij noemen onze producten lichtgroen. We proberen altijd het meest groene alternatief te vinden.”
Leiderschap
“Ik wil laten zien dat het anders kan. Het goede voorbeeld geven. En daarmee de Albert Heijns, de Unilevers, de tussenhandelaren en de consumenten te inspireren om het ook echt anders te doen. Er wordt bijvoorbeeld ontzettend veel palmolie gebruikt in wasmiddelen en palmbomen groeien alleen in gebieden waar toevallig ook regenwoud groeit. Dus dat moet anders. Nu hebben we een palmolievrij wasmiddel ontwikkeld dat dit najaar op de markt komt.”
“Ik had wat geld opzij gezet voor mijn eigen toekomst. Dat heb ik gebruikt om de toekomst van mijn kinderen mooier te maken. Mijn financiële middelen zijn beperkt dus ik kan geen eigen fabriek bouwen. We werken dus veel met externe partijen. Leveranciers werken graag met ons samen omdat we ze een podium geven voor hun innovatie of duurzame product. Door ons kunnen ze bewijzen dat het werkt in de markt, waarmee ze naar grotere afnemers kunnen.”
Zo gebruikt Belt gerecycled plastic voor alle flessen van Green Soap. “Dat is gemaakt van het afval dat Suez en AVR ophalen bij huishoudens. Geen van de grote spelers durfde het aan om het te gebruiken. We hebben het risico genomen om die eerste 40.000 flessen te blazen en te kijken hoe het zich zou gedragen in de markt. Daarmee onderscheiden we ons heel erg van bedrijven als Unilever en Albert Heijn. Want elke innovatie moet daar langs een stuk of zes loketten. Dan is het al snel te duur of te veel risico.”
“Bij The Green Soap company werken nu 12 mensen die allemaal iets kunnen dat ik niet kan. Want alleen dan worden we creatiever en kunnen we sneller impact maken. En ze moeten fouten durven maken. Want dan nemen we risico en zijn we aan het vernieuwen. Als we geen fouten meer maken is er iets mis, dan vernieuwen we niet snel genoeg.”
Impact
Vanaf de oprichting in 2016 maakt Marcel’s Green Soap een snelle groei door. “In jaar één verkocht ik voor 70.000 euro zeep. Dat had ik nooit gedacht. Sindsdien gaan we elk jaar twee of drie keer over de kop. Dit jaar verwacht ik een omzet van 10 miljoen. En we maken inmiddels ook winst. Die stop ik in reclame. Toch is het niet de ambitie om de meeste producten te verkopen. Wij gaan voor thoughtleadership en niet voor marktleiderschap. We willen met ons idee impact maken.”
“Wij noemen ons businessmodel open source: we zijn heel veel in gesprek met Unilever en Albert Heijn. We delen graag informatie met concurrenten omdat onze missie is om iedereen om te krijgen. Ik wil 100 procent van de markt van schoonmaakmiddelen duurzaam hebben. Niet door zelf een marktaandeel van 100 procent te halen. Maar doordat iedereen ons volgt en gaat doen wat wij doen. Unilever heeft nu bijvoorbeeld het merk Love Beauty Planet waarvoor ze 100 procent gerecycled plastic gebruiken. Dat heb ik vier jaar geleden laten zien, ik hoop dat ze een beetje van mij afgekeken hebben.”
“We pretenderen niet in een keer het meest duurzame product op de markt te zetten. Dat kan ook niet. Maar zodra we kansen zien om het duurzamer te doen pakken we dat meteen op. Dat past ook bij de consument van vandaag. Slechts 5 tot 8 procent van de consumenten is donkergroen. Die relateren alle keuzes aan duurzaamheid. Het gros van de consumenten is lichtgroen. Die gaan zoveel mogelijk op de fiets maar stappen als het hard regent toch in de auto. We willen die consument stapsgewijs meenemen naar een donkergroen product. En als je duurzaamheid aantrekkelijk, interessant en aansprekend maakt dan krijg je de consument vanzelf mee. Dan is ‘groen worden’ geen opoffering meer. Maar iets waar je zelf ook beter van wordt.”