Jos Huijbregts is opgeleid tot bakker, en werkte al in het bedrijf voordat hij er directeur werd. Inmiddels heeft het bedrijf zeventien vestigingen in de regio Haarlem, met in totaal 160 medewerkers, die dagelijks duizenden klanten van verse broodjes voorzien.
Visie
“We moeten zorgen dat er ook in 2050 nog voldoende en gezonde voeding beschikbaar is. Wij dragen daar aan bij door broodjes te bakken met zo min mogelijk klimaatimpact. Bij Van Vessem bedachten we dat al in 2010. De bakkerij is al CO2-neutraal, en nu willen wij graag ook zorgen voor minder impact in de keten. Daarvoor moet je de gevestigde modellen omkeren, en beginnen met de impact in de gehele keten in kaart brengen. Met true price kun je impact omzetten in euro’s die later gecompenseerd moeten worden. Bij brood is dat gelukkig niet erg ingewikkeld, brood kun je immers bakken van lokaal meel, water en een snuf zout.
Wat ik merkte toen we 2019 als duurzaamste bedrijf van Nederland werden uitgeroepen, dat die titel ons dat juist klanten kostte, in plaats van dat het ons klanten opleverde. Daarom dragen we het alleen binnen het bedrijf uit, en niet daarbuiten. Want duurzaam is duur, denken de meeste mensen nog steeds, en daar staan ze niet voor in de rij. Na veel onderzoek kregen wij de bevestiging dat de klanten komen voor een vers broodje. Wij hebben onze duurzame keuzes dan maar samengevat in een maatschappelijke jaarrekening die wij gepubliceerd hebben op onze website.
Op dit moment ben ik bezig met het oprichten van een blockchain, om de gehele keten zo transparant mogelijk te maken. De boer maakt graan, de molenaar maakt daar meel van en wij bakken er brood van. Nu worden soms keuzes gemaakt die niet in het voordeel zijn van de eindgebruiker, onze klant: boeren leveren hun graan aan de coöperatie, vaak eigendom van een bank, die speculeren met de voorraad graan. Dit graan blijft soms meer dan een jaar liggen en pas op het moment dat er veel vraag is wordt het verkocht. Dat werkt kostprijsverhogend, wat niet in het voordeel is van de ketenpartners en de eindgebruiker, onze klant. Wij willen terug naar het model waar de bakker bepaalt wat voor brood hij bakt voor de klant. En de boer een prestatiebeloning krijgt als hij weinig pesticiden, stikstof en kunstmest gebruikt.”
Leiderschap
“De vorige generatie leiders waren vooral bezig met de dagelijkse operatie. Heel veel keuzes van toen zorgen nu voor opwarming van de aarde en uitputting van de bodem. Nieuw leiderschap kijkt over de muur heen: welke impacts veroorzaak ik met het geld dat ik verdien? Nieuwe leiders zijn leiders die beslissingen nemen met in hun achterhoofd de gevolgen voor de volgende generaties. Nieuw leiderschap is dus je verantwoordelijkheid nemen, en is ingebed in onze hele organisatie. Wij hebben zo weinig mogelijk management, bij de teams zelf ligt de verantwoordelijkheid. Iedere week praten we over wat er goed ging en wat beter kan. En dat rendeert, want mensen voelen zich betrokken, en het zorgt voor werknemers die hun verantwoordelijkheid nemen. Dat is een kostbaar bezit.”
Impact
“Door voor minder impactvolle ingrediënten te kiezen, is de true price van een broodje verlaagd. Eerst had dat 33 eurocent aan impact, nu is dat 29 eurocent. Dat zal geen nul worden, maar wel halveren als er in de keten duurzame keuzes worden gemaakt. Ik denk dat dat kan gebeuren door een blockchain hiervoor in te richten, met transparantie en onderbouwing van de keuzes. Daardoor wordt het een prestatiebeweging in plaats van enkel economisch gestuurd handelsplatform.
Om een voorbeeld te geven, soms gebruiken we rozijnen in ons brood. Die komen bij een leverancier vandaan, die ze uit Turkije haalt. De rozijnboeren in Turkije zijn vertegenwoordigd in een coöperatie, en daarom is het heel lastig om uit te vinden wat voor bestrijdingsmiddelen een boer gebruikt om zijn rozijnen te laten groeien. Zo kan er in een container rozijnen wel 15 verschillende bestrijdingsmiddelen gebruikt zijn. De boeren willen natuurlijk een zo hoog mogelijke opbrengst. Door het gebruik van deze middelen is de opbrengst wel hoger, maar hebben de boeren daar per saldo toch minder aan. De winst zit meer bij de leverancier van groei- en bestrijdingsmiddelen, dan bij de boeren. Zij werken ook weer samen met de coöperaties, voorheen eigendom van de boeren, die grip houden op de boeren. Directe inkoop bij de boeren is onmogelijk, want de coöperaties zitten ertussen. Maar als je dit probleem in kaart brengt en de boeren ook iets te bieden hebt met die prestatiebeloning, dan kun je met ze in gesprek. Ik vrees dat het nog generaties duurt voordat we dit hebben opgezet. Er komt pas besef als de overheid op alle producten duurzaamheidsbelasting gaat heffen. Dat is niet goed voor de economie, want dan wordt alles duurder. Pas op het moment dat de rivieren meerdere keren per jaar overstromen en hier veel schade uit ontstaat, gaan we dat inzien, vrees ik. Maar ik hoop natuurlijk dat wij hier niet op hoeven te wachten.”