De resultaten van BCG onderstrepen een vaker gemaakte conclusie, namelijk dat bedrijven nog worstelen met hun pad richting een CO2-vrije bedrijfsvoering. Onlangs bleek uit de Net Zero Tracker, een onderzoek van de Universiteit van Oxford, dat maar 4 procent van de bedrijven voldoet aan klimaatrichtlijnen van de Verenigde Naties. Van de tweeduizend grootste bedrijven wereldwijd zou de helft een strategie hebben uitgezet om in 2050 CO2-neutraal te zijn. Maar slechts een fractie van die strategieën deugt dus volgens VN-normen.
Maar één op de tien
BCG ondervroeg in zijn enquête 1.850 respondenten van bedrijven over de hele wereld, samen verantwoordelijk voor ongeveer 40 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Daaruit bleek dat maar één op de tien bedrijven een nauwkeurige meting en rapportage uitvoert van zijn emissies. Dat ligt gelijk met vorig jaar, ondanks dat er wereldwijd steeds meer wetgeving komt op het gebied van duurzaamheidsrapportage.
Maar op categorieniveau is er wel een verbetering gaande. Emissies die ontstaan zijn uit het verbruik van elektriciteit, warmte en koeling (ook wel scope 2 genoemd) worden beter bijgehouden. Van de bedrijven die aangeven hun emissies bij te houden, meet ruim 70 procent zijn scope 2-emissies; een stijging van 10 procentpunt ten opzichte van 2021. Wat betreft indirecte emissies (scope 3) is dat 53 procent; een stijging van 19 procentpunt ten opzichte van 2021.
“Het gaat dan om emissies gerelateerd aan de door bedrijven ingekochte goederen en diensten, en ook om de emissies van hun klanten”, legt Diana Dimitrova uit, klimaatexpert bij BCG. “Die precisie is goed, want het betekent dat bedrijven echt bezig zijn met kijken waar ze een verandering teweeg kunnen brengen. Niet alleen meten ze namelijk hun scope 3-emissies, ook stellen ze er steeds vaker concrete reductiedoelen voor.”
Meer reductiedoelen
Die toename in reductiedoelen is ook terug te zien in de resultaten. Ten opzichte van 2021 is het aantal bedrijven dat reductiedoelen stelt voor zijn indirecte uitstoot met 12 procentpunt gestegen. Vooral in de gezondheidssector gaat dat goed, gevolgd door de industriële productie en tech- en mediabedrijven.
“Ook is het hoopgevend dat er meer geografische regio’s dan ooit meedoen met het rapporteren van hun emissies”, zegt Dimitrova. “Regio’s die voorheen niet eens in de data terugkwamen (zoals Afrika en het Midden-Oosten, red.), zitten nu dicht bij het gemiddelde. Ze zijn er nog niet helemaal, maar ze bewegen zich in de goede richting.”
Toch weinig echte reductie
Helaas blijkt ook uit de enquête dat het aantal bedrijven dat zijn uitstoot heeft weten terug te dringen, juist is gedaald. Dit jaar ligt dat percentage op 14 procent, terwijl het vorig jaar nog op 17 procent lag. “En dat is waarom het nog lastig is om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen terug te dringen”, vertelt Dimitrova. “Het is een collectief probleem. Het is echt vereist dat alle bedrijven wereldwijd precies doen wat de bedrijven doen die voorop lopen. Alle focus moet daarop liggen.”
Succesrecept
En wat die koplopers precies doen, dat wordt steeds duidelijker. Uit het onderzoek van BCG kwamen vier kenmerken naar voren die bedrijven met een emissiereductie vaker bezitten dan andere bedrijven. Voor het meten en rapporteren van hun uitstoot werken ze vaker samen met andere bedrijven in hun keten. Ze presenteren niet alleen hun totale emissies, maar berekenen ook de CO2-belasting van individuele stappen in productieprocessen. Op die manier identificeren bedrijven sneller waar het zwaartepunt van hun milieu-impact zit. Daarnaast maken ze vaker gebruik van technologie, bijvoorbeeld om automatisch hun emissierapportages bij te houden. En ze staan in het algemeen positiever tegenover duurzaamheidsrapportages. Die zien ze namelijk als een essentiële stap in het terugdringen van hun uitstoot.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in