Het bedrijfsleven wil wel verduurzamen, maar voorlopig blijft het vooral bij beloftes zonder strategieën en budgetten. Dat blijkt uit een onderzoek van South Pole, dat naar de duurzaamheidsstrategieën vroeg bij zo’n 200 bedrijven wereldwijd. Bijna de helft van de ondernemingen geeft aan dat ze net zero emissiedoelstellingen hebben vastgesteld, wat neerkomt op het streven om CO2-neutraal te worden. Volgens South Pole zijn die beloftes in veel gevallen niet wetenschappelijk onderbouwd en nauwelijks realistisch. In zestig procent van de gevallen moet dit streven pas na 2040 zijn gerealiseerd, of is er niet eens een jaartal op de ambities geplakt.
Claims onder een vergrootglas
In Nederland heeft nog geen tien procent van de Nederlandse ondernemingen de net zero emissiedoelstellingen vastgesteld, concludeert René Groot Bruinderink, Head Climate Solutions Nederland van South Pole. Volgens Groot Bruinderink komt dat omdat duurzaamheidsclaims steeds vaker onder een vergrootglas komen te liggen. “Bedrijven worden voorzichtig. Als ze dan een claim doen, dan kunnen ze ervan uitgaan dat die wordt beoordeeld.”
Om net zero te worden, moet je als bedrijf voldoen aan het Science Based Targets initiatief. Dat zijn doelstellingen die in lijn zijn met het Parijsakkoord. “Die Science Based Targets worden met de tijd strenger, en dat betekent dat het moeilijker is om die doelstellingen te behalen. Dat moet je durven als CEO, maar dan zie je hier wat Nederlandse terughoudendheid.”
Verduurzaming vanuit consumenten
Opvallend is dat bedrijven de druk om te verduurzamen voornamelijk voelen vanuit consumenten. Inmenging van de overheid wordt nauwelijks als drukmiddel ervaren. “In de Verenigde Staten en Engeland zijn bijvoorbeeld wel veel bedrijven die claims maken en realistische doelstellingen hebben”, ziet Groot Bruinderink. “En als steeds meer bedrijven die claims maken, dan komt er concurrentiedruk, waardoor je ziet dat bedrijven samen aan de slag gaan. Dat is het mooie hieraan: de hele waardeketen moet mee, en door die concurrentie krijg je een versnelling.”
Die echte druk komt volgens Groot Bruinderink vanuit concurrentie, maar ook vanuit klanten en leveranciers. “De marktwerking zorgt dat bedrijven deze stappen zetten voor hun eigen bestaansbehoud en de toekomst.”
Wat moet er gebeuren?
Om ervoor te zorgen dat het bedrijfsleven in Nederland meer doelgerichte strategieën en ambities maakt, moeten er volgens Groot Bruinderink een paar dingen gebeuren. Zo zou de overheid een rol moeten spelen bij het verzorgen van een versnelling bij grote ingrepen, zoals het verduurzamen van de woningbouw of bij de zware industrie. “Dat zijn dusdanig grote infrastructurele projecten, die het bedrijfsleven niet alleen kan verduurzamen. Daar moet de overheid een rol in spelen.”
Daarnaast kan de overheid eisen stellen aan bedrijven om bijvoorbeeld transparanter te zijn. “Ook kan de overheid bijdragen door vergunningen voor duurzame projecten sneller te verstrekken, en door subsidies of fondsen open te stellen die innovatie en samenwerking stimuleren.” Ook ziet Groot Bruinderink kansen voor de overheid om CO2 te beprijzen. “Dat bestaat nu wel voor de grote en zware industrie, maar we zien steeds vaker dat bedrijven vragen naar lokale projecten waar CO2-credits gegenereerd worden op kleinere schaal. Maar hier in Nederland is daar weinig ruimte voor en het is relatief duur.”
Wil je meer weten over duurzaamheid in het Nederlandse bedrijfsleven? Blijf ons volgen en ontvang iedere dag het laatste nieuws.
Bedrijven moeten zich realiseren dat verduurzaming een soort garantie is richting de toekomst om als bedrijf bestaansrecht te hebben.
René Groot Bruinderink, Head Climate Solutions Nederland van South Pole
Toch ligt er ook een grote taak bij het bedrijfsleven zelf. “Bedrijven moeten zich realiseren dat verduurzaming een soort garantie is richting de toekomst om als bedrijf bestaansrecht te hebben”, zegt Groot Bruinderink. “Daarmee voorkom je risico’s van veel hogere CO2-emissieprijzen in de toekomst. Door CO2-neutraal te zijn werk je aan je eigen toekomst. Het is namelijk ook een manier om risico’s voor het bedrijf zelf te verminderen, zoals risico’s door grondstoffen schaarste. Bedrijven vragen zich af of de kosten van het reduceren van emissies wel de moeite waard zijn, maar wat zijn de kosten als klimaatverandering doorzet? Wat zijn de kosten als je zaken moet repareren of opnieuw moet opbouwen? Die kosten zijn gigantisch.”
National Sustainability Congres
CEO’s van grote bedrijven, zoals Friesland Campina, Eneco, Havenbedrijf Rotterdam, Nederlandse Spoorwegen, Compass Group Nederland, Randstad en Vebego zijn aangehaakt bij UN Race to Zero en ondertekenden het Science Based Targets Initiative tijdens het National Sustainability Congres afgelopen vrijdag. Volgens Groot Bruinderink is het een stap in de goede richting. “Je steekt als bedrijf je hand in het vuur. Daarmee laat je aan klanten, concurrenten en aandeelhouders zien dat je dit pad gaan bewandelen.”
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in