De textielsector is een van de meest vervuilendste sectoren. Ieder jaar worden honderd miljard nieuwe kledingstukken gemaakt en meer dan de helft daarvan wordt binnen een jaar na productie al weggegooid. Mede door dit soort fast fashion is de kledingindustrie na de olie-industrie de meest vervuilende sector. De productie van kleding en schoenen zorgen samen voor zo’n 8 procent van de uitstoot van wereldwijde broeikasgassen.
Wat is een Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid?
Om dit te veranderen wil de Nederlandse overheid in 2023 een Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) invoeren voor fabrikanten. Daarmee worden kledingbedrijven verantwoordelijk voor wat er na het gebruik met hun eigen producten gebeurt. En dat is hard nodig, ziet Michiel Kort, projectleider van het onderzoek bij Rebel, die een voorstel schreef voor een UPV. “Met een UPV ben je als producent ook verantwoordelijk voor wat er met een product gebeurt, nadat je het op de markt hebt gebracht”, legt Kort uit. Op dit moment zijn gemeenten nog verantwoordelijk voor de inzameling en kosten van het afgedankte textiel van hun inwoners, maar de maatregel moet de branche een financiële prikkel geven om kleding te produceren van hoge kwaliteit die zich goed leent voor recycling.
Inzameling en recycling voor andere sectoren
Zo’n UPV is niet nieuw: voor onder meer plastic verpakkingen en elektronica geldt ook al een verplichting voor inzameling en recycling. Daarbij kunnen bedrijven zelf invullen hoe ze die inzamelingen willen regelen. “Een goed voorbeeld is het Afvalfonds verpakkingen. Alle producenten die plastic verpakkingen verkopen hebben zich verbonden via het fonds. Producenten betalen een bepaald bedrag en het afvalfonds zorgt voor de inzameling en recycling”, zegt Kort.
In de kleding- en textielbranche zou zo’n UPV ook goed kunnen werken. “De textielketen kun je opsplitsen in twee delen: een voorkant en een achterkant. De voorkant van de keten gaat over de productie, de milieu-impact, de hoeveelheid kleding die wordt gemaakt en de discussie rondom fast-fashion. De achterkant gaat over de afdanking, inzameling, sortering en recycling en daar richt het instrument UPV zich op”, legt Kort uit. En als je doelen wil opstellen voor de achterkant van de keten, kun je volgens Kort het beste kijken naar de recycling van textiel. “Er wordt schrikbarend weinig kleding gerecycled tot nieuwe kleding.”
De Correspondent schreef eerder dat minder dan 1 procent van al het materiaal dat wereldwijd voor de productie van kleding en textiel wordt gebruikt, ook gerecycled wordt tot nieuwe kleding. De rest eindigt deels als poetslap, isolatiemateriaal, matrasvulling of een andere laagwaardige toepassing. “Het recyclen van textiel tot nieuw textiel is iets dat nog niet vaak genoeg gebeurt, omdat de kosten hoog zijn en de beschikbare technieken beperkt”, licht Kort toe. Downcyclen gebeurt wel – dan wordt kleding gebruikt in bijvoorbeeld autobekleding, waardoor de waarde van de grondstof zakt.
Toch zijn er ook positieve geluiden: Alle landen in de Europese Unie zijn vanaf 2025 verplicht om textiel in te zamelen. Daardoor komt er in één keer veel meer aanbod. Anderzijds kan het leiden tot een enorme prijsdruk op minder goed ingezameld textiel dat niemand wil hebben voor verdere verwerking - als de capaciteit niet wordt opgeschaald. “En als we straks meer recyclaat hebben, moeten producenten het ook wel willen gebruiken. Anders werkt het systeem alsnog niet.”
Virgin materialen zijn té goedkoop
“De prijs van virgin – nieuw geproduceerd - materiaal is zo ontzettend laag en de schaal waarop het gemaakt wordt zó veel groter dan gerecycled materiaal”, licht Kort toe. “Soms kun je niet eens aan gerecycled materiaal komen, omdat het te schaars is.” Toch heeft Kort goede hoop. “Er gaat ook steeds meer veranderen omdat er meer inzamelings- en verwerkingscapaciteit bij komt.” En er wordt gesproken over een verplichting van gerecycled materiaal in producten, maar dat is volgens Kort niet via een nationale UPV te regelen. “Je creëert een ongelijk speelveld als je dit alleen in Nederland zou verplichten. Je wil dat eigenlijk op Europees niveau regelen.”
'Gerecycled materiaal is niet geschikt voor ieder product'
Arnoud van Vliet, duurzaamheidsmanager Zeeman
Een andere uitdaging zit in het percentage textiel dat in het restafval belandt. In Nederland wordt slechts 45 procent van het afgedankte textiel gescheiden ingezameld via kledingbakken of kringloopwinkels. Zo’n 55 procent komt in het restafval terecht en wordt verbrand. “Daar valt echt nog heel veel te winnen”, zegt Kort. In veel andere landen is het inzamelingspercentage veel lager, maar Kort verwacht dat de Europese verplichting dat wel gaat veranderen.
Samenwerking is essentieel voor succes
Voordat de UPV wordt ingevoerd moet er nog heel wat gebeuren. Er zijn een heleboel betrokken ketenpartijen, zoals inzamelaars, sorteerders, recyclers, overheden, handhavers, vergunningverleners, groothandelaren en tussenhandelaren. En dan zijn er nog de producenten zélf. Samenwerking is volgens Kort essentieel. “Al die partijen moeten de samenwerking opzoeken. En als er eenmaal doelen zijn gesteld, moet je inzicht hebben in wat er gebeurt. Producenten kunnen dat niet alleen. Alle partijen zijn nodig om de doelstellingen te behalen.”
Kledingproducent Zeeman ziet veel potentie in de UPV. “Het zal de sector stimuleren om stappen te maken naar circulariteit. Grondstoffen zijn schaars en worden duurder. Daarom is het noodzakelijk om circulariteit aan te moedigen en een nieuwe impuls te geven”, zegt Arnoud van Vliet, duurzaamheidsmanager bij Zeeman. Waar volgens hem de grootste uitdaging ligt? “Bij voorlichting en recycling. Het is een soort gedragsverandering. Mensen hebben geleerd om batterijen in te leveren en glas naar de glasbak te brengen. Dat moet ook met kleding gebeuren.” In zo’n 50 Zeeman filialen kan al gebruikte kleding ingezameld worden en tegen het einde van het jaar zal dit in alle filialen mogelijk zijn.
Voor Zeeman is duurzaamheid een belangrijk thema. Zo zijn ze aangesloten bij het Bangladesh-akkoord en de Fair Wear Foundation, dat toeziet op veilige arbeidsomstandigheden voor arbeiders. Ze werken ook met gerecycled materiaal, maar alleen wanneer het product het toelaat. “Gerecycled materiaal is niet geschikt voor ieder product. Een gerecyclede katoenen vezel is een stuk grover dan een virgin vezel. Dan zijn grove vezels veel geschikter voor bijvoorbeeld sokken.”
Intrinsieke verandering
Of de UPV een wondermiddel is om de achterkant van de textielketen te verduurzamen, betwijfelt Van Vliet. “Maar het kan wel helpen om sneller stappen te zetten. Ik vind het mooi als bedrijven vanuit intrinsieke motivatie hun grondstoffengebruik minderen en dat daar niet eens een UPV voor nodig is.”
Een hoopvolle gedachte, maar Kort vindt dat UPV nodig is om de boel in beweging te zetten. Partijen die zelf al iets willen, kunnen deze beweging versnellen. Daarnaast verwacht hij dat er naast de UPV ook andere beleidsinstrumenten nodig zijn. “Met een UPV kun je slechts één deel van de keten verbeteren: de inzameling en recycling van afgedankt textiel. Er zijn nog veel meer verbeterpunten in de gehele textielketen.”
Wil je meer lezen over de ontwikkelingen van duurzame kleding? Je leest het in dit dossier.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in