“Zonder transparantie geen duurzaamheid”
Eosta is één van de grootste biologische fruitbedrijven van Europa. Algemeen directeur Volkert Engelsman is een man met een missie. De eenzijdige focus op winst en aandeelhouderswaarde is hem een doorn in het oog: “Het moet alléén nog maar om de prijs gaan, maar daar moeten dan wel de kosten en baten voor mens en planeet in worden meegerekend.”
Eosta is geen naam die bij veel mensen een belletje doet rinkelen. Toch is Eosta een grootmacht op zijn terrein: de verkoop en distributie van biologisch fruit. “Eens, niemand kent ons”, zegt ook algemeen directeur Volkert Engelsman van Eosta. “Als iemand vraagt wat we doen, dan zeg ik: we zijn een doorsnee fruitboer in Waddinxveen West.”
Alles is biologisch
Maar die doorsnee fruitboer bestiert in Waddinxveen een circulair verwerkings- en distributiecentrum van 35.000 vierkante meter, en levert als marktleider fruit aan de grootste supermarktconcerns van Europa, waaronder AholdDelhaize, Tesco en Carrefour.
“Alles wat we doen, is biologisch”, zegt Engelsman, die in 2017 nummer 1 was in de jaarlijkse Duurzame Top 100 van Trouw. De missie: “Gezonde producten op de markt brengen, op een sociale en ecologisch verantwoorde manier.”
Eosta bedient een brede klantengroep, waarbij Engelsman ernaar streeft dat geen enkele afnemer meer dan 5 procent van het totale volume afneemt. “Met name bij de supermarktketens moet je op je hoede zijn. Vertrouw op Allah, maar bindt wel je kameel vast. Als ze te belangrijk worden dan riskeer je een race naar de laagste prijs, meestal ten koste van de mens en de planeet.”
People, planet, profit
Engelsman haalde in 2016 in het FD hard uit door de supermarkten te betichten van ‘crimineel gedrag’. De eendimensionale focus op het maximaliseren van de aandeelhouderswaarde remt duurzame ontwikkelingen, meent Engelsman. De stevige stellingname kwam hem op de nodige kritiek te staan. “Maar het heeft ook voor een constructief gesprek gezorgd.” De Eosta-directeur pleit voor maximale transparantie. “Zonder transparantie geen duurzaamheid.”
“Zolang we people, planet, profit zeggen, blijven blijft het dweilen met de kraan open”, aldus Engelsman. “Prijs gaat het in die discussie namelijk altijd winnen. We praten al decennia over het externaliseren van maatschappelijke kosten. Dus het wordt tijd voor een nieuwe rekenmethode waarin ook de schade aan mens en milieu wordt meegenomen. Wat mij betreft praten we alléén nog maar over de prijs, maar daar moeten dan wel de kosten en baten voor mens en planeet in worden meegerekend.”
Zelf voegt Eosta de daad bij het woord. “Wij werken aan een nieuw bestuursmodel. We overwegen om profit, planet and people alle drie 33 procent van het stemrecht te geven. Dat zou betekenen dat de aandeelhouder 100 procent van het financiële kapitaal inbrengt, maar slechts 33 procent van het stemrecht krijgt. We zouden bijvoorbeeld Greenpeace het stemrecht voor het natuurlijk kapitaal kunnen geven.”
Eosta is enthousiast over initiatieven om deze denkwijze breder door te voeren binnen het bedrijfsleven. “De Nederlandsche Bank, commerciële banken en institutionele beleggers beginnen duurzaamheid mee te nemen in de eisen en scans voor de financiële sector. Simpelweg om risicomanagement redenen. Dat is belangrijk om de perverse prikkels uit de markt te halen.”
Nature & More
Ook in de bedrijfsvoering zet Eosta stappen. Onder het merk Nature & More, dat overigens vooral buiten Nederland wordt verkocht, voorziet Eosta alle producten van een code, waarachter de consument de voetafdruk kan vinden, en dus kan zien wat de impact is van het fruit. Aan de voorkant van de keten werkt Eosta intensief samen met de telers. “Wij werken uitsluitend met lange termijncontracten met boeren. We helpen boeren met duurzame initiatieven, de verbetering van bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, teeltbegeleiding en met financiering.”
Eosta meet ook de impact van boeren. Externe begeleiders beoordelen aan de hand van de Nature & More ‘duurzaamheidsbloem’ (gerelateerd aan de Sustainable Development Goals) hoe de telers ‘scoren’. “Vervolgens gaan we aan de slag met het verschil tussen de doelstellingen die we hebben en de werkelijkheid”, vertelt Engelsman. “Je kunt in die trajecten niet alles tegelijk doen. Werken we eerst aan bodemvruchtbaarheid, of aan iets anders? Naast de eerste twee M’s van Meten en Managen is er nog een derde M nodig van fatsoenlijke verMarkting. Boeren vragen terecht ‘hoe kan ik groen worden als ik rood sta?’ Wij belonen boeren voor het verduurzamen van hun teelt en bedrijfsvoering.”
Gangbaar is te goedkoop
Iedere schakel in de keten heeft financiële prikkels nodig om duurzame keuzes te maken. “Ik vind het mooi om samen met zoveel mogelijk belanghebbenden na te denken over hoe we de duurzaamheidsimpact kunnen Monetariseren, de vierde M. We hebben ‘true cost accounting’ pilots nodig. De Capitals Coalition heeft daar samen met diverse VN-organisaties en de grote accountants standaarden voor ontwikkeld. We kunnen daardoor per hectare en per kilo uitdrukken wat de kosten van de ecologische en sociale impact zijn. Dat helpt om er met boeren en consumenten, maar ook met banken, beleggers en verzekeringsmaatschappijen over te communiceren. Zodat je kunt zeggen: biologisch is niet te duur, gangbaar is te goedkoop zolang we maatschappelijke schade afwentelen op de volgende generatie. Koop biologische druiven en bespaar de maatschappij 25.000 liter water.”
Coronacrisis: een wake-up call
Voor Engelsman is de coronacrisis een wake-up call. “Achter de coronacrisis voltrekt zich in slow motion een veel groter drama op het gebied van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De aarde verkeert in ademnood en verliest zijn herstelkracht.” Het is volgens de Eosta-directeur ‘penny wise, pound foolish’ als we ons beperken tot het managen van de coronacrisis. “De bottom line is dat we naar een duurzamere en een biodiversere wereld moeten om dit soort pandemieën onder controle te kunnen houden.”
De post-corona wereld vraagt om een systeemverandering van de economie, vindt Engelsman. “In die wereld schuiven we verborgen kosten niet langer door naar onze kinderen, en rekenen we onszelf niet langer rijk. Corona houdt ons een spiegel voor waarin we de beperkingen van ons economisch bestel tegenkomen. Corona laat zien dat klimaatopwarming en biodiversiteitsverlies niet alleen toekomstige generaties, maar ook de onze al schade kan berokkenen.”
Kentering
In de financiële wereld ziet Engelsman al een kentering. “De klimaatstresstest zoals De Nederlandsche Bank die hanteert heeft grote gevolgen. Grote beleggers zeggen doodleuk tegen oliemaatschappijen dat hun miljardeninvesteringen een tikkende tijdbom zijn.” Beleggers spreken in dit verband over ‘stranded assets’, investeringen in olie- en gasinstallaties, die door de groei van duurzame alternatieven hun waarde dreigen te verliezen, wat tot miljardenafschrijvingen kan leiden. “Hetzelfde geldt voor Rabobank, die tot over zijn oren in de landbouw van gisteren heeft geïnvesteerd en mega-afschrijvingen riskeert als een kringloop- of natuur inclusieve landbouw het nieuwe normaal wordt.”
De overheid mag wat Engelsman betreft in de steun- en herstelmaatregelen ook meer rekening houden met duurzaamheid. “Hoezo Booking.com in leven houden? Bedrijven steunen: prima, maar dan wel als bedrijven mens en planeet daarin meenemen. Bij het nieuwe normaal hoort: geen duurzaamheidsplan, geen steun.”