Dat blijkt uit onderzoek van de Hogeschool Windesheim, schrijft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) op haar website.
Volgens RVO.nl komt in Nederland jaarlijks naar schatting 4.500 ton composietproducten vrij als afval. En dat wordt alleen maar meer. Er was nog geen bruikbare methode om de materiaalstroom beter en nuttiger te hergebruiken.
Windmolens
De studenten van Hogeschool Windesheim van het KIEM-VANG-onderzoeksproject onderzochten hoe thermoharde vezelversterkte kunststoffen opnieuw ingezet kunnen worden. Ze ontdekten twee belangrijke afvalbronnen: de rompen van kleine bootjes en de rotorbladen van windmolens. Die rotorbladen zijn vaak nog in prima staat. Maar veel kleine windmolens maken plaats voor grotere exemplaren met een hogere energieopbrengst, aldus RVO.nl
Vervolgens onderzochten de studenten de toepassingsmogelijkheden van deze kunststoffen. Het hergebruikte materiaal mag niet te klein zijn. Dan biedt het veel stevigheid en kan het dienen als versterkend element in nieuwe producten.
Oeverbeschoeiing
Zware, stevige objecten dus. Volgens de studenten liggen de toepassingsmogelijkheden vooral in de grond-, weg- en waterbouw. Zoals stempelschotten, de platen onder de poten van een hijskraan of schotten voor oeverbeschoeiing.
Studenten van de hogeschool bouwen prototypen voor de verschillende toepassingen. Ze werken samen met het mkb en een ingenieursbureau. Een eerste stap naar de markt is de productie van grote aantallen oeverbeschoeiingsplaten, meldt RVO.nl.
Bron: RVO.nl | Foto: Matthew Xan/Shutterstock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in