Dat schrijft Bloomberg. Omikenshi gebruikt de houtvezels al langer voor het maken van viscose. Met een vergelijkbaar proces maakt de textielproducent uit Osaka nu noedelmeel van de houtvezels.
Het proces combineert cellulose uit houtpulp met de wortelknol van de konjak-plant. Deze plan wordt in Japan gekweekt voor zijn grote, zetmeelhoudende wortelknollen, waaruit meel en gel worden gemaakt. Het meel van de plant is echter erg bitter. Door houtpulp toe te voegen, zou deze bittere smaak verdwijnen.
Vrij van vet en gluten
Zo leveren deze twee grondstoffen volgens het bedrijf smaakvol meel op, dat de naam Cell-Eat heeft gekregen. Dit meel kan door voedingsproducenten worden gebruikt om noedels en dumplings te maken. Die bevatten volgens Omikenshi geen gluten en vet en nauwelijks koolhydraten. Zo zou een kilo Cell-Eat-noedels 60 calorieën bevatten, tegenover meer dan 3.500 in tarwenoedels.
Omikenshi is de tweede grootste producent van viscose in Japan. De textielmarkt in het land is volgens het bedrijf echter verzadigd. Daarnaast wordt de sector bedreigd door de stijgende import van viscose. Om die reden richt het bedrijf zich ook op andere markten.
Volgens de producent is er in Japan veel vraag naar gezonde voeding. Het textielbedrijf is in gesprek met voedingsproducenten om het noedelmeel verder te ontwikkelen en op de markt te brengen.
Bron: Bloomberg | Foto: Alpha, via Flickr Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in