In 2020 aten we per hoofd van de bevolking 75,9 kilo vlees. Een jaar eerder was dit 77,8 kilo. Die cijfers zijn inclusief het karkasgewicht, dus met de botten en het vet. Zo’n 38 kilo vlees aten we in 2020 daadwerkelijk op. Dat is een kilo minder dan een jaar eerder.
Nog niet eerder is er zo’n grote daling van de vleesconsumptie in Nederland gemeten. De WUR wijdt de daling vooral aan de sluiting van de horeca tijdens de coronapandemie. Mensen kochten daardoor meer iets meer vlees in supermarkten en slagers. 24,6 miljoen kilo vlees in 2020 tegen ruim 23,3 miljoen kilo in 2019.
Toch is de daling van de vleesconsumptie een mooie mijlpaal, ziet Pablo Moleman, manager food industry & foodservice bij ProVeg Nederland. “De afgelopen jaren hebben er veel ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van vleesvervangers en plantaardige producten. We zouden verrast zijn als er dit jaar geen daling te zien zou zijn.”
Uitdagingen voor horeca
"Juist
de horeca speelt een belangrijke rol bij nieuwe voedseltrends en
het bieden van culinaire inspiratie. We zien ook dat steeds meer restaurants en
horecaformules inzetten op plantaardig. Tegelijk kunnen we niet om de cijfers
heen: in de supermarkten lukt het duidelijk beter om vlees te minderen dan in
de horeca", zegt Moleman.
Eén van de redenen is volgens Moleman het beperktere aanbod. "In de supermarkt heb je natuurlijk een veel ruimere keuze aan plantaardige opties. Daar is in de horeca nog ruimte voor verbetering. Maar ook als je maar plek hebt voor een paar plantaardige opties op je kaart, dan kan het helpen om die bij klanten beter onder de aandacht te brengen.”
Dat onder de aandacht brengen kan volgens Moleman met kleine trucjes. Zo staan vegetarische opties op menukaarten vaak onder een apart kopje, waardoor mensen die zichzelf niet als vegetarisch identificeren hier snel overheen lezen. “Als de vegetarische gerechten tussen het vlees- en vis-menu zouden staan, bestellen veel meer bezoekers een vegetarisch gerecht.”
Psychologsich effect
Volgens Moleman zijn er nog meer psychologische effecten waar horeca op in kan spelen. Zo kan een restaurant ervoor kiezen om de bewoording ‘vegetarisch’ te vermijden, maar juist de ingrediënten te benoemen. Geen vegetarische lasagne, maar een lasagne met aubergines, tomaat en wortel. Dan leg je de nadruk op de ingrediënten.
Tot slot ziet Moleman een snelle optie voor horeca om consumenten minder vlees aan te bieden, en dat is door het aanbieden van kleinere porties vlees. “Die zijn vaak namelijk veel groter dan nodig, en zeker groter dan gezond.” De focus van het gerecht zou volgens Moleman ook meer verschoven kunnen worden van vlees of vis naar de groenten.
Stijging plantaardige vleesvervangers
Uit het rapport van de WUR blijkt ook dat er sprake is van een duidelijke stijging van de vraag naar plantaardige vleesvervangers. "De toename hiervan haalt de voorbije jaren dubbele cijfers", staat in het rapport. Zo zag ABM AMRO een vraagstijging naar vleesvervangers van zo'n 20 procent en Nielsen een vraagstijging van 30 procent. Het rapport: "Indrukwekkende groeicijfers in elk geval, die representatief zijn voor de dynamiek in de markt van plantaardige vleesalternatieven. Want de markt van plantaardige varianten voor dierlijke producten is volop in beweging."
Lees ook: Voorspelling: vanaf 2025 eten we in Europa steeds minder vlees
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in