‘Al die transities waar Nederland middenin zit, al die ontwikkelingen die zullen plaats vinden of die we graag willen, spelen zich uiteindelijk allemaal af in specifieke gebieden. Stukken Nederland met unieke kwaliteiten en kwetsbaarheden. Gebieden met een geschiedenis, met een identiteit. En niet te vergeten: met gemeenschappen die zelf ook dromen hebben over hun toekomst. Die zelf ook opvattingen hebben over wat wel en niet passend is in hun omgeving’.
Pas als de verbinding met gebieden daadwerkelijk wordt gemaakt, is er sprake van ‘gebiedsinnovatie’: de ontwikkeling van gebieden vanuit die gebieden zelf, de gemeenschappen, het landschap, de geschiedenis en de mogelijke toekomst. Soms letterlijk maar altijd figuurlijk geworteld in de bodem van het gebied, in wat er al is, in wat er van nature wil ontstaan op die plek’ (Uit essay: Een Nieuw Kompas voor Nederland – een pleidooi voor gebiedsinnovatie met diepe wortels).
De regio Emmen wijst de weg
In de regio Emmen is netcongestie, al langer dan op andere plekken in Nederland, een probleem. In deze dunbevolkte regio ligt wat insiders gekscherend een ‘camping-netje’ noemen, dat tot op heden prima voldeed, maar dat uiteraard niet geschikt is voor grootschalige opwek van zon of wind op land. Vanuit het perspectief van deze regio, gaat de innovatievraag echter verder dan alleen het oplossen van die netcongestie. Er is meer aan de hand.
De regio is in transitie van het ene energielandschap naar het volgende. Energielandschap 1.0 ontstond zo’n 150 jaar geleden ten tijde van de grootschalige vervening en daarmee gepaard gaande turfwinning. Energielandschap 2.0 ontstond in de jaren 50/60 door olie- en gaswinning en de daaraan gekoppelde komst van de chemische industrie en de glastuinbouw. Meer recent – als uitvloeisel van klimaatambities, kwamen de windmolens, biovergisters en zonnevelden, die het net deden vollopen (Energielandschap 3.0).
Energielandschap 4.0
De huidige innovatie-uitdaging bestaat volgens lokaal en regionaal betrokkenen uit de weg vinden naar een energielandschap 4.0. Wat dat is? Dat wil men de komende jaren uitvogelen.
In de woorden van betrokkenen bij het project gaat het naast een snelle groei van hernieuwbare energieproductie ook om ‘conversie naar koolstofarme energiedragers (zoals waterstof) en een slimme balans van vraag en aanbod. Typerend hierbij is dat er vanuit een systeemperspectief gedacht wordt, met gebruik van intelligente, door digitalisering gedragen, integrale energiesystemen en cross overs tussen sectoren’.
En daarmee gaat het automatisch ook over mensen, over de bedrijven waar deze mensen werken, over de identiteit van het gebied – de culturele verschillen tussen het deel van de bevolking dat op veengrond woont en werkt en een ander deel dat zich op het zand bevindt. Een gebiedsinnovatieproces dat moet leiden tot de transitie naar zo’n energielandschap 4.0, vraagt om een nieuw kompas voor innovatie.
‘Gebiedsinnovatoren’ werken met nieuw kompas voor innovatie
Het MVI-Energie programma bracht afgelopen jaar een breed scala aan ‘gebiedsinnovatoren ’ samen om met elkaar te definiëren hoe vanzelfsprekend gebiedsgerichte innovatie op dit moment is in Nederland. Mensen als Gerwin Klomp, van Rijkswaterstaat, die voor Programma Rijke Wadden aan de transitie van het mobiliteitssysteem van het Waddengebied werkt. Of Mireille Groot Koerkamp, coördinator van het Leader programma “de Kracht van Salland”. Maar ook een coöperatief ondernemer zoals Ted van Hees, van Land van Ons, die gewend is gebiedsgericht zaken voor elkaar te krijgen. De analyse die de groep met elkaar deed stemde enigszins droevig. Monofunctionele oplossingen, met een opbrengst die makkelijk in cijfers kan worden uitgedrukt, winnen het nog altijd ruimschoots van plannen die meerdere doelen dienen, maar minder goed zijn door te rekenen. En de ontschotting van middelen, beleid, aandacht en oplossingen, waar wetenschappers op het gebied van klimaat en biodiversiteit om smeken, is nog ver te zoeken.
Toch gloort er hoop aan de horizon. De groep ‘gebiedsinnovatoren’ groeit en vraagt aandacht voor bijpassend innovatie-instrumentarium. Zoals meerjarige social labs, met langjarige funding die aan meerdere doelen tegelijkertijd kunnen werken, gefinancierd, op een manier die leidt tot lokaal eigenaarschap. Het MVI-Energie programma werkt komend jaar samen met Commonland. Dit is een NGO die wereldwijd werkt aan grootschalig herstel van ecosystemen en landschappen. En er is door de groeiende groep mensen die gebiedsgericht probeert te innoveren, een vijftal principes gedefinieerd die gebiedsinnovatie kenmerken, samengevat in een essay.
Kort door de bocht komen deze principes hierop neer (verkorte versie - uit essay: Een Nieuw Kompas voor Nederland – een pleidooi voor gebiedsinnovatie met diepe wortels):
- Ecologische regeneratie
Gebiedsinnovatie moet bijdragen aan het behoud of de regeneratie van de ecologische kwaliteit van het gebied. Bodem, water, biodiversiteit: als deze er niet op vooruit gaan, dan is de voorgenomen innovatie eigenlijk al mislukt.
- Ontmoet elkaar in de tussenruimte
Processen van gebiedsinnovatie staan of vallen bij de kwaliteit van de gerealiseerde tussenruimte (term Prof. Geert Teisman). Een ‘safe space’ waar je elkaar écht kunt ontmoeten, waar je je openstelt, kwetsbaarheid toont en wilt leren van elkaar. Een plek ook om afspraken te maken, die niet afhangen van het uitspreken van een ‘machtswoord’. Het gaat om een gezamenlijk proces van betekenisgeven, en afspraken maken die anderen zó positief beoordelen, dat ze ‘daar zelf voor gaan lopen’.
- Meervoudig denken: middelen die meerdere doelen dienen
Gebieden doorbreken ons standaard denken; er is een probleem, en ons doel is om dat probleem op te lossen. Dus zoeken we naar een middel om dat doel te behalen. We denken maar aan één doel en zoeken het beste middel om dat te bereiken. Wat we dan over het hoofd zien, is dat er ook een heleboel andere doelen zouden kunnen profiteren van dat middel.
Kijken we welk middel, welke doelen kan realiseren, dan groeit bijvoorbeeld het besef dat de realisatie van kleinschalige elektrolyse installaties voor de productie van waterstof, op gebiedsniveau zinvol is. Zulke installaties produceren immers ook restwarmte en zuurstof, wat onder andere super relevant is voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving.
- De innerlijke reis: verdiepen van verbinding
Processen van gebiedsinnovatie zijn gebaat bij aandacht voor een minder grijpbare dimensie, de onderstroom. In de onderstroom wordt voelbaar wat op gebiedsniveau uitgesloten is geweest in het verleden, maar graag in beeld gebracht wil worden. In die onderstroom kan ook blijken waar de balans tussen geven en nemen niet klopt in een gebied, met allerlei excessen als gevolg. En de onderstroom kan laten zien op welke vlakken maatschappelijk gezien een bestemming bereikt is en het tijd is voor een nieuwe bestemming.
Voor de kwaliteit van uiteindelijke oplossingen, voor de diepgang van het gezamenlijk denken, kan het behulpzaam zijn om werkvormen en rituelen te gebruiken die bezinning en stilte uitnodigen. En helpt het om een groep comfortabel te laten zijn met een fase van niet- weten, van chaos verdragen en wachten tot er heldere inzichten opkomen en beelden van de toekomst die zich wil manifesteren.
De vormen, rituelen en plekken die hierbij gekozen worden, doen ertoe. Kom bij elkaar in het gebied zelf, buiten, in de velden, in het bos en bij het water. Vul niet alle tijd die je samen hebt met taal en betekenis, maar laat geef ruimte voor bezinning. Wees samen stil.
5. De grote verbouwing: regels, wetten, financiering
Om de belofte van gebiedsinnovatie vaker, beter, sneller waar te kunnen maken, moeten we niet alleen kijken naar het spel, maar ook naar het speelveld en de spelregels. Naar de logica rond grondeigendom en grondprijzen. Veel gemeenten verkopen hun grond vaak automatisch voor de hoogste prijs. Maar we weten dat een gezonde agrarische bedrijfsvoering — binnen de stikstofgrenzen — vraagt om een meer extensieve landbouw. Gebiedsinnovatie vraagt erom dat we onszelf vragen stellen over dit soort logica. Het gaat uiteraard ook over de noodzaak van democratische vernieuwing. En om een gemengde manier van financieren (‘blended finance’) waardoor het lukt om bestaande praktijken (en machtstructuren) te doorbreken, zoals in het Polderlab in Vrouwevenne, waar de financiële inbreng vanuit Land van Ons cruciaal bleek, om langjarig op gebiedsniveau te innoveren met elkaar.
Hoe nu verder?
Vanuit de Topsector Energie is er inmiddels steeds meer aandacht voor het belang van een gebiedsgerichte kijk op innovatie. En dat vraagt samenwerking en cross-over-innovatieprogramma’s. Net als er samenwerking nodig is tussen allerlei beleidsprogramma’s die staan voor specifieke nationale opgaves. De verkokering voorbij. Op 21-22 juni 2023 vindt wederom een tweedaagse bijeenkomst plaats waar gebiedsinnovatoren elkaar treffen om van elkaar te leren. Blijf via www.hetnieuwekompas.nl op de hoogte van verdere ontwikkelingen.
Meer informatie over gebiedsinnovatie en bredere context:
- Essay Een Nieuw Kompas voor Nederland – pleidooi voor gebiedsinnovatie met diepe wortels
- Polderlab – voorbeeld van een meerjarig gebiedsinnovatie lab gericht op CO2-reductie, herstel biodiversiteit, korte ketens en vernieuwing verdienmodellen agrariërs:
- Digitalisering – digital twins op gebiedsniveau
- Energie & Ruimte programma van TNO
- “Hoeders van bodem en water” - De energietransitie en het natuurlijke bodem-watersysteem – een verkenning (dec 2022) – via: Het Nieuwe Kompas
- Kabinet maakt bodem en water sturend bij ruimtelijke keuzes
- PBL rapport: Grote opgaven in een beperkte ruimte
- Startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief: iedere dag rond 07.00 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze dagelijkse nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in