Tex.tracer helpt mode- en textielbedrijven om inzicht te krijgen in de hele toeleveringsketen van een product. Bijvoorbeeld vanaf het moment dat een katoenplant wordt geoogst, totdat het T-shirt in de winkel hangt. “Vaak hebben bedrijven te maken met wel honderden leveranciers. Het is een hele klus om al die partijen op je netvlies te krijgen”, zegt Jolanda Kooi, medeoprichter en CEO van tex.tracer.
QR-code voor consumenten
Wanneer een bedrijf samenwerkt met tex.tracer krijgen ze toegang tot een dashboard. “De data die wij verzamelen op basis van de input die een bedrijf levert, maakt de keten inzichtelijk en daarmee ook hoeveel CO2-uitstoot een product veroorzaakt. Pas dan kun je onderbouwde keuzes maken om een bepaald product te verduurzamen.” Dat kan door bijvoorbeeld voor een andere leverancier te kiezen, of door andere materialen te gebruiken.
Tex.tracer maakt al die tussenpartijen inzichtelijk voor modemerken. Vervolgens kunnen de modemerken besluiten om ook de consument mee te nemen in de reis die een kledingstuk maakt voordat het in de kast hangt. Dat kan bijvoorbeeld met een QR-code op het label van een kledingstuk.
En dat inzichtelijk maken is ook hard nodig. “Een paar jaar geleden waren we een nice to have. Nu wordt het een must have voor bedrijven”, zegt Kooi. Ze doelt daarmee op de aanstaande Europese wetgeving. De CSRD (waarbij bedrijven moeten rapporteren over CO2-uitstoot en impact op mensenrechten en biodiversiteit), de UPV voor textiel (waardoor producenten van kleding en textiel verantwoordelijk zijn voor de inzameling) en het productenpaspoort (waarin de samenstelling en gegevens van producten door de gehele keten wordt vastgelegd).
Europese wetgeving dwingt bedrijven tot inzicht
Vanaf 2024 wordt het in heel Europa voor grote bedrijven verplicht om te rapporteren over zaken als CO2-uitstoot, het sociaal kapitaal en de impact die ze hebben op biodiversiteit en mensenrechten in de keten. De richtlijn wordt gefaseerd ingevoerd. Sommige bedrijven zullen al in 2025 moeten rapporteren over het afgelopen boekjaar. Voor andere bedrijven geldt de verplichting pas een of twee jaar later.
Het is dus belangrijk dat mode- en textielbedrijven inzicht krijgen in hoe hun producten gemaakt worden. “We merken dat steeds meer bedrijven zich hierop voorbereiden”, ziet Kooi. “Het geld van de investeerders gebruiken we deels om ons platform klaar te maken om grotere aantallen te verwerken.” Ook wil tex.tracer een deel van de investering gebruiken om internationaal uit te breiden. “Dit jaar richten we ons op Engeland, Zweden, Denemarken en Noorwegen”
De hoofdinvesteerder van tex.tracer is ROM InWest. Mede-investeerders zijn HearstLab, Joanna Invests en angel-investeerders.
Vervuilende partijen hebben de grootste impact
Bedrijven die hun leveranciers inzichtelijk hebben gemaakt met tex.tracer zijn bijvoorbeeld Mud Jeans, State of Art en Livera. Onlangs kondigde Zeeman aan dat ze een pilot zijn gestart met het bedrijf. Kooi: “We willen de grootste beweging in gang zetten en verandering teweegbrengen. Dat kun je enerzijds doen door met kleinere duurzame koplopers samen te werken. Anderzijds kun je juist door met de grote bedrijven samen te werken veel impact maken.”
Waar begin je?
De grootste uitdaging bij het inzichtelijk maken van alle leveranciers is het eerste contact. “Het komt voor dat kledingmerken zeggen dat hun product bijvoorbeeld uit Portugal komt. Ze vergeten daarbij dat er geen katoenteelt in Portugal is. De katoen komt dus ergens anders vandaan. Het lastigste is dan om de juiste contactpersoon te achterhalen”, legt Kooi uit. “Daar is heel veel doorzettingsvermogen voor nodig.”
En dat kost tijd. “Wij zijn geen overnight solution”, zegt Kooi. “Het is een reis die we samen met een bedrijf aangaan, en dat doen we stap voor stap. Vooral bij grotere bedrijven is het een ingewikkelde opgave: daar heb je soms wel met honderd tot tweehonderd leveranciers te maken.
Meer lezen?
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in