Bij het bovenhalen van de netten ontdekken vissers regelmatig ongewenste vis. Dat kan ondermaatse vis zijn, maar ook vis die voor een visser commercieel niet interessant is. Tot twee jaar geleden gooiden vissers deze ongewenste bijvangst, ook wel discards genoemd, overboord. Een deel van de vis die wordt teruggezet overleeft dat echter niet.
De Europese Commissie beschouwt dit dan ook als voedselverspilling. Daarnaast kan deze werkwijze gevolgen hebben voor de visstanden. Om dit tegen te gaan, stelde de Europese Commissie vanaf 1 januari 2015 gefaseerd een aanlandplicht in. Die verbiedt vissers bijvangst terug te gooien in zee. De Europese Commissie hoopt dat vissers door de aanlandplicht investeren in innovatievere en duurzamere visserij, waarbij selectiever wordt gevist voor zo min mogelijk bijvangst.
In de visserijsector zijn er echter bezwaren voor de aanlandplicht, omdat die vissers extra werk en kosten oplevert. Zo kunnen de kosten van de aanlandplicht voor Nederlandse vissers oplopen tot in totaal meer dan € 25 mln per jaar, berekende de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) eerder.
Toch staat de visserijsector niet stil. Er worden verschillende innovaties ontwikkeld die bijvangsten moeten verminderen. DuurzaamBedrijfsleven zet vijf kansrijke innovaties voor duurzame visserij op een rij:
-
Minder bijvangst door sonartechnologie
Rederij Jaczon ontwikkelde de Sofic-technologie, die akoestische signalen, ofwel sonar, inzet voor het selectief vangen van vis. De technologie classificeert diverse vissoorten realtime. Zo kunnen vissers ongewenste bijvangst minimaliseren.
“Hoewel de verschillen soms klein zijn, heeft iedere vissoort zijn eigen akoestische eigenschappen, wat blijkt uit de amplitude en de structuur van de weerkaatste energie”, zegt dr. Pascal de Thije van TNO, die de technologie met collega’s ontwikkelde. Het is volgens De Thije dan ook aantrekkelijk om die gegevens direct te gebruiken om te bepalen om wat voor vis het gaat.
-
Akoestische detectie levert duurzaamheidscertificaat op
Ook bij de vangst van blauwe wijting wordt gebruik gemaakt van akoestische apparatuur. Zo vist een gecombineerde vissersvloot met 72 schepen van vijf Europese visserijorganisaties op deze vissoort in de Atlantische Oceaan tussen Noord-Amerika en Europa. Daarbij gebruiken de vissers sleepnetten in de middelste waterlaag, ook wel pelagische netten genoemd. Met behulp van akoestische apparatuur zijn de vissers in staat blauwe wijting te identificeren door zijn karakteristieke signaaltype, de diepte en locatie.
Als de wijting is geïdentificeerd, zetten de vissers het net uit en start de visserij met behulp van sonar om de omvang van de school en zwemrichting te bepalen. Deze methode leidt volgens de vissers tot minimale bijvangst. Door deze duurzamere vismethode is twee derde van de totale vangst van blauwe wijting in de Noord-Atlantische Oceaan gecertificeerd door MSC.
-
Visnet met LED-verlichte mazen
Het Britse bedrijf SafetyNet Technologies maakt visnetten waarin bepaalde mazen met LED-licht zijn verlicht. Het licht moet kleine vissen, die niet aan de gewenste maten voor de vissers voldoen, terug de zee in leiden. Uit tests met de technologie blijkt dat bij visnetten met verlichte mazen de vangst van te kleine vissen significant kleiner was dan bij reguliere visnetten in de controlegroep.
Hieruit concluderen de onderzoekers dat kunstmatig licht, in combinatie met visnetten, kan worden ingezet om de selectiviteit van visserijtrawlers te veranderen. Dat maakt het voor vissers gemakkelijker om alleen de vis te vangen die ze willen vangen, wat de bijvangst vermindert. Bovendien bespaart de technologie vissers tijd en geld, omdat het teruggooien van vis – een extra handeling voor de vissers - niet meer nodig is.
Bekijk hier hoe de technologie werkt:
-
Opzuigsysteem voor duurzame garnalenvisserij
Het bedrijf De Boer RVS, dat machines voor de garnalenvisserij maakt, ontwikkelde een opzuigsysteem dat garnalen zo snel mogelijk aan boord haalt. De garnalen worden door een vacuümsysteem opgezogen en op een lopende band gelegd. Twee camera’s maken beelden van elk object dat over de lopende band gaat. Speciale software voor beeldbewerking herkent de goede garnalen en verdeelt deze in drie verschillende maten.
De garnalen worden door middel van korte luchtstoten in de juiste bak gestuurd. Het beeldverwerkingssysteem negeert de bijvangst. Die blijft op de band liggen. De lopende band eindigt boven een transportsysteem, dat de bijvangst direct terug de zee in zet. Zo wordt de bijvangst in minder dan een minuut na vangst levend overboord gezet. Het hele verwerkingsproces neemt zo’n 5 minuten in beslag. Bij conventionele vissystemen duurt de verwerking 3 uur. De huidige verwerkingslijn aan boord is bovendien niet gemaakt om bijvangst te laten overleven.
-
Wijdere ringen in palingfuik
Niet zozeer een innovatie, maar wel een betekenisvolle stap, is de maatregel van de palingvissers in de Visstandbeheer Commissie (VBC) Randmeren, om vanaf 2017 vrijwillig fuiken met wijdere ringen te gebruiken. Dan zullen alle fuiken die de vissers in de Veluwe Randmeren en de Zuidelijke Randmeren worden voorzien van het wettelijk verplichte aantal ringen, waarvan er minimaal twee een opening krijgen van minimaal 16 millimeter.
Fuiken voor de palingvangst moeten in Nederland zijn voorzien van speciale ringen, waar kleine palingen door naar buiten kunnen zwemmen. Dat moet bijvangsten van te kleine paling verminderen. De stap van de palingvissers is een bovenwettelijke maatregel, want volgens de Nederlandse regelgeving moeten de ringen een opening van 13 millimeter hebben.
Header-foto: Hernán Piñera, via Flickr Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven), In tekst-foto: David Stanley, via Flickr Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven), Footer-foto: Harold Meerveld, via Flickr Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in