Zoals veel bedrijven is Beiersdorf in transitie. Het merk wil tegen 2025 de uitstoot van broeikasgassen met 30 procent verminderen ten opzichte van 2018. Een ambitieus doel, zegt duurzaamheidsexpert Dorle Bahr. “Voor scope 1 en 2 is dit doel vroegtijdig behaald. Dat geldt nog niet voor scope 3: daar zitten we nu op 18 procent. Omdat het de goede kant op gaat, hebben we onze doelen aangescherpt. We streven ernaar om in 2032 de uitstoot van scope 1 en 2 met 70 procent te verminderen ten opzichte van 2018. Voor scope 3 is dat 40 procent. Dit zijn science based targets, dus in lijn om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden.”
Wat bedoelen we met scope 1, 2 en 3?
Onder scope 1 valt de uitstoot die direct is toe te schrijven aan een bedrijf. Denk aan alles wat nodig is om kantoren te laten draaien en het productieproces van de verzorgingsartikelen. Scope 2 omvat alle uitstoot door de inkoop van energie, zoals elektriciteit en warmte. Al het andere valt onder scope 3. Oftewel: de keten. Hierbij kun je denken aan winnen van ingrediënten en het gebruik van de crèmes en deodoranten door de consument.
Ommezwaai
Voordat het doelen stelde, deed het bedrijf eerst uitgebreid marktonderzoek. “Dat is noodzakelijk. Op die manier weten we zeker dat hetgeen we willen bereiken haalbaar is. Als het gaat om de elektrificatie van de fabrieken, dan brengen we het landschap van hernieuwbare energie en de verwachte ontwikkelingen in kaart. Dat de doelen haalbaar zijn, betekent overigens niet dat ze makkelijk te bereiken zijn. Het zijn geen kleine productaanpassingen die we doen. We nemen het hele bedrijfsproces onder de loep. Het is echt een ommezwaai, een enorme operatie. Het gaat van energieverbruik tot materiaalgebruik en verpakkingen.”
Wereldwijde operatie
Die operatie strekt zich uit over de hele wereld, aangezien de merken van Beiersdorf in meer dan tweehonderd landen worden verkocht. Hoe gaat het om met de nationale en internationale wetgeving die op het bedrijf afkomt? “Dat is een hele uitdaging”, meent Bahr. “Aan de ene kant zorgt wetgeving voor een gelijk speelveld. Het helpt niet alleen ons om te veranderen, maar duwt een hele industrie een bepaalde kant op. Het wordt lastig wanneer nationale wetgeving verschilt van bijvoorbeeld Europese richtlijnen. In zulke gevallen moeten we goed kijken naar de nuances en die op de juiste manier implementeren. Neem de CSRD: die reportage maken we op internationaal niveau, niet voor ieder land apart. Als we voor bepaalde markten aan extra verplichtingen moeten voldoen, voegen we die benodigde informatie toe.”
CSRD
Voor de CSRD zijn de voorbereidingen in volle gang. “We zijn vorig jaar begonnen. Het goede nieuws is dat we dankzij eerdere rapportages al over best veel informatie beschikken. In die zin hebben we al redelijk wat voorwerk gedaan. Thema’s zoals landgebruik en microplastics zijn niet nieuw: daar hebben we in het verleden al uitgebreid over gepubliceerd. Maar zoiets als een uitgebreide biodiversiteitsstrategie is er nog niet. Dat betekent niet dat we niets aan biodiversiteit doen, maar alle informatie is nog niet op één plek beschikbaar. Dat moeten we intern ophalen, verzamelen en structureren. Daar hebben we dus nog wat te doen.”
Tonnen CO2 per jaar besparen
Om de duurzaamheidsdoelen te halen, gaat het productassortiment op de schop. Dat geldt ook voor iconische Nivea-producten die al jaren bestaan. Dat is best lastig, zegt directeur Benelux Karin de Koning. “Een product moet duurzamer worden, terwijl de vertrouwde ervaring voor de consument hetzelfde moet blijven. Nivea Soft is daar een goed voorbeeld van. De formule is recent aangepast, wat leidt tot 40 procent minder uitstoot."
Die uitstoot wordt vermeld in CO2-equivalent (CO2e). Deze eenheid geeft de totale uitstoot weer van alle broeikasgassen die de atmosfeer verwarmen, denk aan CO2 en methaan.
“Omdat dit product wereldwijd wordt verkocht, zorgt dit voor een besparing van 8.000 ton CO2e per jaar. Dat is enorm. De formule is nu vegan en bevat voor 95 procent ingrediënten van natuurlijke oorsprong.”
Ook aan de deodorant van alle merken wordt gesleuteld. “Wanneer we een relaunch doen, kijken we altijd naar manieren om de CO2e-uitstoot terug te dringen. In het geval van de deodoranten is dat goed gelukt. Doordat we de verpakking hebben aangepast en gebruikmaken van minstens 50 procent gerecycled aluminium, is de uitstoot met 58 procent afgenomen. Op jaarbasis scheelt dat 30.000 ton CO2e.”
Plastic
Ook wil de beautygigant het plasticverbruik aanpakken. In 2025 moet het aandeel fossiel plastic zijn afgenomen met 50 procent ten opzichte van 2019. De Koning: “We zitten nu op 16 procent. Omdat de manier van werken verandert, is er andere apparatuur nodig voor de productie-installatie. Op die apparatuur is het nog even wachten, aangezien de levertijd wat vertraging heeft opgelopen. Daarnaast is onze volumegroei hoger dan verwacht, en meer producten betekent ook meer plastic. Door deze redenen duurt het naar verwachting één jaar langer voordat we dit doel zullen behalen.”
Microplastic
Een veelbesproken plastic in de beautybranche zijn microplastics. Het merk Nivea belooft dat alle polymeren in de Europese formules tegen het eind van 2025 biologisch afbreekbaar zullen zijn. Dit houdt in dat de plasticmoleculen op natuurlijke wijze worden afgebroken door schimmels en bacteriën. Is dat haalbaar? Bahr heeft er vertrouwen in. “Het is een lastige opgave waar we hard aan werken. Het vraagt om een andere samenstelling van de producten. Onze mensen van research en development zoeken naar de oplossing. Het doel voor 2025 staat nog steeds. Overigens zijn we met Nivea sinds 2021 microplasticvrij. Wat dat betreft lopen we voorop in de industrie. Dat willen we ook als het gaat om biologische afbreekbare polymeren.”
Overigens verwijst Bahr naar de definitie van microplastics omschreven door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). Diverse partijen, zoals de Plastic Soup Foundation, vinden deze definitie echter te beperkt. ECHA heeft namelijk niet alle synthetische polymeren onder de gebruikte definitie van ‘microplastics’ geschaard. Plasticdeeltjes kleiner dan 0,1 micrometer worden bijvoorbeeld uitgesloten.
Navulbare verpakkingen
Het aandeel plastic kan ook worden teruggeschroefd met navulbare verpakkingen. Deze worden steeds meer geïntroduceerd. “De navulverpakkingen gaan goed. Met schapkaartjes willen we uitleggen waarom we deze refills op de markt brengen en wat de milieuvoordelen zijn. Educatie naar de klant toe is belangrijk en daar ligt een rol voor ons. Als ‘s werelds grootste huidverzorgingsbedrijf hebben we een verantwoordelijkheid. Het is aan ons om de consument van informatie te voorzien”, meent De Koning.
Scorecard
In het verlengde daarvan werkt Beiersdorf samen met zeventig andere partijen aan een zogenoemde scorecard. Deze wordt later dit jaar bij de eerste producten geïntroduceerd en geleidelijk uitgerold. Volgens Bahr is het label met de naam Eco Beauty Consortium vergelijkbaar met de Nutri-Score. Het moet consumenten helpen in de zoektocht naar duurzamere verzorgingsproducten zoals bodylotions en zonnebrand. “Duurzaamheid is een lastig onderwerp. Het gaat niet alleen om verpakkingen, maar ook over veel andere thema’s zoals energie, waterverbruik en ingrediënten. De verzorgingsproducten worden onderworpen aan een lifecycle assessment, waarna ze een bepaald label krijgen. Een navulbare verpakking zal dan hoger scoren dan een wegwerpverpakking, waardoor mensen hopelijk de duurzamere keuze maken.”
Waterverbruik
Ook het waterverbruik wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Voor de merken Nivea, Labello, Hansaplast, La Prairie en Eucerin moet het waterverbruik per geproduceerd product 25 procent omlaag ten opzichte van 2018. “Hiervoor werken productielocaties overal ter wereld nauw met elkaar samen. We kijken waar we minder water kunnen gebruiken en vooral waar we het kunnen hergebruiken. Dat betekent dat water bestemd voor het productieproces een herbestemming krijgt als reinigingswater voor de schoonmaak. Zulke oplossingen implementeren we in iedere fabriek. De resultaten die we boeken, stemmen hoopvol”, aldus Bahr.
Meerwaarde
Beiersdorf hoopt dat consumenten uiteindelijk ook de meerwaarde van de duurzaamheidsslagen zien. “We kunnen niet wachten totdat consumenten veranderen. Met ons productvolume en wereldwijde impact moeten we het voortouw nemen en de consument meenemen op onze reis. Dat is hoe ik erin sta.”
Haar collega De Koning sluit zich daarbij aan. “Er zijn veel mooie start-ups die de beautybranche beter willen maken. Ik word daar heel blij van. Maar als je écht impact wil maken, dan moet je bij de grote namen zijn. Wat wij doen, op grote schaal, maakt het verschil. Die verantwoordelijkheid voelen we bij Beiersdorf.”
Samenwerken
Al kan de beautygigant het zeker niet alleen. “We moeten het echt samen doen. Gelukkig gebeurt dat ook steeds meer", zegt De Koning. “Als het gaat om logistiek, werken we nauw samen met AS Watson. Dat is het moederbedrijf van Kruidvat. De vrachtwagens die onze producten naar de winkels brengen rijden op biobrandstoffen. We zorgen ervoor dat alle pallets volledig gevuld naar de winkels gaan en we stapelen twee pallets op elkaar. Door deze maatregelen besparen we samen een aanzienlijke CO2e-uitstoot. Ik zou dit soort samenwerking graag met ál onze partners opzetten. Uiteindelijk moeten we allemaal verduurzamen. We hebben allemaal hetzelfde doel. Laten we elkaar dan vooral opzoeken en ondersteunen.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in