Gerard ten Bolscher studeerde organische chemie aan de VU Amsterdam, waarna hij aan de slag ging bij Unilever en National Starch & Chemical, waar hij verschillende managementposities had in Research & Development, Sales, Marketing en Global Business Management. Daarna stapte hij over naar Henkel, waar hij Directeur Technology & Customer Support werd. In 2012 begon hij als directeur Research & Development bij Corbion, om in 2016 Managing Director Research & Development and Innovation van Avebe te worden en toetrad tot het Executive Committee. Ten Bolscher is sinds 2019 lid van de Raad van Toezicht van de Innovatie Hub Oost-Groningen, hij is lid van de Raad van Bestuur van de Dutch Biorefinery Cluster en Vice-President van Starch Europe in Brussel.
Met een achtergrond in technologie en veel ervaring in het bedrijfsleven verbindt Ten Bolscher deze verschillende takken van sport met elkaar. “Daarmee creëer je eenheid, een gezamenlijke doelstelling, spreek je dezelfde taal en kun je ook samen scoren,” zegt hij daarover. “Dat is heel belangrijk.”
Visie
“In 2050 bestaat de wereldbevolking uit 10 miljard mensen die we allemaal moeten voeden. Ik geloof dat we dat kunnen doen via innovatieve oplossingen, zoals met plantaardige alternatieven, waarmee we ons bij Avebe bezighouden. Wij zijn een coöperatie met 2300 leden die zetmeelaardappelen leveren. Dat zijn aardappelen die je niet kunt eten, maar waar we het zetmeel en eiwit uithalen en verwerken. Dat is een interessante combinatie voor een grote trend in de markt, waarbij we steeds meer plantaardig gaan eten. Met mijn afdeling kijken we hoe we daar in kunnen innoveren. Zo wordt het zetmeel en eiwit uit aardappelen veel in vleesvervangers gebruikt, maar bijvoorbeeld ook in vegankaas. Kijk maar eens naar de ingrediënten op een pakje strooikaas, daar zit nu al vaak geen melk meer in, maar wel aardappelzetmeel met andere additieven. Bovendien zijn de onderdelen uit de aardappel anti-allergeen, wat uniek is voor plantaardige voeding. Innovatie gaat uiteindelijk het hele bedrijf en de hele keten aan, en het moet in de hoofden zitten: dat je waarde creëert door in te zetten op het oplossen van vraagstukken met betrekking tot het welzijn van de mens.”
Leiderschap
“Het is belangrijk dat je samenwerkt, innoveren doe je uiteindelijk samen, zowel intern als in de keten, van zand tot klant, van telers tot eindproduct, met kennispartners op de Zernike Campus in Groningen. Wij hebben een kleine honderd wetenschappers in huis en innovatie zit ook echt in ons DNA. Maar daarmee alleen kom je er niet. Met mijn leiderschapsstijl probeer ik daarom onderling te verbinden. Hoe creëer je die stip op de horizon om uiteindelijk duurzame voeding te ontwikkelen? Als iedereen zich isoleert kost het veel te veel tijd, samen ben je efficiënter. Mijn slogan is dan ook ‘only united we will win’.”
“Een voorbeeld van het samenbrengen is dat we onze research & development-afdeling twee jaar geleden naar de Zernike Campus in Groningen verhuisden. Ook hebben we onze marketing en sales daar ondergebracht, zodat we snel kunnen communiceren over nieuwe innovaties en marktgericht kunnen werken. Op de campus werken we weer samen met de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanze hogeschool, klanten en partners. En door overal open en transparant over te zijn leidt het tot meer betrokkenheid en grote prestaties van de medewerkers. Er ontstaat dan een echte innovatiecultuur.”
“Innoveren zit echt in ons DNA”
Impact
“In onze oplossingen voor plantaardige alternatieven voor vlees zien we veel impact. Het aandeel van ons aardappelzetmeel en -eiwit dat naar gezonde voeding gaat is nu 25 procent van de totale waarde van onze voedingsproducten. De verwachting is bovendien dat dat aandeel de komende jaren alleen maar blijft groeien. Ook hebben we het aantal patenten in de laatste vijf jaar verdubbeld en die zijn ook allemaal gericht op gezonde voeding. Zo zitten onze producten in burgers van een aantal bekende aanbieders van plantaardige vleesalternatieven, zowel in Europa als Amerika, hebben we veel kaasalternatieven gemaakt en vervangen we gelatine in snoepgoed. ”
“Daarnaast kijken we naar de gehele keten en hoe we die zo duurzaam mogelijk kunnen inrichten. Hoe kunnen we zorgen voor minder water- en energieverbruik en CO2-uitstoot? Inmiddels reduceren we in de keten al meer CO2 dan we zelf uitstoten. Ook focussen we op transparantie. Waar komen de aardappelen vandaan en waar eindigt het? Dat laat de klanten en medewerkers zien welke impact we hebben op het milieu en hoe wij verder proberen te verduurzamen. Dat levert meerwaarde.”
