Met zijn diervoeders brengt het Nederlandse Nutreco wereldwijd veel boerderijdieren groot. Als aanvulling gaat het bedrijf kweekvlees afkomstig uit het lab voeden. Dat is vlees waar geen dieren voor gedood zijn, maar wat is gekweekt in een bioreactor. De stamcel van een varken, koe of kip wordt gevoed met voedingsstoffen, waardoor het natuurlijke groeiproces wordt nagebootst. Zo kunnen worstjes, biefstuk en filet worden gemaakt zonder dat er een dier voor hoeft te sterven.
Poeder
Het voederconcern maakt in Boxmeer poeders om vlees uit het lab op te kweken. Inmiddels is de eerste commerciële batch van 50 kilogram geproduceerd. De ambitie is om honderden kilo’s per week te produceren. Met een productie van negen miljard kilogram diervoeder per jaar, zijn de voedingsstoffen voor kweekvlees maar een fractie in het grote geheel.
Desondanks zien de mensen bij Nutreco de productie van celvoeding als een belangrijke bijdrage aan de wereldwijde voedselzekerheid. “De celgekweekte eiwitindustrie bevindt zich in de ontwikkelingsfase en een van de grootste uitdagingen is hoe we eiwitcellen op een kostenefficiënte, duurzame en grootschalige manier kunnen voeden. We zetten ons in om de industrie te helpen groeien door leverancier en oplossingsprovider te worden”, zegt Susanne Wiegel, hoofd van het Alternative Protein Program.
Samenwerking Mosa Meat
Eerder werkte de diervoerderproducent al samen met het Nederlandse kweekvleesbedrijf Mosa Meat. Ze deden gezamenlijk onderzoek naar goedkope en efficiënte voedingsstoffen voor kweekvlees. Destijds werd gekeken of het mogelijk was om vlees op te kweken met reststromen uit de diervoedingsketen van Nutreco. Dit zou de kosten van gecultiveerd vlees aanzienlijk verlagen. Voor het onderzoek kregen de bedrijven een subsidie van bijna 2 miljoen euro van de Europese Unie. In hoeverre dit onderzoek impact heeft gehad op de poeder dat nu wordt geproduceerd, is onduidelijk.
Niet toegestaan
De Europese Unie stopt geld in kweekvlees, maar staat het nog niet toe. De regels zijn streng en uitgebreid. Omdat het als nieuw voedsel wordt gezien, moet het uitvoerig worden getest en gecontroleerd voordat het op de markt mag komen. Dit proces duurt al snel jaren. En aangezien het productieproces voor vlees uit het lab continu wordt aangepast, wagen vleeskwekers zich nog niet aan deze tijdrovende procedure. Zo blijft de markt klein en blijft schaalvergroting uit. De strenge wet- en regelgeving leidde ertoe dat Krijn de Nood opstapte als topman bij Meatable. Zijn opvolger, een Amerikaanse CEO, gaat Meatable in Amerika neerzetten. Daar is kweekvlees al wel toegestaan.
In Nederland mag kweekvlees wel worden geproefd. Zowel Meatable als Mosa Meat organiseerden dit jaar al een proeverij. Daar werden braadworstjes en rundvleesburgers voorgeschoteld aan een select gezelschap. De proevers concludeerden: het smaakt gewoon naar vlees. Voor de Nederlandse vleeskwekers is het belangrijk om te weten of het product in de smaak valt voordat de bedrijven een aanvraag indienen om het op de Europese markt te brengen.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in