Zonder krachtig beleid gaat dat niet lukken, meldt Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het verschenen rapport ‘Opties voor Energie- en klimaatbeleid’. Het PBL heeft tal van beleidsopties aangedragen die al op korte termijn kunnen bijdragen aan een voortvarend overgangsproces naar een CO2-arm Nederland. Politieke partijen kunnen hieruit putten bij de voorbereidingen van hun verkiezingsprogramma’s.
"Voor het halen van het doel is er in elke sector vernieuwing nodig - en die ziet er in elke sector weer anders uit"
Ingrijpende veranderingen
Het is aan de politieke partijen om hun ambities te bepalen. Het Parijs-akkoord betekent voor Nederland een beperking van de uitstoot van broeikasgassen met 80 procent of meer in 2050. Uitvoering daarvan vraagt om zodanig ingrijpende veranderingen, dat de voorbereiding en invoering daarvan zo snel mogelijk moeten worden opgepakt wil dit doel nog haalbaar zijn.
Laaghangend fruit
Alleen het plukken van het laaghangende fruit, de makkelijk te realiseren relatief goedkope maatregelen, zoals efficiencyverbetering, is niet voldoende om dat doel te bereiken, stelt PBL. Investeringen in de komende tien jaar bepalen al voor een groot deel hoe de Nederlandse energievoorziening eruit ziet in 2050.
Het is volgens PBL daarom van belang dat er voldoende wordt geïnvesteerd in innovatieve technieken die op korte termijn nog relatief duur zijn maar op de lange termijn onmisbaar om het doel te kunnen halen. Juist vanwege het ingrijpende karakter is deze vernieuwing vooral kansrijk als de politiek de noodzaak hiervan nadrukkelijk ondersteunt.
Vernieuwing in elke sector
Voor het behalen van het doel is er in elke sector vernieuwing nodig - en die ziet er in elke sector weer anders uit, stelt het PBL. Voor de gebouwde omgeving betekent het veel meer gasvrije wijken met warmtenetten of vérgaande isolatie met verwarming op elektriciteit.
In het personenverkeer is er de optie om nul-emissie voertuigen, zoals elektrische auto’s, tot de toekomstige standaard te maken. Bedrijven moeten dan de mogelijkheden voor innovatieve procesvernieuwing meer in praktijk gaan brengen.
Voor zover dat onvoldoende emissiebeperking oplevert zal CO2 moeten worden afgevangen, hetgeen pas kan als de organisatie van en infrastructuur voor het transport en de opslag van CO2 zijn geregeld.
"Qua maatregelen nemen voor de CO2-reductie is het niet of-of, maar en-en"
Het is ook belangrijk dat de verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening wordt doorgezet en het fluctuerende aanbod van zon en wind in het systeem wordt ingepast, aldus het rapport. Voor zover er in de toekomst nog steeds gas en vloeibare brandstoffen nodig zijn, is de verdere ontwikkeling van processen voor de productie van groene varianten hiervan gewenst.
Geen eenvoudige opgave
De genoemde veranderingen zijn volgens PBL stuk voor stuk bepaald geen eenvoudige opgaven. En dat geldt zeker ook voor eventuele klimaatrelevante gedragsveranderingen, zoals andere mobiliteit en minder dierlijke producten in ons voedsel.
Als partijen invulling willen geven aan de opgave om te komen tot een reductie van de broeikasgasemissies met 80-95 procent in 2050, dan kan dat alleen als zij inzetten op een groot aantal maatregelen tegelijkertijd, schrijft het PBL in het rapport. Met andere woorden: het is dan niet of-of, maar en-en.
Ondersteunend beleid
“Al deze vernieuwingen komen niet vanzelf tot stand. Ze vragen ondersteunend beleid en dat kan in verschillende vormen zoals facilitering, regelgeving op vele gebieden, publiek-private samenwerking, subsidies of andere financiële prikkels”, stelt het PBL.
“Het PBL heeft dat uitgewerkt in de vorm van vele specifieke opties voor energie- en klimaatbeleid die kunnen worden ingezet als Nederland de komende jaren serieus werk wil maken van het akkoord van Parijs.”
Bron: PBL | Foto: public domain
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in